Naar de melkboer

Rond het middaguur trekken er een paar buitjes over, maar om drie uur is het weer helemaal droog. Wel staat er een straffe wind, volgens mijn weer-app met een kracht 7 op de schaal van Beaufort. Nou, dat kan wel kloppen, denk ik! Poeh-hey!

Ik fiets langs het Noordhollandsch Kanaal naar het noorden. Ik had verwacht wind in de rug te hebben, maar dat valt tegen, de wind blaast uit het zuidwesten maar zit meer west dan zuid. De weg langs het kanaal is onderdeel van de Westfriese Omringdijk. Tussen Koedijk en Schoorldam heeft de wind vrij spel, voorbij Schoorldam is dat wat minder omdat er hier en daar door bomen beschutting wordt geboden. Ik geniet van de openheid van het landschap, al is dat relatief want dit polderland wordt gaandeweg aardig volgestouwd met (bollen)schuren… Gelukkig staan die krengen niet pal naast de dijk – daar zie je eerder aardige dijkhuisjes en stolpboerderijen, de een wat smaakvoller opgeknapt dan de ander, dat wel…

Ik fiets door Krabbendam. Heb ik al verteld dat hier vroeger een warme bakker zat? Als ik ’s morgens naar mijn school in Schagen fietste, kocht ik steevast een halfje wit. En de helft van dat halfje was verslonden tegen dat ik in de Waldervaart aankwam. Krabbendam was ook de plek waar ik kon checken of ik nog op schema zat: een school- of stationsklok – wie zal het zeggen? – toonde me de tijd. Hij staat er nog steeds en ziet er wel wat verweerd uit, maar hij loopt nog en geeft de correcte tijd aan!

Nu kom ik op een mooi stukje Omringdijk… Hoog boven het land slingert dit monument door het polderland. Ooit klotste links de zee tegen zijn voet… nu liggen aan weerszijden grote akkers en weilanden. De wolken jagen door de lucht en af en toe flitst de zon er tussendoor. Het is alsof het licht aan gaat… en weer uit. Fascinerend.

Ik nader het doel van mijn fietstocht: Eenigenburg, waar ik bij boer Bram op De Buitenplaats verse melk ga kopen. Ik neem echter niet de eerste afslag maar fiets nog een stukje verder tot bij de wielen… stille getuigen van verwoestende dijkdoorbraken!

Ik fiets het dorp in, het erf op. In het schuurtje staat een grote koelkast. De boerin staat te praten met een gast die net per fiets is gearriveerd en een nachtje wil kamperen. Deze dame heeft haar fiets met trapondersteuning weer ingeruild voor een ‘gewone’ fiets. De tegenwind maakt dat ze een hoogrood gekleurde wangen heeft! Ik zet mijn lege flessen in een krat, neem twee volle flessen uit de koelkast. Ik reken zelf af met de pinautomaat. En stap weer op de fiets.

Het land bij Eenigenburg wordt ontsierd door een hoge stalen toren met een puntdak – op een van de foto’s hierboven kun je hem ontwaren. Deze uitkijktoren markeert de plek waar Floris V een dwangburcht bouwde om van daaruit de woeste West-Friezen te onderdrukken. Alleen de fundamenten zijn bewaard gebleven. Dertig jaar geleden, toen wij hier voor het eerst passeerden, was dit een romantische ruïne, helemaal overwoekerd, met smalle paadjes en brokkelige muurtjes. Van de stalen kolos was nog geen sprake. Zo’n twintig jaar geleden kreeg iemand het onzalige idee om deze plek te upgraden. Al dat mooie groen werd verwijderd, er werden wat muurtjes gerestaureerd en die stalen toren werd opgericht. Als kers op de taart werd de weg er naartoe afgesloten met een hoog hek. Wilde je de ruïne bezoeken, dan kon je ergens de sleutel halen. Volgens mij is er sindsdien nooit meer iemand op die plek geweest…

Daarstraks echter, toen ik over de dijk fietste, zag ik mensen lopen bij de de restanten van de 13de eeuwse dwangburcht. Ik besluit om eens een kijkje te gaan nemen. Warempel! Het grote hek is verdwenen en je kunt weer gewoon tot bij de ruïne rijden. Ik zet mijn fiets tegen een hekje en verheug me al op een hernieuwde kennismaking. Dan valt mijn oog op een bordje: “Gesloten wegens vandalisme”. Heb je dat weer!

Ik loop om de dwangburcht heen. Mijn mening verandert niet: dit is een mislukte restauratie! Ik leg me erbij neer: het is wat het is… Ik stap weer op mijn tweewieler en trap over de Trambaan naar Warmenhuizen.

Trambaan!? Jazeker, hier reed vroeger het stoomtrammetje van Alkmaar naar Schagen, via Schoorldam naar Warmenhuizen en dan verder via Krabbendam, Sint Maarten en Schagerbrug. Nu is het een mooie laan met aan weerszagen grauwe abelen, die grijze stammen hebben waarop zich ‘ogen’ manifesteren…

Ik rijd lekker beschut door Warmenhuizen…

… en voorbij het dorp neem ik de Diepsmeerweg. Ook hier fiets ik beschut met dank aan een strook bomen en struweel. Her en der zijn er openingen in de singel en heeft de wind vrij spel – op die plekken gebeurt het een paar keer dat ik naar het midden van de weg word geblazen!

Via De Groet kom ik in het Geestmerambacht. Ook hier fiets ik redelijk uit de wind!

En dan komt Alkmaar Noord weer in zicht. Bijna thuis… Tussen het fietspad en de N245 heeft men een natuurbegraafplaats aangelegd: Geestmerloo. In feite is het een soort natuurlijk park met een grote vijver. Ik besluit er een andere keer wat meer aandacht aan te besteden. Nu wordt mijn oog getroffen door een kolenveld… Jaren lagen de velden hier min of meer braak omdat het onzeker was wat er met de strook land tussen Alkmaar Noord en de Nauertogt ging gebeuren, maar blijkbaar is er nu wat duidelijkheid voor de boer…

Nog tien minuutjes fietsen, dan ben ik weer thuis… 28 km gefietst, alles bijeen 2,5 uur van huis weggeweest, inclusief fotostops, melk kopen, bezoek aan de dwangburcht. Rug goed – check! Knie goed – check! Billen… licht gevoelig.

Dit bericht werd geplaatst in Cultuur, Fietsen, Geschiedenis. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s