Op zaterdag 6 november trok ik naar Amsterdam om een stukje mee te lopen in de Klimaatmars. Ik schreef eerder al over mijn wandeling door Amsterdam en over museum Het Schip. Vandaag deel drie van het verslag… Drieluik voltooid.
Na mijn lunch in de cafetaria van het museum loop ik nog door de net geopende tentoonstelling over de Nederlandse kunstenares en grafica Fré Cohen (1903-1943). Zij ontwierp grafisch drukwerk voor de gemeente Amsterdam, voor de socialistische beweging, vakbonden en coöperaties. De titel van de tentoonstelling: “Vorm en idealen van de Amsterdamse School”. Ik bespeur echter onrust in mijn lijf, ik wil op tijd in het Westerpark zijn om… nog een bockbiertje te drinken bij Troost en tóch op tijd te zijn om nog een klein stukje mee te lopen met de Klimaatmars.
Hieronder een kleine greep beelden van de tentoonstelling, die overigens tot september 2022 loopt – tijd genoeg dus om terug te keren en alles op mijn gemakje te bekijken! Behalve veel grafische ontwerpen maakte Cohen ook aardige schilderijtjes!
Voordat ik er echt de pas in zet, maak ik nog een rondje over het parkachtige Spaarndammerplantsoen met z’n fraaie flatgebouwen…
Door de Zaanstraat loop ik naar het tunneltje onder het spoor… Aan de andere kant hoor ik al muziek. De straten zijn nat, het heeft een tijdje gemiezerd en het gaat opnieuw regenen. Ik zoek de warmte op van het proeflokaal van Brouwerij Troost. Ik bestel een bockbiertje en drink mijn glas rustig genietend leeg… Overigens vind ik € 4,90 voor 25 cl bier wel aan de prijs! Waarschijnlijk NAP = Nieuw Amsterdams Prijsniveau.
Het is droog als ik weer naar buiten loop. Ik begeef me richting het geluid dat van verre aankondigt dat er een rumoerige optocht aan komt lopen! De politie is aanwezig maar niet massaal. Ach, hoort er allemaal bij, bij een demonstratie.
Ik loop de demonstranten een stukje tegemoet en voeg me bij hen. Zingend en scanderend loopt de massa naar een groot veld in het Westerpark. Zeker 40.000 mensen verkondigen de urgente boodschap dat de mensheid nú moet ingrijpen om klimaatellende en uitputting van Moeder Aarde te voorkomen… Een jong stel heeft op een groot vel papier de gevolgen voor Nederland in beeld gebracht. Hun kaart krijgt veel aandacht – ze maakt duidelijk wat de consequenties zijn van de stijging van de zeespiegel!
Ik schrijf dit stukje ruim een week later, op zondag 14 november. In Glasgow is twee weken gepraat door 200 landen. De slotverklaring straalt onvoldoende vastberadenheid uit. Goede intenties genoeg, maar als het er op aan komt, is de wereld niet in staat het probleem van de opwarming en de uitputting van de aarde te adresseren. Ik was en blijf somber gestemd… Mijn enige hoop blijft gevestigd op een nieuwe generatie politici en ondernemers die wél visie hebben en wél daadkrachtig zijn… maar ik vrees dat zij te laat de touwtjes in handen zullen krijgen… Zij die het nu voor het zeggen hebben, zijn veel te veel gehecht aan hun economische en/of hun machtspositie! Ze DURVEN niet.
Ik luister een tijdje naar de toespraken maar vind ze niet inspirerend. Net als bij de regeringsleiders in Glasgow, wordt er teveel blablabla verkocht, om met Greta Thunberg te spreken. Ik druip af. Te voet wil ik naar station Sloterdijk lopen… en zo geschiedt. Een aardige wandeling, ik kan niet anders zeggen.
“De Amsterdamse School is een kunst- en architectuurstroming die, ondanks de naam, overal in Nederland voorkomt. Het is een stroming die nauw verweven is met de opkomst van goede volkshuisvesting door woningbouwcorporaties.
Museum Het Schip is één van de twee locaties waarin wordt verteld over de Amsterdamse School. Het museum bevindt zich in een fantasievol volkswoningbouwcomplex in Amsterdam West, dat is ontworpen door architect Michel de Klerk. Dit expressionistische woonblok is in 1919 gebouwd voor woningcorporatie Eigen Haard. Door de vorm is het gebouw in de volksmond Het Schip gaan heten. Het museum is vernoemd naar het gebouw. Het behoort tot de top van de Amsterdamse School, een stroming in de bouw en sierkunst die zich over heel Nederland verspreidde.“
En daarmee is het belangrijkste verteld over dit museum. Hoewel… Het Schip heeft nóg een museum onder zijn hoede: De Dageraad. Ook daar wordt het verhaal van de Amsterdamse School verteld. Museum De Dageraad bevindt zich in de Burgemeester Tellegenstraat in De Pijp. Op mijn lijstje gezet!
Op zaterdag 6 november verkende ik een stukje Amsterdam en bezocht ik Het Schip. Ik was in de hoofdstad om een stukje mee te lopen met de Klimaatmars en had vrijdagavond al een kaartje besteld voor het museum. Ik werd om 12 uur verwacht en arriveerde iets daarvoor. Mijn corona QR-code en Museum Jaarkaart werden gecheckt en wel bevonden. Op het middaguur verzamelden zich enkele mensen op de hoek van de Zaandamstraat en de Oostzaanstraat. Een aardige jongeman stelde zich voor als onze gids en liet ons meteen binnen in het oude postkantoor, dat a.h.w. de boeg van ‘het schip’ vormt.
