Trapperdetrapje Bergen

Pom pom pom, loop een blokje om, loop een… ommerdepommetje! Of fiets een trapperdetrapje.

Na deze buitengemeen helendal nog wel zo tamelijk boeiende taalkundige inleiding ga ik over tot de orde van de dag. Het is vrijdagmiddag en het is prachtig weer. Ik moet naar De Mare, ons winkelcentrum: in de bibliotheek liggen enkele boeken op me te wachten en voor proviand wil ik een paar winkels aandoen. Maar de middag is jong, de bibliotheek sluit pas om 17 uur dus ik heb tijd voor een rondje op de fiets. Ik vertrek zonder concreet plan – dat is best bijzonder – maar al trappend wordt het dus een rondje naar, door en langs het dorp Bergen Binnen.

Vanaf de Koedijker Vlotbrug fiets ik via de Kogendijk, de Oosterdijk en de Baakmeerdijk naar Zanegeest, een buurtschap dat al eeuwenlang gelegen is op een oude strandwal… Op de een of andere manier ademt die plek geschiedenis uit…

Vanaf de Oosterdijk zie je Koedijk met molen De Gouden Engel liggen
Kronkelende Oosterdijk
Uitzicht op de Noorder Rekerpolder
Mooie oude boerderij ’t Baken aan de Baakmeerdijk
Zicht op de Zuurvenspolder
Prachtige boerderij op Zanegeest

Voorbij Zanegeest ga ik linksaf, de Oude Natteweg op. Verderop heet het gewoon de Natteweg, en die voert me het dorp in. Natteweg wordt (aan de overkant van de Dreef) de Kruisweg, ik kom uit op de Loudelsweg en daar waar je het Bergerbos in fietst, heet het opeens de Sluisweg. Ik fiets onverhard om ’t Oude Hof en kom langs de Zwarte Schuur waar de filmclub van Bergen is gehuisvest. Er worden daar vaak boeiende films getoond maar ik ben er, voor zover ik het me herinner, nog nooit binnen geweest.

Sluisweg door het Bergerbos
Zwarte Schuur

Het Paddenpad loopt langs de Damlanderpolder. Het was de bedoeling dat die polder bollenland zou worden, maar daar stak de natuurbeweging een stokje voor. Nu wordt deze polder beheerd door Natuurmonumenten… Véél mooier!!

Ik kom uit op de Groeneweg die naar Alkmaar voert. Ik neem echter het fietspad dat parallel loopt aan de Nesdijk. De bermen zijn hier ingezaaid met vele, kleurige bloemen – wat een feest!

Aan het einde van de Nesdijk kom ik op een rotonde met een omstreden kunstwerk: de Poort van Bergen. Hier neem ik het fietspad langs de Bergervaart, die de scheidslijn vormt tussen de Sluispolder en de Bergermeerpolder.

Aan het einde van dit fietspad rijd je onder de N9 door en kom je uit bij het Noordhollandsch Kanaal. Nog een kleine kilometer langs dit kanaal fietsen en dan ben ik weer bij de vlotbrug. De teller geeft 14 km aan en ik heb er – op mijn gemakje – anderhalf uur over gedaan. Het is 16 uur en ik fiets naar de bibliotheek. Daarna doe ik boodschappen en dan gaat het definitief op huis aan. Tijd voor de tuin… Met een streekbiertje en een boek.

Geplaatst in Fietsen | 1 reactie

Zomerse kleurenpracht

Zondagochtend laafden we ons aan Gods schepping, vertelde ik al… Vandaag laat ik de schepping wat meer in detail zien. De oogst van drie uurtjes door de duinen kuieren, op zoek naar de paarse bremraap die we natuurlijk NIET hebben gevonden. Maar dat geeft niets, die vinden we vast een andere keer. Hieronder een dertigtal bloemen die we wél zagen bloeien! Ik ken ze niet allemaal, sommige heb ik opgezocht met de app ObsIdentify en van enkele moet ik de naam schuldig blijven… Ik nodig je uit om vooral te genieten van al dat moois!

