Een nieuw sociaal contract

Ik denk dat Pieter Omtzigt een van de bekendste en een van de weinige positief gewaardeerde politici is op dit moment. De goede man zit overspannen thuis en daar kan ik me, na het lezen van zijn boek Een nieuw sociaal contract echt wel iets bij voorstellen!

Over dit boek is genoeg geschreven… Alle kranten en nieuwssites hebben er aandacht aan besteed en voor zover ik kan zien, is er vooral bewondering voor het werk en de inzet van Pieter Omtzigt. Even googelen en je kunt je lol op!

Wat ik persoonlijk fijn vond aan het boek, is dat je Pieter Omtzigt beter leert kennen. In deel 1 laat hij zich interviewen door Welmoed Vlieger, filosoof en columnist, die op zoek gaat naar wie Pieter Omtzigt is en hoe hij gevormd is. Leuk en verhelderend om te lezen! Ik stond er versteld van wat die man al allemaal voor mekaar kreeg nog voordat hij bekend werd door het aan de kaak stellen van de misstanden bij de Belastingdienst (de toeslagenaffaire).

Zijn sporen verdiende hij onder meer met zijn werk in de Raad van Europa waar hij machtsmisbruik en corruptie blootlegde… Fantastisch werk! Omtzigts grote voorbeeld i professor Rudolph Cleveringa. Deze dappere rechtsgeleerde hield op 26 november 1940 een verzetsrede tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s. Daar waar de meesten in elk geval ogenschijnlijk accepteerden dat de Duitsers deden wat ze deden, en ervoor kozen om ondergronds tegen te werken, vond Cleveringa dat je je altijd moest uitspreken. Je moest te allen tijde ‘de goddelijke vlam der gerechtigheid’ voelen… Het is in die geest dat Pieter Omtzigt zijn werk doet.

Pieter Omtzigt is dus niet alleen in Nederland actief, ook op Europees vlak heeft hij zo zijn kritiek. Uiteindelijk streeft hij naar een goed werkende overheid en naar een relatie tussen bevolking en overheid die is gestoeld op wederzijds vertrouwen en menselijkheid. Als het CDA daarvoor zou staan, zou ik er misschien wel op stemmen!

Het boek leest als een spannende detective – op de delen 3 en 4 na. In deel 3 betoogt Omtzigt terecht dat we in Nederland veel te hoog op hebben met het maken van beleid vanuit allerlei modellen die een soort weergave zouden zijn van de werkelijkheid. De modellen worden tot de werkelijkheid verheven en daardoor geraakt de werkelijkheid uit het zicht… Inhoudelijk ben ik het 100% eens met zijn betoog, maar hij lardeert het m.i. teveel met voorbeelden waardoor het – voor mij althans – wat taai wordt. Deel 4 gaat over de toeslagenaffaire – daarover weet ik inmiddels genoeg en biedt het boek mij weinig nieuwe informatie… Wil je echter weten hoe Omtzicht en Leijten hebben moeten knokken om de toeslagenaffaire op de politieke agenda te krijgen, dan kun je dit hoofdstuk niet overslaan…

In deel 5 stelt Omtzigt vast – weer aan de hand van een aantal heldere voorbeelden – dat het toeslagenschandaal een aantal structurele fouten en wantoestanden blootlegt waarbij burgers steeds meer het gevoel hebben dat ze geen invloed hebben en dus vervreemden van de politiek. Een gevaarlijke ontwikkeling die m.i. brandstof levert voor de opkomst van populistische leiders als Wilders en Baudet. Een verwijzing naar de afhandeling van de aardbevingsproblematiek in Groningen is slechts één voorbeeld…

In deel 6 komt Omtzigt dan tot het formuleren van een aantal in mijn ogen zeer redelijke en waardevolle aanbevelingen en aandachtspunten die tot hoofddoel hebben het vertrouwen tussen bevolking en politiek te herstellen. In onze samenleving voelen gewone en arme mensen zich niet meer gehoord. Er is een smaldeel van de bevolking dat hoogopgeleid is en geen besef heeft van hoe het is om weinig te verdienen, in de WW of in de WAO te zitten, om te leven in een achterstandswijk enz. Dát smaldeel wordt beschermd door de manier van politiek bedrijven zoals we die kennen onder Mark Rutte maar zeker ook onder zijn voorgangers…

Als ultiem voorbeeld kijk ik met verbijstering terug hoe een Diederik Samsom – met alle goede intenties, daarvan ben ik overtuigd – toch verkeerde keuzes maakte en vervreemdde van zijn eigen achterban, waardoor de PvdA werd gedecimeerd… Hij had zich moeten uitspreken zoals Cleveringa dat deed… niet meedoen en de scherpe kantjes eraf halen, maar blijven staan voor je idealen en voor je achterban! De decimering van de PvdA is een aderlating voor het Nederlandse politieke bestel… De kiezers vluchtten massaal naar rechts-populistische partijen en deels ook naar SP en GL, twee partijen die m.i. nooit in staat zullen zijn om een groot kiezerspubliek achter zich te krijgen (alleen al omdat ze nu blijk geven graag ‘verantwoordelijkheid te willen nemen’ en dus mee willen regeren, waardoor ze dezelfde fout zullen begaan als Samsom). Het CDA dreigt dezelfde kant uit te gaan: verlies van contact met de achterban. Met het – begrijpelijke – vertrek van Pieter Omtzigt uit die partij, en met aan de kant van de landbouwers ook een eerste afsplitsing, gaat het vrijwel zeker die kant uit.