Het postkantoor vervulde een belangrijke rol. Arbeiders werden in de 19de en begin 20ste eeuw meestal uitbetaald in de kroeg, die eigendom was van de baas. Het gebeurde vaak genoeg dat manlief straalbezopen en met een (bijna) leeg loonzakje thuis kwam! Om dat te voorkomen, werden de salarissen van de gezinnen uit deze buurt naar het postkantoor gebracht en daar uitbetaald. Dat betekende dat er in de kluis onder het postkantoor vaak veel baar geld was opgeslagen – dit postkantoor is het meest overvallen postkantoor van Amsterdam!
Binnen is alles gericht op de arbeider die vaak ongeschoold was en dus ook niet kon lezen. De architect heeft er alles aan gedaan om symbolen (zeg maar een soort pictogrammen) te verwerken in zijn architectuur. Ze verwijzen naar de functie van het gebouw of dragen een duidelijk boodschap! Zo is het plafond afgewerkt met een getande rand – net als postzegels! De sierbies op de muur is de afbeelding van een rol postzegels (toevallig ook door deze architect (Michel de Klerk) ontworpen.
De deur waarlangs je naar het kantoor van de postmeester kunt lopen maar waarachter zich nóg een deur bevindt met daarachter de trap naar de kelder en de kluis, is voorzien van een duidelijk ‘Verboden toegang’. En weet dat er hard wordt opgetreden als je dit verbod negeert!
Vanuit dit postkantoor kun je ook bellen. In de ruime telefooncel hangt een toestel. Aan de buitenkant vind je weer de nodige symboliek: zo herken je een ouderwetse telefoonpaal met dwarslatten waarop de porseleinen isolatoren staan… Je ziet ook een vogeltje afgebeeld; de boodschap is: weet dat de telefoniste, die elders in dit kantoor de verbindingen tot stand brengt, kan meeluisteren!
We mogen overal in het kantoor rondkijken, alleen de kelder is niet toegankelijk. Vervolgens neemt de gids ons mee naar het binnenplein van het museum waar in een container een krotwoning is nagebouwd. Schrijnend is de woonsituatie van arbeiders in de 19de eeuw geweest! Wie maar ergens ruimte had, timmerde ergens een piepkleine woning waar een heel gezin met vaak meer dan tien kinderen moest hokken. Zonder stromend water, zonder WC, zonder kachel… Je kunt het je in feite niet voorstellen, als je in beschouwing neemt hoe luxe de meeste Nederlanders tegenwoordig wonen, al kun je aan iemands woning nog steeds aflezen tot welke economische klasse hij of zij behoort. Dat er sociale woningen nodig waren – volkshuisvesting – moge wel duidelijk zijn…
De volgende etappe van onze rondleiding is een flat in Het Schip, die is ingericht met meubilair uit de jaren ’20 van de vorige eeuw. De gids vertelt er eerlijk bij: de meeste arbeiders zullen er toen niet zo fraai bijgezeten hebben. Wij, de bezoekers, de meeste van mijn leeftijd, ervaren het interieur dan ook meer als gelijkend op dat van onze grootouders… jaren ’50 zeg maar. Sfeervol is het echter wel.
De flat die we bezoeken, is van een iets groter type dan de meeste flats in het complex, en dat heeft te maken met het feit dat hij onder ‘het torentje’ ligt, waardoor de architect wat moest afwijken van de normale afmetingen vanwege de vormgeving van het gebouw, die, zoals je ziet op de foto hieronder, best wel bijzonder is te noemen! Vanuit de museumflat kun je trouwens met een trap naar de eerste verdieping, naar de kantoorruimtes van het museum, en vandaaruit vertrekt een smalle trap naar de punt van ‘het torentje’. En ook daar mochten we gaan kijken!
Na de rondleiding ga ik lunchen in de sfeervolle cafetaria van het museum. Ik geraak er aan de praat met een dame – die ook in ons groepje meeliep – uit Nijmegen, ze is docente psychologie aan de Radboud Universiteit. Dan is het tijd om af te zakken naar het Westerpark…
Ik besluit deze blog met een paar foto’s van de prachtige versieringen en details van het volkshuisvestingscomplex Het Schip. Een kleine greep slechts… Ik heb veel zin om op een mooie lentedag terug naar Amsterdam te komen en hier bij Het Schip eens een hele dag rond te kijken!
Zaterdag 6 november, vandaag worden in veel steden, overal ter wereld, klimaatmarsen gelopen. Zo ook te Amsterdam. De datum staat allang in mijn agenda. In verband met de ‘raketterende’ coronacijfers, zie ik er een beetje tegenop om mee te lopen in een demonstratie, dus bedenk ik een list… Ik maak er een dagje Amsterdam van en ik zorg ervoor dat ik het einde van de demonstratie meemaak die plaatsvindt in het Westerpark.
Dat geeft mij de gelegenheid om een deel van onze hoofdstad te verkennen dat ik niet ken én een bezoek te brengen aan een museum dat reeds lange tijd op mijn verlanglijstje staat… Ik bedoel het stukje Amsterdam dat je vanuit de trein ziet als je tussen Amsterdam Sloterdijk en Amsterdam Centraal reist. Op de kaart heet het daar de Westelijke Eilanden en de Spaarndammerbuurt. En het museum is Het Schip.