Jacobskruiskruid, rietorchis (?), slangenkruid, gele rolklaver
Kattenstaart, geel walstro, haagwinde, duizendguldenkruid
Braam, knautia (?), kruipend stalkruid (?), Sint-Janskruid
Rimpelroos, klein streepzaad, vlindertje, distel (soort)
Teunisbloem, duinooievaarsbek, papaver, (?)
(?), kamperfoelie, roosje, bitterzoet
Agrimonie, sierlijke vetmuur, tijm, ratelaar
Akkerdistel, muursla, ogentroost, dagkoekoeksbloem
Slangenkruid, wit vetkruid, duizendguldenkruid, grote rietorchis
Geplaatst in Bloemen, Duinen | 2 reacties

Zomers mooi

Vanmorgen hebben wij ons gelaafd aan de schepping Gods… Wie die God of goden ook is/zijn, het is een knap staaltje werk wat er is verricht en het enige misbaksel lijkt wel de mens te zijn, die dit allemaal vakkundig naar de kloten aan ’t helpen is. En dan heb ik het over sociale ongelijkheid, klimaatcrisis, oorlogen, milieuvervuiling enz. Wij hier in Nederland, wonen welbeschouwd dan nog in een soort paradijs…

Afijn. Het was niet de bedoeling om zo zwartgallig te beginnen, maar dit moest er even uit. Dat zwartgallige is ook wel enigszins functioneel want het werd opgeroepen vanuit een schreeuw voor aandacht voor al het moois wat er op een zomerse zondagochtend valt te bezien! We hebben de auto (aie… au… hoe consequent zijn we zelf!?) geparkeerd bij de duiningang Diederik (tussen Bakkum Noord en Egmond Binnen) en lopen het Noord-Hollands Duinreservaat in.

Meteen valt op dat de natuur nog volop in bloei staat… Vele grassoorten zijn dan wel uitgebloeid en wiegen als zachte, gouden tapijten in de wind, maar de bloemenwereld laat zich daarentegen niet onbetuigd. Op vochtige plekken heerst het roze-paarse van de kattenstaart. De bloeitijd van de ratelaar loopt ten einde maar met zijn zachte geel brengt hij her en der nog kleur in het landschap. Wat feller geel zijn o.a. het bitterkruid en het klein streepzaad. Het slangenkruid contrasteert met die zonnekleur door zijn helblauwpaarse bloemen… En als je wat beter kijkt, staat er nog veel meer te bloeien, het ene plantje wat meer, het andere plantje wat minder bescheiden.

Ik laat verder de foto’s voor zich spreken… want dat we hier eens links aanhouden en daar vervolgens rechtsaf slaan, is voor de lezer/kijker niet zo boeiend. De route die we hebben gelopen zie je op het kaartje aangegeven. Het is een combi van verschillende door PWN uitgezette wandelingen en wat eigen improvisatie. Het hele ommerdepommetje is 7,1 km lang. Wij deden er drie uur over…

Onderweg heb ik veel close-up foto’s van bloemen gemaakt… Die komen in een volgende blog.

Geplaatst in Duinen, Wandelen | 2 reacties

Zijn bloedige plan

Een boek met zo’n titel laat ik graag staan, ik ben niet van de boeken en de films waar het bloed van af spat. Sterker: ik kan er niet zo goed tegen. Gewelddadige en bloederige scenes achtervolgen me in mijn slaap en verstoren mijn nachtrust… Een teer zieltje, zou je kunnen zeggen. Of dat zo is, weet ik niet, dat oordeel laat ik aan hen over die het nodig vinden er wat van te vinden. Maar een ziel met weinig eelt op, dat zou wel kunnen kloppen, geloof ik.