Dit boek MOET je gelezen hebben…

Geplaatst in Lezen, Persoonlijk | Plaats een reactie

Met een ommetje naar… de stad

Ik heb bij boekhandel Van der Meulen een fietsgids besteld en die ligt aan het eind van de middag voor me klaar… Dat betekent dat ik vandaag mijn trainingsrondje zo moet uitkienen dat ik eindig in het centrum van Alkmaar. Dan kun je in feite maar één kant uit: naar het zuidwesten, dus richting de duinen…

Ik vertrek zonder concreet plan, ik weet dat ik richting Castricum zal fietsen en dat de tocht 30 km (of iets langer) moet zijn in het kader van de opbouw naar dagtochten van 60 à 70 km. Vanaf de Koedijker vlotbrug fiets ik de Kogendijk op, blijf de rand van Bergen volgen, kom bij de rotonde uit (Poort van Bergen) en ga de Nesdijk op. In de verte ontwaar ik de duinrand… in grijze tinten: het regent daar en het duurt niet lang of er vallen ook druppels op mijn hoofd. Een uitspraak van buurman Theo in gedachten nemend (“De meeste regen valt altijd náást je”) peddel ik rustig door en als ik op het Paddenpad fiets, is het alweer droog. De klinkers van de Sluislaan glimmen en van de bladeren van de majestueuze beuken vallen nog steeds waterdruppels naar beneden. Dat ik daarnet ben gestopt om mijn brillenglazen te drogen, was dus vergeefse moeite.

Aan het einde van de Sluislaan buig ik even mee naar links, de Voert op, maar dan ga ik meteen rechtsaf en rijd over een grindpad: het Wiertdijkje. Links ligt de Damlanderpolder, rechts staan enorme huizen op enorme lappen grond – hier woont rijk volk! Ik kom ten slotte uit op de Eeuwigelaan die voorbij de rotonde Herenweg gaat heten en waarlangs ik naar Egmond aan de Hoef fiets.

Hier heb ik eergisteren ook al gereden. Net vóór Egmond ga ik naar rechts, het Nachtegalenpad in. Van hier heb je een mooi zicht op het dorp en je fietst langs een paar duinlandjes: moestuintjes die de Egmonders aanleggen in het duin… Vroeger werd hier hard gewerkt om ervoor te zorgen dat alle monden in het gezin gevoed konden worden; tegenwoordig zijn het paradijselijke lapjes tuin waar niet alleen groente wordt geteeld maar waar ook bloemen welig tieren en een schuurtje met gemakkelijke tuinstoelen niet ontbreekt!

Ik steek de drukke Egmonderstraatweg over en stuur mijn stalen ros de Van Oldenborghweg op. Voor mij strekken zich vele kilometers klinkerpad uit, als ik zou willen kan ik helemaal door het duin naar Wijk aan Zee fietsen. Een andere keer misschien, maar vandaag niet. Van Oldenborghweg wordt bij Egmond Binnen Staringweg. Even twijfel ik: zal ik hier het duin al verlaten en weer richting Alkmaar fietsen? Nee, ik ga nog een klein stukje verder… Ik volg de wegwijzers “Jeugdherberg”. Koningsbosch was een mooie én mooi gelegen jeugdherberg in Bakkum Noord maar de NJHC (tegenwoordig heet dat Stay Okay geloof ik – een walgelijke naam) heeft het gebouw een kleine tien jaar geleden verkocht en nu zit er een hotel in…

De zon komt er af en toe goed door en de duinen laten zich van hun nazomerse kant zien. Op de fiets rijg ik in hoog tempo al die gebieden aan mekaar waar wij geregeld wandelen! Leuk is dat…

Via de Noorderstraat verlaat ik de duinen. Even verderop steek ik de Heereweg over: de naam wordt hier anders gespeld maar nog steeds is het de weg die langs de duinrand voert… Ik rijd de polder in. Eerst is het nog zand(erige) grond en dus staan hier bollenbedrijven… Maar al gauw fiets ik tussen saaigroene weilanden richting de Westerweg.

De Westerweg voert me naar Heiloo en voorbij Heiloo ga ik het prachtige Heilooërbos in. Het fietspad is hier vrij smal en sommige bomen zijn hartstikke dik!

Het is nu altijd maar rechtdoor… Ik fiets uiteindelijk door de Alkmaarder Hout en langs het ziekenhuis de stad in.

Ik stal de fiets in De Ondergrondse en loop de Langestraat in waar Van der Meulen is gehuisvest. Het fietsgidsje ligt voor me klaar, fijn! Nu kan ik thuis plannen gaan maken voor de meerdaagse fietstocht die ik over een goeie week wil ondernemen. Ik heb het plan opgevat om gebruik makend van de LF Waterlinieroute naar Antwerpen te fietsen… Overnachten wil ik bij Vrienden op de Fiets. Een heerlijk vooruitzicht! Als ik terugloop naar de fietsenstalling, gaan de hemelsluizen open; de familie Blokker biedt me een schuilplaats 😉.

Thuisgekomen kijk ik op de teller. 34 km gefietst, prima! Rug okay. Knie okay. Billen okay. Het gaat goed met deze oude man!

Geplaatst in Fietsen | Plaats een reactie

Naar de melkboer

Rond het middaguur trekken er een paar buitjes over, maar om drie uur is het weer helemaal droog. Wel staat er een straffe wind, volgens mijn weer-app met een kracht 7 op de schaal van Beaufort. Nou, dat kan wel kloppen, denk ik! Poeh-hey!