Ik stal mijn fiets in de stalling bij station Alkmaar Noord, een station dat onlangs volledig herbouwd is en nu nóg tochtiger blijkt te zijn dan voorheen, iets wat ik eerlijk gezegd niet voor mogelijk had gehouden… Al gauw komt er een trein aan en die brengt me naar Amsterdam CS. De rustige coupé waarin ik ben gaan zitten, vult zich verder in elk station waar de trein stopt. Er zijn al demonstranten aan boord! Ik ben blij als we zijn gearriveerd, ik het station uit ben gelopen en het mondkapje af kan. Ik sta aan de oevers van het IJ en geniet van de frisse lucht die van over het water komt aanwaaien. Veerboten varen af en aan. Aan de overkant, op Noord zeggen ze geloof ik, is het Eye Filmmuseum een echte blikvanger.
Ik verlaat het station en loop in westelijke richting langs het water (De Ruijterkade). Voorbij de veerboten passeer ik een fietsenstalling: één fiets trekt onweerstaanbaar de aandacht… Zoiets zie je waarschijnlijk alleen maar in een grote Nederlandse stad als Amsterdam. Op straat zal de berijder – waarschijnlijk een dame maar dat weet je natuurlijk niet zeker – vast heel veel bekijks hebben.
Ik volg de kade tot de weg een bocht naar links maakt; ik kom langs de voormalige sluizen die naar het Westerdok voeren. Van oude architectuur is hier weinig te bespeuren, het is modern en eigentijds wat de klok slaat… Sommige gebouwen zijn echte eye catchers, andere ogen wat gewoontjes of zelfs saai. Boven op een oude draaibrug is een ‘glazen doos’ gebouwd: ze huisvest een restaurant. Creatieve geesten gebruiken elk stukje van de stad waar iets te bouwen valt! Ik mis hier wel aandacht voor groenbeleving…
Ik loop over de Westerdokskade die onder het spoor doorgaat. Boven mijn hoofd liggen zeker 8 à 10 sporen naast elkaar! Dit is architectuur en techniek uit een heel andere tijd!
Ik kom uit op de Haarlemmer Houttuinen. Hier heerst een volkomen andere sfeer, ben je opeens in de oude stad. Er staan mooie 17de eeuwse huizen. Ik steek de Prinsengracht over en keer meteen terug, weer het spoor onderdoor om uit te komen op de Westelijke Eilanden.
Met aan mijn rechterhand het Westerdok, loop ik het Bickerseiland op. Ik heb ooit een roman gelezen die zich afspeelt op deze plek in Amsterdam, maar verdorie, mijn geheugen laat me volkomen in de steek, ik weet alleen nog dat ik het een sfeervol, mooi boek vond en dat in de titel het woord zondag voorkomt…
Via de Grote en de Kleine Bickersstraat kom ik op het Prinseneiland. Hier staan schitterende pakhuizen, prachtig gerestaureerd en omgetoverd tot – fraaie, zo beeld ik mij in – appartementen. Het voelt op deze grijze, soms wat druilerige zaterdagochtend als een dorp: zo rustig, zo stil.
De Galgenstraat steekt de Prinseilandsgracht over. Ik ga meteen rechtsaf, blijf langs het water lopen. Oud en nieuw staan hier redelijk broederlijk en in acceptabele harmonie naast en door elkaar. Een hoog gebouw trekt al enige tijd opdringerig de aandacht: het steekt overal bovenuit. Dit markante gebouw heet Pontsteiger en is gebouwd bij de Pontsteiger. Je kunt er luxe appartementen huren en er zit een hotel in. Vast niet gericht op de beurs van een arme onderwijzer…
Op het Zoutkeetsplein staat een leuk kunstwerkje. Het is van de hand van ene Merijn Bolink en is in 2005 op het plein geplaatst, toen dat was gerenoveerd. Er vallen een paar dingen meteen op: het gaat om drie totaal verschillende apen (diersoort, materiaal, grootte), ze hangen aan/tegen de tafel en de gelaatsuitdrukking is zeer menselijk en dus herkenbaar… de verveling spat eraf! En dat die drie apen dan aan een tafel op een plein hangen – geweldig, humor!
Ik volg de Houtmankade en voor mij torent het gebouw Pontsteiger weer boven alles uit. Van hieruit zie je goed hoe het gebouw in mekaar steekt…
Ik nader mijn doel: museum ’t Schip. Ik schiet de Nova Zemblastraat in waar naast nieuwbouw ook flats staan die ik in de 20’er à 30’er jaren van de 20ste eeuw plaats… Ze doen me denken aan villaatjes van kort na de eeuwwisseling, die je her en der in het Gooi treft.
Ik moet ook nog door een buurtje met opvallend veel nieuwbouw. Er is gebruik gemaakt van een lichte steen, overal is water en langs het water is groen aangeplant: een buitengewoon prettig wijkje! Ik steek de Spaarndammerstraat over – weer zo’n gezellige straat met kroegen en winkels – en arriveer in de Zaanstraat, die parallel loopt met de spoorbaan. Aan de andere kant van het spoorwegtalud ligt het Westerpark. Op de hoek van de Zaanstraat en de Polanenstraat staat een voormalig gemeentelijk badhuis, voorzien van drie ingangen: voor de vrouwen, voor de mannen, voor de kinderen.
Voorbij het badhuis staat weer een hele rij nieuwbouw en dan… BAM! WOW! Volkshuisvesting onder architectuur van de Amsterdamse School… Michel de Klerk, gebouwd in 1913-1914!