Genoeg introspectie voor vandaag. Ik liet me toch verleiden tot het lenen van dit boek omdat het zich afspeelt in mijn geliefde Schotland, meer bepaald in de omgeving van het kleine, charmante dorpje Applecross, Wester Ross, waar je door de bergen naartoe rijdt over een indrukwekkende bergpas… Er ligt daar een prachtig stukje kust vanwaar je een mooi zicht hebt op de eilanden Raasay en Skye. Dat uitzicht wordt in het boek meermaals genoemd en dan is het zó fijn om daar beeld bij te hebben.

Applecross (februari 2018)
Uitzicht over de baai, richting Raasay en Skye (februari 2017 en 2018)

Terug naar het boek, dat is geschreven door Graeme Macrae Burnet. In de gevangenis van Inverness zit de zeventienjarige Roderick Macrae te wachten op zijn proces. Hij heeft een gruwelijke, drievoudige moord gepleegd in Culduie, een dorpje waar een tiental huizen staat. In een daarvan woont Roderick (Roddy) zelf met zijn vader, zus en de jonge tweeling. Zijn moeder is anderhalf geleden overleden…

Culduie ligt er tegenwoordig bij zoals je op de onderstaande foto ziet: nette huisjes, met daarvoor een strook land waarop de mensen vroeger hun voedsel verbouwden: aardappelen, uien, prei, wortelen… Achter het dorp torent de Carn an Uaighean (362 m) die Roddy vaak beklom en vanwaar hij dan uitkeek over de baai… Wij maakten vanuit Culduie tweemaal de wandeling naar een paar mooie koraalstrandjes…

Culduie
Coral beaches

O wat is het heerlijk om al die herinneringen op te halen… Echter, dit hoort een boekbespreking te zijn, dus terug naar Zijn bloedige plan. In de 19de eeuw moet het er hier allemaal veel minder lieflijk hebben uitgezien dan nu! Het leven was bikkelhard, de mensen leefden van de arbeid op het land en hadden een paar schapen en wat koeien, of gingen de zee op om de kost te verdienen. Een dak boven het hoofd werd vaak gedeeld met het vee… In de winter werd er honger geleden. Grootgrondbezitters verpachtten land en woningen aan de arme keuterboertjes en vissersgezinnen en leefden hun comfortabeler levens in grote landhuizen, zoals Applecross House. Zij verdienden geld o.a. met het organiseren van jachtpartijen voor de rijkelui uit de grote steden.

Het boek is een soort reconstructie van een misdaad aan de hand van allerlei documenten, o.a. een relaas van de feiten, door Roderick Macrae zelf te boek gesteld tijdens zijn gevangenschap in Inverness Castle. Verder wordt er geput uit krantenartikelen, verslagen van getuigenverhoren en andere verslagen van het onderzoek en het proces.

Het boek begint, na een voorwoord, met de getuigenverklaringen. Dan volgt het relaas dat is geschreven door Roderick Macrae. Om de lezers te helpen is er een handige plattegrond van Culduie bijgevoegd waarop de locatie van de huizen van de bij het verhaal betrokken personen is aangegeven. Roderick Macrae en zijn familie bewoonden het meest noordelijke huis van het dorpje, terwijl de slachtoffers, Lachlan Mackenzie en diens dochter en zoontje, in het huis aan de zuidkant woonden. We maken tevens kennis met Roddy’s advocaat Andrew Sinclair en met James Bruce Thomson, een gevangenispsycholoog, die door Sinclair is opgetrommeld met de bedoeling Macrae ontoerekeningsvatbaar te laten verklaren.

Dan volgen de medische rapporten, een verhandeling door de heer James Bruce Thomson (Reizen in het grensgebied van de waanzin) en tot slot het verslag van het proces dat drie dagen duurde; de jury kwam pas op de vierde dag tot een uitspraak…

Als lezer vraag je je af of dit verhaal inderdaad echt is gebeurd… Die vraag laat ik liever onbeantwoord, want ze hoort bij de sfeer van het boek, vind ik. Wil je echter het antwoord weten, klik dan op deze link (de boeiende geschiedenis-pagina behorend bij een vakantiehuisje in Culduie).