Ik fiets langs het Noordhollandsch Kanaal naar het noorden. Ik had verwacht wind in de rug te hebben, maar dat valt tegen, de wind blaast uit het zuidwesten maar zit meer west dan zuid. De weg langs het kanaal is onderdeel van de Westfriese Omringdijk. Tussen Koedijk en Schoorldam heeft de wind vrij spel, voorbij Schoorldam is dat wat minder omdat er hier en daar door bomen beschutting wordt geboden. Ik geniet van de openheid van het landschap, al is dat relatief want dit polderland wordt gaandeweg aardig volgestouwd met (bollen)schuren… Gelukkig staan die krengen niet pal naast de dijk – daar zie je eerder aardige dijkhuisjes en stolpboerderijen, de een wat smaakvoller opgeknapt dan de ander, dat wel…

Ik fiets door Krabbendam. Heb ik al verteld dat hier vroeger een warme bakker zat? Als ik ’s morgens naar mijn school in Schagen fietste, kocht ik steevast een halfje wit. En de helft van dat halfje was verslonden tegen dat ik in de Waldervaart aankwam. Krabbendam was ook de plek waar ik kon checken of ik nog op schema zat: een school- of stationsklok – wie zal het zeggen? – toonde me de tijd. Hij staat er nog steeds en ziet er wel wat verweerd uit, maar hij loopt nog en geeft de correcte tijd aan!

Nu kom ik op een mooi stukje Omringdijk… Hoog boven het land slingert dit monument door het polderland. Ooit klotste links de zee tegen zijn voet… nu liggen aan weerszijden grote akkers en weilanden. De wolken jagen door de lucht en af en toe flitst de zon er tussendoor. Het is alsof het licht aan gaat… en weer uit. Fascinerend.

Ik nader het doel van mijn fietstocht: Eenigenburg, waar ik bij boer Bram op De Buitenplaats verse melk ga kopen. Ik neem echter niet de eerste afslag maar fiets nog een stukje verder tot bij de wielen… stille getuigen van verwoestende dijkdoorbraken!

Ik fiets het dorp in, het erf op. In het schuurtje staat een grote koelkast. De boerin staat te praten met een gast die net per fiets is gearriveerd en een nachtje wil kamperen. Deze dame heeft haar fiets met trapondersteuning weer ingeruild voor een ‘gewone’ fiets. De tegenwind maakt dat ze een hoogrood gekleurde wangen heeft! Ik zet mijn lege flessen in een krat, neem twee volle flessen uit de koelkast. Ik reken zelf af met de pinautomaat. En stap weer op de fiets.

Het land bij Eenigenburg wordt ontsierd door een hoge stalen toren met een puntdak – op een van de foto’s hierboven kun je hem ontwaren. Deze uitkijktoren markeert de plek waar Floris V een dwangburcht bouwde om van daaruit de woeste West-Friezen te onderdrukken. Alleen de fundamenten zijn bewaard gebleven. Dertig jaar geleden, toen wij hier voor het eerst passeerden, was dit een romantische ruïne, helemaal overwoekerd, met smalle paadjes en brokkelige muurtjes. Van de stalen kolos was nog geen sprake. Zo’n twintig jaar geleden kreeg iemand het onzalige idee om deze plek te upgraden. Al dat mooie groen werd verwijderd, er werden wat muurtjes gerestaureerd en die stalen toren werd opgericht. Als kers op de taart werd de weg er naartoe afgesloten met een hoog hek. Wilde je de ruïne bezoeken, dan kon je ergens de sleutel halen. Volgens mij is er sindsdien nooit meer iemand op die plek geweest…

Daarstraks echter, toen ik over de dijk fietste, zag ik mensen lopen bij de de restanten van de 13de eeuwse dwangburcht. Ik besluit om eens een kijkje te gaan nemen. Warempel! Het grote hek is verdwenen en je kunt weer gewoon tot bij de ruïne rijden. Ik zet mijn fiets tegen een hekje en verheug me al op een hernieuwde kennismaking. Dan valt mijn oog op een bordje: “Gesloten wegens vandalisme”. Heb je dat weer!

Ik loop om de dwangburcht heen. Mijn mening verandert niet: dit is een mislukte restauratie! Ik leg me erbij neer: het is wat het is… Ik stap weer op mijn tweewieler en trap over de Trambaan naar Warmenhuizen.

Trambaan!? Jazeker, hier reed vroeger het stoomtrammetje van Alkmaar naar Schagen, via Schoorldam naar Warmenhuizen en dan verder via Krabbendam, Sint Maarten en Schagerbrug. Nu is het een mooie laan met aan weerszagen grauwe abelen, die grijze stammen hebben waarop zich ‘ogen’ manifesteren…

Ik rijd lekker beschut door Warmenhuizen…

… en voorbij het dorp neem ik de Diepsmeerweg. Ook hier fiets ik beschut met dank aan een strook bomen en struweel. Her en der zijn er openingen in de singel en heeft de wind vrij spel – op die plekken gebeurt het een paar keer dat ik naar het midden van de weg word geblazen!

Via De Groet kom ik in het Geestmerambacht. Ook hier fiets ik redelijk uit de wind!

En dan komt Alkmaar Noord weer in zicht. Bijna thuis… Tussen het fietspad en de N245 heeft men een natuurbegraafplaats aangelegd: Geestmerloo. In feite is het een soort natuurlijk park met een grote vijver. Ik besluit er een andere keer wat meer aandacht aan te besteden. Nu wordt mijn oog getroffen door een kolenveld… Jaren lagen de velden hier min of meer braak omdat het onzeker was wat er met de strook land tussen Alkmaar Noord en de Nauertogt ging gebeuren, maar blijkbaar is er nu wat duidelijkheid voor de boer…

Nog tien minuutjes fietsen, dan ben ik weer thuis… 28 km gefietst, alles bijeen 2,5 uur van huis weggeweest, inclusief fotostops, melk kopen, bezoek aan de dwangburcht. Rug goed – check! Knie goed – check! Billen… licht gevoelig.

Geplaatst in Cultuur, Fietsen, Geschiedenis | Plaats een reactie

Op de fiets langs historische plekken

Ik probeer elke dag een rondje te fietsen om wat in vorm te komen voor een fietstochtje van een paar dagen dat ik binnenkort hoop te ondernemen… Vandaag reed ik een kleine 23 km en daar deed ik twee uur over. Knie, rug en billen hielden zich goed, dus: training geslaagd!