Prachtige flatgebouwen staan om het parkachtig Spaarndammerplantsoen. Hier wil ik wel wonen, geloof ik, al heb ik er geen idee van hoe de flatjes zelf eruit zien. Waarschijnlijk vrij klein… Ik sta nu vlakbij nog een ander sociaal woningbouwproject: in de volksmond heet dat Het Schip. Het is eveneens door Michel de Klerk ontworpen en is in roodoranje baksteen gebouwd. In de Oostzaanstraat stond in 1919 al een lagere school. Het Schip is daar omheen gebouwd. In 2016 is het schooltje opgeheven; de klaslokalen zijn omgetoverd tot een museum dat aandacht besteed aan de Amsterdamse School en aan de volkshuisvestingsprojecten in deze wijk. Het is kwart voor twaalf en ik stap het museum binnen.
Als we in Groot-Brittannië een vakantiehuisje huren, dan vinden we het altijd een pre als er in de omschrijving staat: “Walks from the doorstep“. Maar in zekere zin wonen wij ook wel zo groen dat we met enige creativiteit walks from the doorstep kunnen maken… Je proeft wel enige reserve… en dat heeft te maken met het feit dat ik wandelen associeer met onverhard. Ik houd er niet van om op asfalt te lopen… Vandaag maak ik een uitzondering. Geïnspireerd door een post op Facebook van een oud-collega, maak ik de Twee vlotbruggen wandeling. Jawel, from the doorstep.
Vanuit onze wijk loop ik over het bruggetje en pik de bewegwijzering van het Wandelnetwerk Noord-Holland op. Via het Rakpad en het Waterpaspad wandel ik naar de Kanaaldijk. Het is bijna half vier; na een stralende ochtend hadden we een regenachtige middag, en nu lijkt het wat droger te worden… Het drupt nog maar ten noorden van Alkmaar is blauwe lucht te zien!
Ik wandel niet graag langs het kanaal, zeker niet rond deze tijd. Het is druk op de N9 die aan de overkant loopt, en door het natte wegdek maakt het verkeer extra veel lawaai, wat ook nog eens komt aanwaaien met de noordwestenwind. De Gouden Engel leidt de aandacht af. Wat een mooie molen is dat toch – en wat leuk dat de molenaar en zijn vrouw onze buren zijn! Op de plek waar de huidige molen staat, stond lang geleden ook een molen: De Koe. Die is in 1930 gesloopt toen de bedrijvigheid zich al eerder had verplaatst naar de iets verderop gelegen maalderij. De erven Bos hebben ervoor gezorgd dat Koedijk weer een eigen korenmolen kreeg. De naam De Gouden Engel is ontleend aan het traditionele Koedijker Sinterklaasfeest, het Gouden Engelfeest, dat op 31 december werd gevierd.
Ik loop verder. De meeste huizen aan de dijk staan er wel langer dan vandaag, al zijn er heel wat die de afgelopen jaren zijn opgeknapt, uitgebouwd of zelfs compleet zijn afgebroken en herbouwd… Op de plek waar het Daalmeerpad uitkomt op de Kanaaldijk (Kerkelaan), staat het voormalige raadhuis, nu kantoor- en woonruimte.
Ik loop de Kerkelaan even op… Daar staat het houten kerkje van Koedijk. Het doet geen dienst meer als kerk en is onlangs verkocht. Ik heb geen idee wie het bijzondere gebouwtje heeft verworven en wat de nieuwe bestemming wordt… Naast het kerkje staat een stalen klokkentoren. En bovenop die toren valt mijn oog op… twee vergulde duiven! Zij horen bij de 24 vergulde duiven die de Friesebrug sierden. Omdat die steeds werden gejat, zijn de vergulde duiven vervangen door ijzeren duiven en verspreid over de stad. Twee van hen zitten dus hier. Ook op de bibliotheek bij De Mare zit er een (of twee?). Een leuk idee om die vergulde duiven te ‘verstoppen’ in de stad! Een vriendin van me schreef er onlangs over op haar weblog.
Ik loop verder langs het kanaal tot ik bij de Sportlaan kom, daar ga ik rechtsaf, Koedijk in. Ik kom langs obs De Zandloper, de Koedijker dorpsschool waar ik lang geleden aanschoof voor vergaderingen van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) – ik werkte toen op obs De Griffel, die – nu alweer 20 jaar geleden – werd gesloten… De toenmalige directeur van De Griffel, Rob Los, werd directeur op De Zandloper… Zo is er een bescheiden link tussen deze dorpsschool, die mooi in het groen staat, en mijn persoon.
Ik loop om de school heen, passeer langs wijkcentrum De Rietschoot en aan de andere kant ervan kom ik via een bruggetje in de Burgemeester W. Kooimanstraat. Dit is de Oostwijk van Koedijk waar de laatste tijd nogal wat over te doen is geweest. De 30 woningen in dit straatje zijn de eerste sociale huurwoningen van Koedijk die dankzij de Woningwet van 1901 door de in 1919 opgerichte woningbouwvereniging Koedijk konden worden gebouwd. Inmiddels zijn het ook de laatste vooroorlogse volkswoningen in Koedijk. De huidige eigenaar, de koloswoningbouwvereniging Woonwaard, wil de huisjes slopen, maar dat is tegen het zere been van de bewoners van Oostwijk. Inmiddels zijn de sloopplannen opgeschort. De Historische Vereniging Koedijk, de Historische Vereniging Alkmaar en de Erfgoedvereniging Bond Heemschut hebben een verzoek ingediend om de 30 woningen in Oostwijk aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht en/of om een aantal huizen in de Burgemeester W. Kooimanstraat als gemeentelijk monument aan te wijzen. Eerlijk gezegd zien de huisjes er best onderkomen uit: Woonwaard heeft ze behoorlijk verwaarloosd! Ik begrijp goed dat de bewoners strijden voor hun wijk: hier schijnt een kleine, hechte gemeenschap te wonen en met de sloop van zo’n wijkje wordt ook zo’n gemeenschap gesloopt…
Ik moet nu het Noordhollandsch Kanaal over. Normaal kun je dat met de (moderne) Rekervlotbrug, maar die is twee jaar geleden aangevaren. Er gaat nu tussen beide oevers tijdelijk een pontje voor fietsers en voetgangers heen en weer…
Aan de overkant loop ik onder de N9 en de parallelweg door en loop de polder in. Eindelijk gras onder mijn zolen! Het gras is goed nat en binnen de kortste keren voel ik andermaal het water in mijn schoenen sijpelen. Ik neem me voor die schoenen thuis goed te drogen en dan weer eens stevig in te vetten!
