Het is een regenachtige zaterdag, en wat kan een mens dan zoal doen!? Nou…!? Een cake bakken? Een stoofpotje bereiden? Op de PC de digitale chaos ordenen? In een lekker boek duiken? Ik kies voor een stevige wandeling. Een boswandeling, want daar heb ik echt zin in. Vrouwlief is snipverkouden, ik ga dus alleen. Net als gisteren parkeer ik de auto op de grote parkeerplaats aan het begin van de Zeeweg: duiningang Uilenvangersweg. Het wordt een wandeling van 9,8 km. Ik doe er een kleine drie uur over.

Het is bijna half drie en de wolken hangen nog steeds zwaar en loodgrijs boven de duinen. Het regent af en toe even door, maar er valt vooral miezer. Onder de bomen plenst het soms… als er een windvlaag passeert! Ik loop het parkeerterrein af en steek het fietspad over, waar een smal kronkelend pad vertrekt. Ik duik de bossen in en kom er deze middag bijna niet meer uit… Er staan meer paddenstoelen dan de vorige dagen. Wat de herfstkleuren betreft, die variëren. Sommige stukken bos zijn al helemaal in herfsttooi terwijl andere er nog bijna zomers groen uitzien. Nou ja… dat is wel wat overdreven, want overal zie je wel sporen van de herfst!

Dit pad nemen we meestal als we hier gaan wandelen. Na een paar honderd meter kom je op een plek waar het pad het tracé kruist van het voormalige spoorlijntje van Alkmaar naar Bergen aan Zee. Gewoonlijk gaan we hier linksaf maar deze keer loop ik rechtdoor, over de Slangelaan. Het pad loopt een tijd parallel met de oude spoorbaan, kruist ze dan, en gaat het Bergerbos in. Af en toe kom ik iemand tegen, maar ik heb een vermoeden dat het dieper in het duin lekker rustig gaat zijn…


De Slangelaan doet haar naam eer aan: ze slingert door het bos. Op een gegeven moment zie ik een paadje naar links gaan en dat sla ik in. Ik merk dat ik aan de bosrand kom te lopen. Het pad daalt en stijgt en is erg zanderig. Ik steek een open plek over en via een hek loop ik het Noord-Hollands Duingebied weer in, richting de meertjes.



Ik geniet van het regenachtige weer. Het regent niet zó hard dat ik een capuchon op moet. Ik merk wel dat ik te warm ben gekleed… ondanks het feit dat ik met mijn jas open loop. Ik minder vaart, begin meer rond te kijken.

Vanaf de meertjes loopt het pad parallel met de grens tussen het PWN-gebied en de Schoorlse Duinen, die door Staatsbosbeheer worden beheerd. Mijn route maakt een slinger en ik loop nu een tijdje óp die grens. Het pad is smal en gaat afwisselend door bos en door heide. Op een gegeven moment sla ik rechtsaf. Langs deze bosweg staan tamme kastanjebomen en beuken: majestueus bos! Ik moet denken aan het boek dat ik aan het lezen ben: Tot in de hemel, geschreven door Richard Powers. Dat is een roman waarin bomen een hoofdrol spelen…

De bosweg komt uit op het fietspad (Blijdensteinsweg) van Bergen (Duinvermaak) naar Bergen aan Zee. Ik loop rechtdoor en volg nu gedurende een paar honderd meter de Julianalaan, ook een fietspad. Ik overweeg of ik zal doorlopen tot bij de Berenkuil (een knappend haardvuur en een bockbiertje lonken…) – maar dat vind ik te ver voor vanmiddag, dus bij de eerste gelegenheid ga ik linksaf, het Rozenlaantje in, dat naar de Mariavlakte voert.


Ik weet dat hier een bankje staat. Ik eet een handjevol pinda’s en drink een slok water. En ik trek mijn sweater uit: met wat geprop past die nog net in mijn te kleine rugzakje… Na een korte rustpauze loop ik verder, terug naar de Blijdensteinsweg, die ik opnieuw oversteek. Het pad waar ik nu op loop heet de Doodweg – past goed bij Halloween, haha! Waar de Doodweg naar links buigt, ga ik rechtsaf. Het smalle paadje volgt hier weer de grens tussen het Berger en het Schoorls duingebied.


Na een tijdje passeer ik een hekje en bevind ik me opnieuw in het PWN-gebied. Ik blijf parallel lopen aan de duingrens richting het koepeltje van Thabor. Ik dacht altijd dat dit een drenkplaats voor paarden was, maar sinds gisteren ben ik wat preciezer geïnformeerd: in het ‘koepeltje van Thabor’ zat een pompinstallatie verstopt om grondwater omhoog te halen – jawel, om paarden te drenken! Wiens paarden? Die van de Duitsers! De hele kuststrook werd vanaf medio 1942 Sperrgebiet. De soldaten patrouilleerden te voet en te paard, en die paarden hadden water nodig… (En de soldaten waarschijnlijk ook!)

Het koepeltje laat ik vandaag rechts liggen, ik loop er bovenlangs. Het pad loopt door een uitgestrekt naaldbos. De bodem is bedekt met letterlijk honderdduizenden kleine grijze paddenstoeltjes (zie onderstaande foto, linksonder)! Eerst valt het niet op, maar als je het eenmaal hebt opgemerkt, valt je mond open!

Eenmaal uit het bos daalt het pad af en ten slotte kruis ik weer een fietspad (Helmweg). Ik loop met een brede bocht onder huize Glory door: hier wandelden we maandag ook! Ik volg de weg die we toen ook liepen… en omstreeks half zes ben ik terug bij de auto.


Daarstraks, toen ik even pauzeerde, was het droog en zag ik zelfs wat blauw in de lucht. Nu is het weer helemaal dichtgewolkt en het miezert zelfs een beetje. Het is donker in het bos. Het is vijf uur en je merkt dat de schemering eraan zit te komen. Ik realiseer me dat we morgen de klok een uur terugzetten. Dan is het uit met tot zes uur, half zeven buiten zijn…

Zoals ik aan het begin van mijn verhaal al aangaf, heb ik de indruk dat er meer paddenstoelen waren dan de vorige dagen – en ook meer soorten. Hieronder nog twee kwartetjes… ter afsluiting.


Hee Richard Powers, ik ga beginnen aan zijn boek “Verwilderd”.
Leuk! Dat boek ken ik nog niet, houd me aanbevolen voor een eventuele aanbeveling!