Ik vertrek vanaf de bibliotheek, want ik moet wat boeken inleveren én een boek + een CD ophalen. Door de Rekerhout fiets ik naar het kanaal, onderweg kom ik langs een markant gebouw: de Lukaskerk. Deze kerk is in 1993 gebouwd en werd in 2012 al op de monumentenlijst van de gemeente Alkmaar geplaatst. De Lukaskerk is het huis van de Christengemeenschap, een beweging die er op is gericht om op een vernieuwende manier met het Christendom om te gaan en die geïnspireerd is door de denkwereld van Rudolf Steiner, al hoef je geen aanhanger van de antroposofie te zijn om tot deze spirituele gemeenschap te behoren… Met Open Monumentendag (dit jaar 11+12 september) kun je het gebedshuis bezoeken – een aanrader! Meer informatie over de kerk en haar gemeenschap vind je hier.

Met de Vlielandbrug steek ik het Noordhollandsch Kanaal over en ik fiets langs de Viaanse molen de wijk Bergermeer in. Via het tunneltje kom ik op de Bergerweg en even verderop ga ik linksaf, de Groeneweg in.

Deze weg slingert door de Bergermeerpolder richting Bergen. Rechts ervan liggen de zgn. Loterijlanden, tegenwoordig in beheer bij Natuurmonumenten. De Bergermeer was ooit een ondiep meer met moerassen en eilandjes. In de middeleeuwen is het drooggemaakt en verkaveld. Hierdoor ontstond de Bergermeerpolder die op gemiddeld een meter onder NAP lag. Het land was zo drassig dat er weinig belangstelling voor was. Daarom werd het gebruik elk jaar bij loting toegewezen aan arme boeren. Zo ontstond de naam Loterijlanden!

Aan de Groeneweg ligt een heus landgoed: Karperton. Als een inwoner van Alkmaar het woord ‘Karperton’ hoort, dan heeft hij meteen de lelijke, krappe parkeergarage uit 1985, bij het Waagplein, op zijn netvlies: een stedenbouwkundige miskleun van formaat die naar ik heb vernomen, afgebroken gaat worden… Echter, voordat die garage werd gebouwd, stond er op die plaats een al even foeilelijke kaasfabriek, die ook Karperton heette. De naam van kaasfabriek en parkeergarage verwijzen naar de visvijver van de eigenaar van de kaasfabriek, en die visvijver lag aan de Groeneweg. Jawel, op landgoed Karperton.

Daar zit een hele geschiedenis aan vast… Het landgoed werd na de Eerste Wereldoorlog gebouwd. Op het landgoed bevond zich een varkenskwekerij. In de 30’er jaren gingen de zaken slecht en werden de visvijvers getransformeerd tot een natuurbad. Duikplanken, kleedruimten, speelterreinen en een restaurant toverden het landgoed Karperton om tot een drukbezocht zwemparadijs: op donderdag 25 mei 1933 werd het Familiebad “De Bergermeer” voor het publiek opengesteld. Door concurrentie van de meer hygiënische (overdekte) zwembaden in de regio en de komst van natuurbad “Pesie” aan de Bergerweg (thans speeltuin De Batavier) geraakte Familiebad “De Bergermeer” uit de gratie van waterminnend Alkmaar. Na het bombardement van Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog, vertrok chocoladebaron Ringers naar het Alkmaarse en kocht Landgoed De Karperton. Vandaar zou hij zich geregeld te paard naar zijn chocoladefabriek in Alkmaar begeven… Díe fabriek is intussen van de sloophamer gered en wordt momenteel omgebouwd tot een luxe appartementencomplex…

Ik vermoed dat er niet veel meer te zien is op het Landgoed Karperton, hoewel de vijver er nog steeds moet zijn. Ik zag vanmiddag dat er op het terrein gebouwd wordt… Vast geen sociale woningbouw.

De Groeneweg is vrij smal, twee auto’s kunnen er mekaar niet echt passeren en daarom zijn er uitwijkstroken (in Groot-Brittannië noemen ze dat passing places) aangelegd die worden aangegeven met dit bord:

Iets verderop ligt nóg historische grond: daar lag in de Tweede Wereldoorlog vliegveld Bergen. Dit militair vliegveld stamt uit 1937. Het had vanaf het begin te maken met grote drassigheid. De kosten om dit te verhelpen vond het ministerie van Defensie te hoog. Hierdoor konden de vliegtuigen alleen starten vanaf het betonnen platform voor de hangars. Op 10 mei 1940 raakten alle toestellen beschadigd bij een Duitse luchtaanval. Na de Nederlandse overgave begonnen de Duitsers met het herstel en de uitbreiding van het terrein. Ze bouwden o.a. onderkomens, legden wegen aan, verbeterden de landingsfaciliteiten en draineerden het terrein. Aan het begin van de zomer van 1940 was het vliegveld klaar.

Er zijn nooit permanent vliegtuigen gestationeerd op Airfield Bergen. Bommenwerpers gebruikten het vliegveld soms als uitwijkbasis. Enkele dagen na D-day, op 10 juni 1944, richtten de Duitsers er zware vernielingen aan. Na de bevrijding is Bergen nooit meer als vliegveld gebruikt. Uiteindelijk kreeg het terrein een bestemming als mobilisatiecomplex van de Koninklijke Landmacht. Tegenwoordig herinneren enkele door de Duitsers gebouwde bunkers en wegen nog aan de bezettingstijd.

Over een van die wegen, de Kolonel Sneepweg, fiets ik van de Groeneweg naar de Hoeverweg. Aan de oever van de Bergerringvaart staat de mooie Bosmolen.

Ik rijd nu een tijdje op het fietspad langs de drukke Hoeverweg. Tot mijn verbazing zie ik akkers met kleurige bloemen erop… gladiolen?