Het fietspad en het grasdijkje ernaast lopen weg van de N9. Gaandeweg maakt het geraas van het verkeer plaats voor de rust van het platteland… een verademing! Het fietspad komt uit op de Baakmeerdijk, die ik oploop richting Bergen. Ik passeer ’t Baken, een heel smaakvol verbouwde hoeve…
Voorbij de boerderij van Ger, waar je in een winkeltje bij de boerderij verse melk kunt kopen (alsook vla, hangop, chocolademelk, kaas enz.), ga ik linksaf. En weer voel ik het gras onder mijn zolen. En het water mijn schoenen binnen sijpelen… Maar dat is niet erg – ik heb er veel voor over om onverhard te lopen! Ik ben nu in de Zuurvenspolder… Wegens duisternis en slecht weer is het er al een hele tijd niet van gekomen om hier ’s morgens vroeg met buurman Theo een rondje te lopen.
De schemering valt… In de polder is het stil, ik ben de enige wandelaar. Wel staan er – kletsnatte – koeien in het weiland en verderop grazen IJslandse paarden.
Ik ben net voorbij de paarden, als ik luid gehinnik hoor. Ik kijk om. Twee dieren staan met hun konten tegen mekaar. Die twee hebben ruzie. Ze duwen en ze trappen er flink op los, ik zou er niet graag tussen staan, het gaat er hard aan toe! Een ander geluid trekt mijn aandacht: geratel. De eigenaresse van de paarden loopt over het graspad en trekt een rolcontainer met voer voor de paarden achter zich aan. De ruziemakers zijn afgeleid… Voor mij uit vliegt een schim op van een paaltje: een valkje! Het is té donker om een foto te maken…
Het pad komt uit op de Oosterdijk. Ik ga rechtsaf, richting de Kogendijk. Ik ontwaar beweging in de lucht: grote groepen spreeuwen vliegen over, richting de Kleimeer waar ze in het riet zullen overnachten…
Aan de Oosterdijk staat een charmant huisje, niet eens zo oud. Er woonde een eenzame man die schapen hield. Ik heb ‘m al jaren niet meer gezien. Het huisje staat er nog altijd bij alsof hij elke dag kan terugkeren, maar ik heb ook al opgemerkt dat er soms paardentrailers staan. Nu ik langs loop, staat er een vrachtwagen voor paardenvervoer en meerdere auto’s, sommige met een paardentrailer. Aan de overkant van het dijkje zie ik dat er een paardenbak is aangelegd… Het lijkt erop dat de paarden de koeien aan ’t verdrijven zijn uit deze polders… Er is waarschijnlijk meer geld met paarden te verdienen dan met koeien!?
Het is donker als ik ons wijkje weer inloop. Ik stap ons warme, gezellige huis binnen. De natte schoenen zet ik op een warm plekje om te drogen. Boven trek ik mijn doorweekte sokken uit en was mijn voeten. Droge sokken en pantoffels aan, naar beneden, en een biertje open… Het leven is mooi!
Dinsdagochtend, en ik heb zin om erop te gaan. Gisteren was het mooi en zonnig weer maar kwam het er niet van om een flinke wandeling te maken, administratief gedoe hielden me gekluisterd aan de pc en aan de telefoon. Vrouwlief is nog steeds ziek, dus ik ga weer alleen op pad. Ik kies duiningang Diederik als startplaats; dit parkeerterrein ligt tussen Egmond Binnen en Bakkum Noord. Het bos is hier aardig gevarieerd en dus geschikt voor een herfstrondje. Uiteindelijk loop ik ongeveer 5 km. Het voornemen om niet al te vaak op de knieën te gaan voor paddenstoelen, sneuvelt al vrij gauw. Ter compensatie besluit ik elk paadje dat ik niet (goed) ken, in te slaan. En zo wordt het een verrassende wandeling door herfstig bos, over mooie, vaak kronkelende bospaden… en met een aardige paddenstoelenfoto-opbrengst. Geen woord aan toe te voegen, ik laat de beelden spreken!
Een tijdje geleden las ik voor het eerst een boek van Robbert Welagen: Antoinette. Ik vond het een mooi verhaal, goed geschreven, heel sfeervol, een beetje unheimisch. Dus koos ik in de bibliotheek opnieuw voor een Welagen… Het werd Porta Romana. Waarom ik nou net die titel koos, kan ik me niet meer herinneren.
