Het is deze dagen verrukkelijk zomerweer. Groeizaam ook, hoor ik tuinliefhebbers verzuchten want dat wat zij onkruid noemen, schiet onstuimig de aarde uit en is haast niet in te tomen… De slakken gedijen eveneens uitstekend met dit weertje! Wat versta ík onder verrukkelijk zomerweer? Wel, veel zon maar af en toe ook een bewolkte ochtend of middag met wat regen, fris – een graadje of 20-22 °C – en een zacht briesje waarop vlinders zich gewillig laten meevoeren…
Woensdag is het zo’n dag. ’s Morgen moet ik voor bepaalde bezigheden in de stad zijn en maak ik wat extra meters om een paar mooie plekjes op te zoeken.


En ’s avonds ga ik er met vrouwlief op uit. We kiezen voor wat intussen toch is uitgegroeid tot ons favoriete stukje Noord-Hollands duin, tussen Bergen en Bakkum, en parkeren de auto op het parkeerterrein bij de Westert. Het is zeven uur, het licht is zacht, de temperatuur voelt aangenaam en een licht windje doet de bladeren van de populieren ritselen…
Vanaf de parkeerplaats lopen we altijd eerst een smal koeienpaadje in dat afdaalt naar een soort weiland; het is ruig grasland, dat ’s winters onder water staat en in de zomer grotendeels droogvalt. Elke keer verschiet dat stuk land van kleur… Nu kleuren grote delen geel…

Van de oude duinakkertjes die hier overal liggen, staan er enkele nog onder water. De overvloedige regen van de afgelopen maanden met daar bovenop de hoosbuien van twee weken geleden, zorgen voor een hoge grondwaterstand. Kikkers en padden geven een gratis concert… Zo ook in het duinmeer even verderop.

We lopen een stuk langs het fietspad en nemen de Hogeweg. Die gaat inderdaad omhoog – en daalt na een kilometer of wat weer af naar een ander meertje, dat gelegen is tussen twee paden/routes die van Egmond aan Zee komen en die even verderop samenkomen: de Vlewoseweg en de Lageweg.

Er loopt hier een poes rond. Een grote rode kater, midden in het duin!? Dat bevalt me niets, met al die kleine vogeltjes en jonge konijntjes… Hij ziet er trouwens weldoorvoed uit! We denken dat hij is achtergelaten – een corona-huisdier, afgedankt nu we weer van alles mogen? Of toch een avontuurlijk aangelegd beestje, gewoon weggelopen van huis…? Wie zal het zeggen? Hij zoekt ons op, maar is ook schuw en verdwijnt uiteindelijk in de bosjes als hij schrikt van een onverhoedse beweging die ik maak…
We lopen verder, volgen de Lageweg. Het pad is op een paar plaatsen omzoomd met abelen. Wat zijn dat toch magnifieke bomen! Door de wind en de barre omstandigheden waarin ze zich staande moeten houden, kronkelen hun stammen en takken alle kanten uit. Ook de kleur van hun blad is bijzonder, zacht groen – en fluweelwit aan de achterkant. Wij noemen ze ‘de olijfbomen van het noorden’. Aan de kant van de weg zien we een bremraap staan: een bijzondere soort zelfs, want met roomkleurige bloemen! Ik zoek de naam op met de app ObsIdentify op mijn telefoon. Het blijkt om de bitterkruidbremraap te gaan, een zeldzame vondst!


We komen bij een dennenbos, de Lageweg volgt hier de rand van het bos, komt langs een prachtig meertje, steekt de Middenweg over en slingert zich dan door enkele duinvalleien naar de Van Oldenborghweg. Wij laten de Lageweg rechts liggen en kiezen voor een smaller pad dat ons door het bos naar de Middenweg brengt.


Iets voorbij het kruispunt Middenweg / Van Oldenborghweg ligt nóg een mooi duinmeertje. Op oude kaarten heb ik gezien dat hier ooit het parkeerterrein lag… Ook dit terrein staat in de winter blank, zodanig zelfs dat je er over zandduintjes omheen moet lopen. Nu echter is het water grotendeels weggezakt al ligt het pad er nog nat bij: onze zolen slurpen in de modder, als je begrijpt wat ik bedoel… We richten onze ogen naar de grond: staat de parnassia al te bloeien? Nee… geen spoor daarvan! Maar ik zie wel wat anders: tientallen moeraswespenorchissen! Wat een bijzondere vondst! Even verderop vind ik nog een zeldzame plant: verfbrem! Mijn avond kan niet meer stuk…

Als we de parkeerplaats naderen, hangt de zon al laag boven de kim en strooit ze haar warme oranjeroze licht over de boomkruinen.