Over de Banweg fiets ik naar de Herenweg, die van Egmond aan de Hoef naar Bergen gaat. Rechts van de Banweg zie ik alweer een prachtige molen: de Wimmenumer.

Het fietspad volgt de duinrand en gaat door een mooi stukje bos met prachtige bomen.

Tussen Het Woud en De Franschman ga ik weer de polders in. De Voert is een smal asfaltweggetje op de grens van de Damlanderpolder en de Philisteinsche Polder. Ook hier wordt een aantal weilanden beheerd door Natuurmonumenten. Je ziet het meteen: daar mag de natuur min of meer haar gang gaan en kleurt het land in mooie tinten…

De weg slingert door het vlakke land naar het Bergerbos. Ik rijd achter ’t Oude Hof door, dan over het Paddenpad, vervolgens op de Nesdijk. Dan kies ik ervoor om de rand van Bergen te volgen om zo uit te komen op de Kogendijk en ten slotte bij de Koedijker Vlotbrug.

Geplaatst in Cultuur, Fietsen, Geschiedenis | Plaats een reactie

Een ongrijpbare vrouw…

Antoinette. Dat is de titel van een boek van Robbert Welagen. Ik had nog nooit van deze schrijver gehoord… Of dat erg is? Nee. Er zijn zó veel schrijvers waarvan ik nimmer iets heb gehoord of vernomen, laat staan gelezen, dat ik me niet druk maak om al dat gemis. Een mens zou gek worden! Maar goed, Antoinette kwam ik dus tegen, door – zullen we maar zeggen – een speling van het lot. En het is me goed bevallen.

Bio

Van de website van de schrijver. Robbert Welagen (1981) is een Nederlandse schrijver van negen romans en korte verhalen. Hij woont in de bossen van Zeist.

In 2006 debuteerde hij met Lipari (Selexyz Debuutprijs). Het verdwijnen van Robbert (2013) stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs en de BNG Literatuurprijs. Antoinette (2019) werd eveneens zeer lovend ontvangen en wordt vertaald in het Japans en het Spaans. In mei 2021 verscheen zijn nieuwe roman Raam, sleutel. Zijn korte verhalen stonden in Hollands Maandblad, VPRO Boeken, HP/De Tijd en De Groene Amsterdammer.

Antoinette

De ik-persoon zit te wachten op Antoinette, bij de ingang van een thermaal badhuis in Boedapest. De middag verstrijkt en Antoinette komt niet opdagen. De ik-persoon gaat dan maar alleen naar binnen en al mijmerend brengt hij de avond door in het badhuis, dat hij pas verlaat als de nacht is gevallen en de laatste badgasten vertrekken. In deze warme, vochtige omgeving van een vertraagde tijd blijven zijn gedachten uitgaan naar Antoinette en hun geschiedenis samen. Waarom is ze niet gekomen? Langzaam maar zeker komt de lezer daar achter…

Een prachtig boekje (111 blz.) dat even loom leest als het warme water van een thermaal badhuis… terwijl de thematiek best heftig is!

Tja, en meer wil ik niet verklappen. Ik heb ontzettend genoten. Ik hoop jij ook! ⭐⭐⭐⭐

Geplaatst in Lezen | 1 reactie

Witte zee

Een tijdje geleden las ik De onzichtbaren van de Noorse schrijver Roy Jacobsen en gaf het boek vijf sterren. Ik vertelde toen dat het deel 1 was uit een serie van vier boeken en dat ik hoopte dat de andere drie delen gauw in het Nederlands zouden verschijnen. Welnu, die wens is ten dele vervuld. Witte zee (deel 2) verscheen onlangs in vertaling bij De Bezige Bij. Het stond als sprinter bij ons in de bibliotheek en mijn oog viel er per ongeluk op; ik lees normaal geen sprinters want die kan ik niet verlengen en moet ik binnen twee weken weer inleveren… Mijn aandacht werd getrokken door de illustratie op het kaft: in de stijl van De onzichtbaren. Mooi – ik houd ontzettend van dat gestileerde. Iets weergeven inclusief sfeer in eenvoudige lijnen en kleurvlakken, vind ik echt een kunst!

Wat zal ik over Witte zee vertellen? Wat ik heel knap vind, is dat het boek niet verder gaat waar het eerste was geëindigd. Nee, we maken een sprong in de tijd. De Tweede Wereldoorlog woedt en trekt ook in Noorwegen zijn verwoestende sporen. Letterlijk, en zeker ook in het leven van de mensen… Ingrid werkt in een visfabriek, haar tante Barbro ligt in een ziekenhuis. Lars is naar de Lofoten vertrokken en Suzanne naar de grote stad. Het eiland Barrøy was een tijdje onbewoond. Ingrid keert terug naar het eiland en doet daar een lugubere ontdekking. Her en der verspreid over het eiland liggen er lijken; wolken vogels die zich er tegoed aan doen, verraden de locaties. In een schuur treft ze een gewonde soldaat aan – hij leeft nog. Alexander wordt door Ingrid verzorgd en als hij helemaal beter is, verlaat hij Barrøy, op de vlucht voor de Duitsers die vermoeden dat Ingrid een krijgsgevangene verstopt houdt.

Wat al die lijken betreft, gaat het om een historisch feit. In het boek laat Jacobsen het verhaal van de ondergang van de Rigel in de lucht hangen, er wordt wel iets gefluisterd maar hardop wordt de ramp ontkend. Wikipedia schrijft het volgende: “Op 13 januari 1945 heeft zich een scheepsramp voltrokken met de Rigel. Dit schip is bij Sandnessjøen tot zinken gebracht door geallieerde troepen. Op dit schip bevonden zich veel Russische krijgsgevangen. Het officiële dodental wordt gesteld op 2.572.”