Laat ik beginnen met een Volkskrant recensent die over een ander boek van Welagen (Philippes middagen) het volgende meldt: “Welagen laat zich kennen als de verteller die schrijft als een schilder, of beter, als grafisch kunstenaar. Zijn voorkeur ligt niet bij de kwast. Een verftoets is hem te emotioneel, te persoonlijk. Afstandelijkheid, verlatenheid, kilte; dát wil Welagen verbeelden. Het is hem opnieuw goed gelukt.“
Deze recensie is achterin Porta Nigra opgenomen – met als doel, veronderstel ik, de lezer aan te sporen of te verleiden nog meer boeken van Welagen te lezen. De recensent eindigt immers positief: “Het is hem opnieuw goed gelukt.”
Welnu, ik moest terwijl ik las, doorlopend óók aan een schilder denken. Aan een bepaalde schilder zelfs… namelijk aan Carel Willink, een Nederlands kunstschilder die wordt beschouwd als de belangrijkste schilder van het magisch realisme, een schilderstijl die een vervreemdende sfeer schept. De voorstellingen ogen reëel, maar zijn uitsluitend mogelijk in de fantasie. Dat magisch-realistisch sfeertje past helemaal bij de boeken van Welagen. In Porta Romana echter vond ik het nogal irritant.
Het boek verhaalt over een man die door een val zijn geheugen verliest en op zoek gaat naar herinneringen; op zich een aardig gegeven, lijkt me. Nauwgezet, niet gespeend van afstandelijkheid, plaatst Robbert Welagen opeenvolgende irrealistische gebeurtenissen in een realistische setting (Florence en Rome). Het verhaal heeft me echter niet gegrepen, kreeg me niet te pakken. Daar waar Antoinette me intrigeerde, boeide… doet Porta Romana weinig tot niets bij me. Het is dat het boek slechts 150 bladzijden telt en dat ik uiteindelijk wel wil weten hoe het afloopt, dat ik dit boek heb uitgelezen. Voor mij voorlopig geen boeken van Robbert Welagen meer. Wel blijf ik Antoinette koesteren.
Het is een regenachtige zaterdag, en wat kan een mens dan zoal doen!? Nou…!? Een cake bakken? Een stoofpotje bereiden? Op de PC de digitale chaos ordenen? In een lekker boek duiken? Ik kies voor een stevige wandeling. Een boswandeling, want daar heb ik echt zin in. Vrouwlief is snipverkouden, ik ga dus alleen. Net als gisteren parkeer ik de auto op de grote parkeerplaats aan het begin van de Zeeweg: duiningang Uilenvangersweg. Het wordt een wandeling van 9,8 km. Ik doe er een kleine drie uur over.
Het is bijna half drie en de wolken hangen nog steeds zwaar en loodgrijs boven de duinen. Het regent af en toe even door, maar er valt vooral miezer. Onder de bomen plenst het soms… als er een windvlaag passeert! Ik loop het parkeerterrein af en steek het fietspad over, waar een smal kronkelend pad vertrekt. Ik duik de bossen in en kom er deze middag bijna niet meer uit… Er staan meer paddenstoelen dan de vorige dagen. Wat de herfstkleuren betreft, die variëren. Sommige stukken bos zijn al helemaal in herfsttooi terwijl andere er nog bijna zomers groen uitzien. Nou ja… dat is wel wat overdreven, want overal zie je wel sporen van de herfst!
Dit pad nemen we meestal als we hier gaan wandelen. Na een paar honderd meter kom je op een plek waar het pad het tracé kruist van het voormalige spoorlijntje van Alkmaar naar Bergen aan Zee. Gewoonlijk gaan we hier linksaf maar deze keer loop ik rechtdoor, over de Slangelaan. Het pad loopt een tijd parallel met de oude spoorbaan, kruist ze dan, en gaat het Bergerbos in. Af en toe kom ik iemand tegen, maar ik heb een vermoeden dat het dieper in het duin lekker rustig gaat zijn…
De Slangelaan doet haar naam eer aan: ze slingert door het bos. Op een gegeven moment zie ik een paadje naar links gaan en dat sla ik in. Ik merk dat ik aan de bosrand kom te lopen. Het pad daalt en stijgt en is erg zanderig. Ik steek een open plek over en via een hek loop ik het Noord-Hollands Duingebied weer in, richting de meertjes.
Ik geniet van het regenachtige weer. Het regent niet zó hard dat ik een capuchon op moet. Ik merk wel dat ik te warm ben gekleed… ondanks het feit dat ik met mijn jas open loop. Ik minder vaart, begin meer rond te kijken.
Vanaf de meertjes loopt het pad parallel met de grens tussen het PWN-gebied en de Schoorlse Duinen, die door Staatsbosbeheer worden beheerd. Mijn route maakt een slinger en ik loop nu een tijdje óp die grens. Het pad is smal en gaat afwisselend door bos en door heide. Op een gegeven moment sla ik rechtsaf. Langs deze bosweg staan tamme kastanjebomen en beuken: majestueus bos! Ik moet denken aan het boek dat ik aan het lezen ben: Tot in de hemel, geschreven door Richard Powers. Dat is een roman waarin bomen een hoofdrol spelen…
De bosweg komt uit op het fietspad (Blijdensteinsweg) van Bergen (Duinvermaak) naar Bergen aan Zee. Ik loop rechtdoor en volg nu gedurende een paar honderd meter de Julianalaan, ook een fietspad. Ik overweeg of ik zal doorlopen tot bij de Berenkuil (een knappend haardvuur en een bockbiertje lonken…) – maar dat vind ik te ver voor vanmiddag, dus bij de eerste gelegenheid ga ik linksaf, het Rozenlaantje in, dat naar de Mariavlakte voert.
Ik weet dat hier een bankje staat. Ik eet een handjevol pinda’s en drink een slok water. En ik trek mijn sweater uit: met wat geprop past die nog net in mijn te kleine rugzakje… Na een korte rustpauze loop ik verder, terug naar de Blijdensteinsweg, die ik opnieuw oversteek. Het pad waar ik nu op loop heet de Doodweg – past goed bij Halloween, haha! Waar de Doodweg naar links buigt, ga ik rechtsaf. Het smalle paadje volgt hier weer de grens tussen het Berger en het Schoorls duingebied.
Na een tijdje passeer ik een hekje en bevind ik me opnieuw in het PWN-gebied. Ik blijf parallel lopen aan de duingrens richting het koepeltje van Thabor. Ik dacht altijd dat dit een drenkplaats voor paarden was, maar sinds gisteren ben ik wat preciezer geïnformeerd: in het ‘koepeltje van Thabor’ zat een pompinstallatie verstopt om grondwater omhoog te halen – jawel, om paarden te drenken! Wiens paarden? Die van de Duitsers! De hele kuststrook werd vanaf medio 1942 Sperrgebiet. De soldaten patrouilleerden te voet en te paard, en die paarden hadden water nodig… (En de soldaten waarschijnlijk ook!)
Het koepeltje laat ik vandaag rechts liggen, ik loop er bovenlangs. Het pad loopt door een uitgestrekt naaldbos. De bodem is bedekt met letterlijk honderdduizenden kleine grijze paddenstoeltjes (zie onderstaande foto, linksonder)! Eerst valt het niet op, maar als je het eenmaal hebt opgemerkt, valt je mond open!
Eenmaal uit het bos daalt het pad af en ten slotte kruis ik weer een fietspad (Helmweg). Ik loop met een brede bocht onder huize Glory door: hier wandelden we maandag ook! Ik volg de weg die we toen ook liepen… en omstreeks half zes ben ik terug bij de auto.
Daarstraks, toen ik even pauzeerde, was het droog en zag ik zelfs wat blauw in de lucht. Nu is het weer helemaal dichtgewolkt en het miezert zelfs een beetje. Het is donker in het bos. Het is vijf uur en je merkt dat de schemering eraan zit te komen. Ik realiseer me dat we morgen de klok een uur terugzetten. Dan is het uit met tot zes uur, half zeven buiten zijn…
Zoals ik aan het begin van mijn verhaal al aangaf, heb ik de indruk dat er meer paddenstoelen waren dan de vorige dagen – en ook meer soorten. Hieronder nog twee kwartetjes… ter afsluiting.
De schrijver van het boek De Midaksteeg heet Nagieb Mahfoez. Hij is geboren in 1911 en overleed in 2006. Beide te Caïro. Mahfoez is de eerste (en vooralsnog enige) Arabische auteur die de Nobelprijs voor Literatuur ontving – en hij kreeg ‘m vanwege zijn hele oeuvre. Wil je wat meer weten over deze schrijver, kijk dan op Wikipedia.
Ik las dus zijn boek De Midaksteeg. Het boek is gepubliceerd in 1947, net na de Tweede Wereldoorlog, en het is Mahfoez’ tweede roman. Pas in 2011 kwam er een Nederlandse vertaling op de markt, 23 jaar nadat hij de Nobelprijs won… Vele van zijn andere boeken werden al wel eerder vertaald… Voor mij was De Midaksteeg een kennismaking met het werk van deze Egyptische auteur – een kennismaking die naar meer smaakt.
Het boek speelt zich af tegen de achtergrond van WO II, in een vrij armoedige, typische steeg in het hart van Caïro. Veldslagen en andere oorlogstoestanden zijn veraf, maar uiteraard deelt Caïro toch in de ellende die een oorlog met zich meebrengt. In de miljoenenstad echter gaat het leven zo goed en zo kwaad als dat gaat zijn gangetje. We maken kennis met de bewoners van de Midaksteeg en die worden best schilderachtig geportretteerd… Zo is er de jonge kapper Abbaas al-Hilw, die verliefd is op de knappe Hamieda, die echter ook wordt begeerd door Saliem Alwaan, de eigenaar van de handelsfirma die in de steeg is gevestigd. Er is de oude weduwe Affiefi die graag wil hertrouwen en daarbij wordt geholpen door Oemm Hamieda, koppelaarster van beroep en stiefmoeder van de jonge Hamieda. Meester Kirsja runt een koffiehuis maar zit vooral achter jonge jongens en hasjiesj aan… Dokter Boesji is een tandarts zonder diploma die op duistere wijze aan valse tanden en zelfs gouden gebitten komt, daarbij wel eens geholpen door Zita, gebrekenmaker van beroep en wonend in een bouwvallige schuur achter de bakkerij van Ga’da en zijn vrouw Housniyya, die thuis de plak zwaait.
We maken met deze en nog een aantal andere figuren kennis. Ze hebben allemaal hun mooie kanten en hun gebreken. Het leven in de steeg gaat onverstoorbaar verder, ondanks de voorvallen die zich voordoen en echt wel gevolgen hebben voor bepaalde bewoners. Ziekte, dood, ellende maar ook een verkiezingsfeest, het aanvatten van de tocht naar Mekka of een huwelijk… alles wordt met plezier, afgrijzen, verdriet, ontzetting, afgunst of cynisme besproken in het koffiehuis van meester Kirsja… En ‘alle rimpels worden vervolgens gladgestreken en de Middaksteeg vervalt weer tot zijn oude deugd: het vermogen om je nergens druk om te maken en alles te vergeten’.