Het leven op en om het eiland gaat door, hoe moeilijk en hard het ook is. Barbro komt terug, Suzanne ook (met haar zoontje Fredrik), er worden vluchtelingen uit Noord-Noorwegen ondergebracht op Barrøy en ook Lars keert uiteindelijk terug met zijn vrouw en kinderen, en de vrouw van Suzannes broer Felix en hun kinderen. De oorlog loopt ten einde. De vluchtelingen vertrekken naar huis…

Ik heb ook dit boek ‘in één adem’ uitgelezen. Prachtig verteld, mooi taalgebruik, je wordt het boek ingezogen. Levensechte personages, je voelt de bittere kou, je proeft de vis, de ontreddering kruipt onder je huid. Je bent een paar uurtjes in Noorwegen, tijdens de Tweede Wereldoorlog, waar het leven doorgaat, met al zijn ellende en geluksmomentjes… ⭐⭐⭐⭐⭐

Geplaatst in Lezen | Plaats een reactie

Ceedees

Wij hebben in februari een andere auto gekocht. Een kleinere. Van meer recente makelij. Een prima karretje. Wel wat minder bagageruimte en een motor met minder pk maar evengoed een pittig temperament. Kortom, wij zijn er tevreden over en blij mee. Echter… één ding mis ik: een ingebouwde CD-speler.

Ik ben waarschijnlijk vrij ouderwets en ach, dat mag wel een beetje, vind ik. Niks mis mee, vind ik. Moet kunnen, vind ik. Ik ben nl. dol op ceedees. Ik breid nog met enige regelmaat mijn collectie uit. CD’s draaien geeft toch een ander gevoel dan de pc aanzetten en wat mp3’tjes op een rij zetten in Media Player, of de telefoon met de Bluetooth speaker verbinden en wat muziek via Spotify beluisteren… Over de vergelijking met vinyl zal ik het maar niet hebben. Ja, we hebben nog een pick-up en ja, ik heb in de schuur nog een kast vol schitterende elpees staan… Je leest het goed: in de schuur. Er wordt dus (bijna) nooit meer een plaat gedraaid.

De voorbereidingen voor de vakantie zijn in volle gang. Normaal is inpakken iets dat ik tussen alle einde schooljaar hectiek door doe – en meestal uitdraait op nachtwerk en dus weinig uurtjes slaap voor we vertrekken. Dat is dit jaar anders – God zij gesprezen. Werkeloos zijn heeft absoluut zijn charmante kanten. Nu héb ik eindelijk eens tijd om een stapeltje CD’s uit te zoeken, en nu hoeft het niet meer! Want in onze nieuwe auto hebben we geen CD-speler. Ik neem dus muziek in mp3-vorm mee – op een USB-stick – en op mijn telefoon staat Spotify (ja, ook de Bluetooth speaker gaat mee). Héél veel muziek dus, maar ik ga het doosje achterin, tussen de voorstoelen en de achterbank, wel missen.

Wat de afgelopen jaren ook wel gebeurde, zeker als we naar Schotland gingen, was dat we onderweg een muziekwinkel ingingen en met een paar mooie CD’s weer naar buiten kwamen. Of CD’s kochten van artiesten op een festival. Vervolgens werden die CD’s grijs gedraaid tijdens ritten en ritjes ter plaatse, en op de terugreis… CD’s kunnen we onderweg nog altijd kopen natuurlijk, maar de muziek die erop staat zal pas klinken als we weer thuis zijn.

Geplaatst in Mijmeringen, Muziek | 2 reacties

Zomeravond

Het is deze dagen verrukkelijk zomerweer. Groeizaam ook, hoor ik tuinliefhebbers verzuchten want dat wat zij onkruid noemen, schiet onstuimig de aarde uit en is haast niet in te tomen… De slakken gedijen eveneens uitstekend met dit weertje! Wat versta ík onder verrukkelijk zomerweer? Wel, veel zon maar af en toe ook een bewolkte ochtend of middag met wat regen, fris – een graadje of 20-22 °C – en een zacht briesje waarop vlinders zich gewillig laten meevoeren…

Woensdag is het zo’n dag. ’s Morgen moet ik voor bepaalde bezigheden in de stad zijn en maak ik wat extra meters om een paar mooie plekjes op te zoeken.

En ’s avonds ga ik er met vrouwlief op uit. We kiezen voor wat intussen toch is uitgegroeid tot ons favoriete stukje Noord-Hollands duin, tussen Bergen en Bakkum, en parkeren de auto op het parkeerterrein bij de Westert. Het is zeven uur, het licht is zacht, de temperatuur voelt aangenaam en een licht windje doet de bladeren van de populieren ritselen…

Vanaf de parkeerplaats lopen we altijd eerst een smal koeienpaadje in dat afdaalt naar een soort weiland; het is ruig grasland, dat ’s winters onder water staat en in de zomer grotendeels droogvalt. Elke keer verschiet dat stuk land van kleur… Nu kleuren grote delen geel…

Van de oude duinakkertjes die hier overal liggen, staan er enkele nog onder water. De overvloedige regen van de afgelopen maanden met daar bovenop de hoosbuien van twee weken geleden, zorgen voor een hoge grondwaterstand. Kikkers en padden geven een gratis concert… Zo ook in het duinmeer even verderop.

We lopen een stuk langs het fietspad en nemen de Hogeweg. Die gaat inderdaad omhoog – en daalt na een kilometer of wat weer af naar een ander meertje, dat gelegen is tussen twee paden/routes die van Egmond aan Zee komen en die even verderop samenkomen: de Vlewoseweg en de Lageweg.