Ik heb ontzettend genoten van dit boek. Het was een van de boeken die in ons leesclubje op tafel kwam, maar niet werd gekozen. Omdat het mij wel aansprak, bestelde ik het bij de bibliotheek, en daar heb ik dus geen spijt van. Ik genoot van het verhaal, van de mensen van wie je gaat houden ondanks al hun tekortkomingen – en van de taal. Over het taalgebruik kan ik natuurlijk geen zinnig woord zeggen want ik heb geen verstand van Arabische literatuur, maar ik heb de indruk dat de vertaling beter zou kunnen… Dat staat echter het genieten niet in de weg! ⭐⭐⭐⭐
Het is zaterdag en vanavond hebben we een feestje in Emmeloord. Omdat heen en weer naar Emmeloord best een end rijden is, hebben we besloten om er een dagje uit van te maken. We hebben het plan opgevat om Schokland eens te bezoeken… We beginnen met een wandeling door het Schokkerbos naar de Vluchthaven, en eindigen met een bezoek aan de kunst- en poëzieroute Dichter op het water. Maar we brengen tussendoor ook nog een bezoek aan Museum Schokland. Zeer de moeite waard.
Het museum bestaat uit twee afdelingen: een buitenmuseum (de kerk en enkele gebouwen die de illusie van een houten dorp moeten oproepen) en een binnenmuseum. Dat laatste is vrij traditioneel opgebouwd maar is zo ingericht dat ik er met plezier doorheen loop en de informatie goed in me kan opnemen. Dat is in het Bezoekerscentrum bij de Gesteentetuin toch anders: daar zijn in een beperkte ruimte héél veel informatie en voorwerpen samengepropt, zeg ik maar oneerbiedig. In Museum Schokland zijn er minder voorwerpen (vondsten, schilderijen, …) en teksten wat een rustiger beeld geeft en – mij in elk geval – meer uitnodigt tot het nemen van de tijd om alles te lezen en te bekijken.
Op deze foto is de voormalige Vluchthaven van Emmeloord te zien…
Als we alles bekeken hebben en we weer naar buiten stappen, schijnt de zon! Na een sombere, kille ochtend is het heerlijk om de warmte op onze gezichten te voelen. De wereld ziet er opeens een stuk vrolijker uit… We nemen de tijd om buiten rond te lopen. De kerk is natuurlijk de blikvanger, maar er staan ook mooie beelden. Sommige staan er permanent, andere tijdelijk – laat ik eraan toevoegen: dat is althans mijn indruk, ik vind er nergens informatie over…
Deze kerk is gebouwd na de watersnoodramp van 1825. De oorspronkelijke 18de-eeuwse kerk werd tijdens de storm zwaar beschadigd. Moet je nagaan hoe hoog het water kwam, en met welk een geweld, de kerk staat echt metershoog boven het zeeniveau!
We lopen eerst een tijdje rond bovenop de Middelterp. Daarna gaan we via een trap ‘het water in’. Hier wordt pas echt duidelijk hoe hoog deze terp was, die voor een groot deel tegen het beukende water werd beschermd door een houten palissade. De planken van oorspronkelijke palissade werd in de Tweede Wereldoorlog na de drooglegging van de Noordoostpolder (1942) gebruikt voor het aanleggen van noodbruggen e.d.
Op een muur (bovenop de terp) vinden we de data en de bijbehorende waterpeilen terug van twee stormen die de geschiedenis van de dorpjes en steden rond en de eilanden in de Zuiderzee mede hebben bepaald… Lydia Rood schreef met De stem van het water een prachtig jeugdboek over de watersnoodramp van 1916; zij vertelt het dramatische verhaal van Marken, een van die andere kleine, kwetsbare eilandjes in de verraderlijke Zuiderzee…Op deze gereconstrueerde zeewering zijn kleurige zeedieren aangebracht. Ook zie je er aangegeven hoe hoog in bepaalde jaren de zee kwam…Deze neushoorn staat er niet toevallig… Ooit was het in onze regionen zo warm dat dit soort dieren hier leefden! Ik kan me daar niets bij voorstellen maar goedgelovig als ik ben, neem ik deze informatie klakkeloos en met plezier voor waar aan.Ik betwijfel of dit een schokker is, het type botter waarmee de Schokkers de Zuiderzee bevisten. Maar het zou natuurlijk wel kunnen. Het is in elk geval een prachtige boot die daar aangespoeld op het poldergras ligt… De stenen die er omheen liggen zouden heel goed ballaststenen kunnen zijn, die ter verzwaring werden gebruikt om schepen stabieler te maken.
Als we uitgekeken zijn, zetten we ons bezoek verder in de weilanden waar die leuke kunst- en poëzieroute is uitgezet. De zon verdwijnt achter een dik pak wolken dat vanuit het westen komt aanstormen. We stappen in onze bolide en rijden naar… nee, niet zoals voorgenomen naar Kampen, want de weg is afgezet en het zou heel wat kilometertjes omrijden betekenen als we ons plan willen doorzetten! Dan maar naar Vollenhove gereden, eveneens een voormalig Zuiderzeestadje dat nog wél een haven heeft, zij het voor de pleziervaart… Hier eten we een hapje alvorens we ons door de duisternis naar Emmeloord reppen, het doel van onze reis…
ze staat bij ons in de gang elke ochtend licht ik haar deksel en stort vuilgoed in het schier bodemloze duister van haar schacht
waarin onderbroeken, sokken, T-shirts, sweaters, kortom al het gedragene verdwijnen
om enkele dagen later op te duiken in die andere wasmand de rechthoekige op mijn bed met daarin het briefje waarop staat leg jij je kleren weer netjes in de kast