Er loopt hier een poes rond. Een grote rode kater, midden in het duin!? Dat bevalt me niets, met al die kleine vogeltjes en jonge konijntjes… Hij ziet er trouwens weldoorvoed uit! We denken dat hij is achtergelaten – een corona-huisdier, afgedankt nu we weer van alles mogen? Of toch een avontuurlijk aangelegd beestje, gewoon weggelopen van huis…? Wie zal het zeggen? Hij zoekt ons op, maar is ook schuw en verdwijnt uiteindelijk in de bosjes als hij schrikt van een onverhoedse beweging die ik maak…

We lopen verder, volgen de Lageweg. Het pad is op een paar plaatsen omzoomd met abelen. Wat zijn dat toch magnifieke bomen! Door de wind en de barre omstandigheden waarin ze zich staande moeten houden, kronkelen hun stammen en takken alle kanten uit. Ook de kleur van hun blad is bijzonder, zacht groen – en fluweelwit aan de achterkant. Wij noemen ze ‘de olijfbomen van het noorden’. Aan de kant van de weg zien we een bremraap staan: een bijzondere soort zelfs, want met roomkleurige bloemen! Ik zoek de naam op met de app ObsIdentify op mijn telefoon. Het blijkt om de bitterkruidbremraap te gaan, een zeldzame vondst!

We komen bij een dennenbos, de Lageweg volgt hier de rand van het bos, komt langs een prachtig meertje, steekt de Middenweg over en slingert zich dan door enkele duinvalleien naar de Van Oldenborghweg. Wij laten de Lageweg rechts liggen en kiezen voor een smaller pad dat ons door het bos naar de Middenweg brengt.

Iets voorbij het kruispunt Middenweg / Van Oldenborghweg ligt nóg een mooi duinmeertje. Op oude kaarten heb ik gezien dat hier ooit het parkeerterrein lag… Ook dit terrein staat in de winter blank, zodanig zelfs dat je er over zandduintjes omheen moet lopen. Nu echter is het water grotendeels weggezakt al ligt het pad er nog nat bij: onze zolen slurpen in de modder, als je begrijpt wat ik bedoel… We richten onze ogen naar de grond: staat de parnassia al te bloeien? Nee… geen spoor daarvan! Maar ik zie wel wat anders: tientallen moeraswespenorchissen! Wat een bijzondere vondst! Even verderop vind ik nog een zeldzame plant: verfbrem! Mijn avond kan niet meer stuk…

1. Duifkruid of knautia (?) 2. hazenpootje 3. bitterkruidbrenmraap 4. moeraswespenorchis 5. kattenstaart 6. verfbrem

Als we de parkeerplaats naderen, hangt de zon al laag boven de kim en strooit ze haar warme oranjeroze licht over de boomkruinen.

Geplaatst in Bloemen, Duinen, Wandelen | Plaats een reactie

Een stormachtige zomerdinsdag

Na een stralende start van de dag wolkt het dicht en blijft het lange tijd bewolkt. Door het raam van mijn werkkamer zie ik de wind langzaam maar zeker toenemen. Het riet wiegt heen weer, steeds woester, steeds dieper buigend. En dan is daar opeens weer de zon. Ik wil een ommerdepommetje maken in het Geestmerambacht.

De parkeerplaats is leeg! Dat gebeurt niet vaak. Sporters en hondenuitlaters kiezen wellicht voor een bestemming dichter bij huis? Wolken en zon wisselen elkaar in een rap tempo af. Het is alsof het licht de hele tijd aan en uit gaat. En als het aan gaat, knipt mijn camera. Ik probeer de wind vast te leggen die de bomen geselt en het riet diep doet buigen… Maar zoiets in een stilstaand beeld vangen, is best lastig, merk ik als ik later op de avond de foto’s bekijk.

Het paadje langs de Kleimeer is haast onzichtbaar geworden. Het gras staat zeker een meter hoog en op sommige plekken geldt hetzelfde voor de brandnetels. Met blote benen is het voorzichtig laveren… maar het lukt, slechts op een enkel plekje voel ik nu enige tinteling. Ik geniet, de wind speelt in mijn haren, het is vrij lang geleden dat de wind dat kon en dat ik deze sensatie had!

Bij het huis steek ik door naar de Zomerdel. Ook daar is weinig beweging, ik bedoel: haast geen volk op de been… Ik klim de heuvel op en geniet van het uitzicht op het grote meer aan de ene kant en het Lamslik aan de andere. Ik volg een pad door het bos dat uitkomt bij het grote gemaal op de Saskevaart. Langs het water loop ik terug naar de auto. Een kort rondje, amper drie kilometer maar perfect om het hoofd leeg te maken na een dag staren op een computerscherm.

De twee ratelpopulieren bij de parkeerplaats… Ik fotografeer ze elke keer als we hier gaan wandelen…
Een paar stappen verder komt de Kleimeer in beeld. Ook hier maak ik elke keer een foto.
Op sommige plekken staat tussen het gras kraailook. De bloemen staan in een bol bovenaan een stengel die een meter hoog kan zijn en amper mee buigt in de storm!
Doorsteek naar de Zuiderdel
Vanaf de heuvel… de Zuiderdel
Vanaf de heuvel… het Lamslik
Saskevaart
Fietsbrug over de Saskevaart

Het pad buigt af naar de voetbrug over de oude sluis die de Saskevaart afscheidde van het Lamslik… Dit is ook zo’n punt waar we bijna elke keer een foto maken. Altijd mooi. Vanaf het bruggetje naar de auto is nog twee minuten kuieren… Het loopt tegen zessen, tijd om naar huis te gaan want ik moet soep maken!

Geplaatst in Uncategorized | Plaats een reactie

Melancholia

“Zo, dat kereltje heeft temperament, zeg!” Dat hoor je zeggen als er in ‘dat kereltje’ pit zit en hij dat laat zien. Ook auto’s kunnen temperament hebben. Temperament is echter meer dan ‘pit’… Zelf had ik me nooit zo bezig gehouden met het begrip ‘temperament’ totdat ik op de vrijeschool ging werken en ik daar leerde dat ieder mens een voorkeurtemperament heeft (laat zien). De antroposofie onderscheidt vier temperamenten:

> Energieke mensen worden sanguinisch genoemd.
> Cholerische types zijn vurig en rake snel geïrriteerd.
> Melancholie wordt gekoppeld aan zwartgalligheid, neerslachtigheid en depressie.
> Flegmatici zijn traag, kalm en weinig emotioneel.

Deze vier temperamenten zijn terug te voeren op de Oudheid, lees ik op Wikipedia.

“Temperament is een heel basale persoonlijkheidstrek die al in de vroegste kinderjaren blijkt en tot de aanleg van een individu behoort en tot op zekere hoogte erfelijk is. Het gaat daarbij om eigenschappen zoals de felheid waarmee op prikkels wordt gereageerd, het algemene energie- en activiteitsniveau en de mate van introversie of extraversie. Er bestaan in de psychologie verschillende indelingen van temperamentverschillen; er is dus niet één bepaalde indeling die algemeen aanvaard wordt.

In de Griekse oudheid waren de temperamenten oorspronkelijk de vier persoonlijkheidstypen: het sanguïnische, flegmatische, cholerische en melancholische temperament. Deze vier oude typen hebben tot in het begin van de 20e eeuw een rol gespeeld in de geneeskunde, met name de psychiatrie, de psychologie en de letteren. Hippocrates was ervan overtuigd dat gezondheid bij de mens afhing van de balans tussen lichaamssappen; onbalans zou ziekte veroorzaken. (…) Hij dacht dat een overheersing van een van de vier lichaamssappen, bloed, slijm, gele gal en zwarte gal, kon leiden tot een bepaald karaktertype.”

De temperamentenleer is in het dagelijks leven beslist niet uit beeld verdwenen, wel is de idee losgelaten dat die gebaseerd zou zijn op de vermenging van lichaamssappen. We zijn het er nu over eens dat iemands grondstemming afhangt van verschillende factoren: invloeden van buitenaf, zoals veranderende levensomstandigheden; inwendige veranderingen, zoals stofwisselingsziekten (bijv. van de schildklier), vermoeidheid; en aanleg.

Ik zoom in op één der temperamenten… het melancholisch temperament. Dit karaktertype staat voor melanos, ofwel een teveel aan ‘zwarte gal’. Zoals de benaming al verklapt, betreft het zogenaamde zwartgallige mensen. Het zijn sombere typen die het simpelweg niet over hun hart kunnen verkrijgen om opgewekt en positief door het leven te gaan. Melancholische mensen beschouwen het bestaan doorgaans als een zware last, waaronder ze vaker wel dan niet gebukt gaan. De tragiek van de melancholicus is tekenend. Agressief is hij niet, in tegenstelling tot het cholerisch type, maar zijn geklaag wekt irritatie op waardoor hij zich onbegrepen voelt en vereenzaming voortdurend op de loer ligt. Daar staat tegenover dat de melancholicus betrouwbaar en zeer eerlijk is, maar moeilijk besluiten kan nemen. Het melancholisch type verzinnebeeldt het element aarde, de herfst en de milt. Melancholie wordt geassocieerd met de kleur blauw (denk bijv. aan Blue Monday).

Wij keken onlangs de film Melancholia, een Deense film uit 2011, geschreven en geregisseerd door Lars von Trier, met Kirsten Dunst en Charlotte Gainsbourg in de hoofdrollen. De film begint met indrukwekkende vertraagde beelden, gedragen door bijzondere muziek: delen uit de ouverture van Richard Wagners Tristan und Isolde. Later in de film begrijp je dat het droombeelden zijn, in feite moet ik zeggen dat verderop in de film wordt bevestigd wat je al vermoedt of aanvoelt…

Kirsten Dunst won de prijs voor beste actrice toen op 18 mei 2011 de film voor het eerst werd vertoond op het Filmfestival van Cannes. De andere actrice is inderdaad de dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin… De film bestaat uit twee delen. Deel 1: Justine (Kirsten Dunst) en deel 2: Claire (Charlotte Gainsbourg). Justine en Claire zijn zussen.

Spoiler alert: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.

Deel 1 begint met een lachwekkende scène: een enorme limousine rijdt zich klem op het smalle weggetje naar het kasteel waar Claire woont met haar man, en waar het huwelijksfeest zal plaatsvinden van Justine en Michael. Het paar is net getrouwd… Ze komen twee uur te laat op hun eigen feest. Langzaam maar zeker verandert de sfeer en sluipt er een melancholische atmosfeer in de film, soms bevreemdend, soms op het deprimerende af, maar altijd boeiend… en elke keer weer ook humoristische situaties! De bruid zinkt weg in haar dromen en angsten, het feest bloedt dood… Michael vertrekt maar weer. Aan de hemelkoepel gebeuren vreemde dingen.

Dat laatste wordt duidelijk in deel 2. Een grote, blauwe (!) komeet die de naam Melancholia draagt, stevent af op de aarde. Volgens berekeningen moet de komeet de aarde op een haar na missen, maar niet iedereen is daar van overtuigd. Claire al helemaal niet, zij is doodsbang. Een week of wat voordat de komeet de aarde zal bereiken, komt Justine naar het kasteel, volkomen depressief en in zichzelf gekeerd. Langzaam maar zeker wordt een duister sfeertje opgebouwd… Leo, het zoontje van Claire en John (Claires steenrijke echtgenoot) vertrouwt op zijn tante Justine. Samen bouwen ze een magische hut waarin ze met z’n drietjes afwachten wat er komen gaat…

Het was héél lang geleden dat ik zo’n film had gezien en ik moest er dan ook echt ín komen. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik het een magnifieke film vind…

Geplaatst in Film en theater | Plaats een reactie