Ik heb enorm genoten van Zijn bloedige plan. Het boek leest als een trein, het speelt zich af op plekken waar ik zelf ben geweest, het is goed geschreven en bevat soms heerlijk onderkoelde Britse humor.

Het drankgelag liep behoorlijk uit de hand en de heer Philby moest bekennen dat hij ‘zich de gastvrijheid van de Hooglanders iets te gretig had laten welgevallen’, want toen zijn hospita hem de volgende ochtend wekte, hoefde hij niet eens opnieuw zijn veters te strikken.

Zijn bloedige plan (documenten gerelateerd aan de zaak van Roderick Macrae), geschreven door Graeme Macrae Burnet. Engelse titel: His bloody project. Een absolute aanrader… ⭐⭐⭐⭐⭐

Geplaatst in Lezen | Plaats een reactie

Wildevrouw

Ik heb een schonen boek gelezen. Geschreven in het Antwerps, wat de taal, de woorden en de zinsbouw betreft althans. Het verhaal speelt zich af ten tijde van de Beeldenstorm (1566), het begint kort ervoor.

Beer is herbergier, zijn herberg aan ’t Zand draagt de naam In den Engel. De zaak draait goed en er komt allerslag volk. In Antwerpen zijn het roerige tijden, het bestuur is paaps maar de lutheranen en de calvinisten rukken op, dit zeer tegen de wil van Filips II die ver weg in zijn kasteel in Spanje zit en oorlogen voert die bekostigd moeten worden o.a. met de opbrengsten van de handel in welvarende steden als Antwerpen…

Het verhaal komt langzaam op gang en dat komt omdat Beer zijn verslag doet vanuit zijn herberg In den Wildeman te Amsterdam. Het is een aaneenschakeling van herinneringen en overpeinzingen, inzichten en gebeurtenissen. Maar het is de taal die Olyslaegers gebruikt, die een mens elke keer weer doen teruggrijpen naar dat boek waarvan de kaft getooid is met twee oermensen, een man en een vrouw, die de oertijd symboliseren en op menig heraldisch wapen prijken… Ook op dat van de stad Antwerpen. ’t Stad zoals wij zeggen. De taal dus, die ik inderdaad schitterend vind, volks, poëtisch, rauw, schilderachtig, krachtig, melancholisch, onderhoudend, sappig somwijlen. Er zijn er zelfs die van Olyslaegers zeggen dat hij Shakespeariaans schrijft.

“In een paar jaar tijd verandert Antwerpen van een bloeiende handelsstad, bekend om haar tolerantie, in een slagveld waar niemand elkaar het licht in de ogen nog gunt.” Aldus de schrijver in een interview in De Volkskrant. En daarmee reikt Olyslaegers m.i. naar onze tijd, waarin wij onszelf graag tolerant noemen – maar zijn we nog wel zo tolerant? Willen of kunnen we dat nog zijn? Wat gaat er met die tolerantie gebeuren? Hoe ziet de wereld er überhaupt uit over vijf, tien, twintig jaar??

Naast hoofdpersonen Beer en zijn stad, worden er allerlei andere figuren ten tonele gevoerd, deels historische, deels verzonnen maar altijd goed gedocumenteerde personages die ook wel min of meer karikaturaal overkomen soms. Wie van mijn leeftijd is en poppenschouwburg Van Campen kent, zal daar zeker aan moeten denken bij het lezen van Wildevrouw. Denk ik.

Voor dat ik stop met schrijven over Wildevrouw, wil ik nog verwijzen naar de interessante website die bij het boek hoort: wildevrouw.be.

Mensen! Sluit u op, zet u in een gemakkelijke fauteuil, zorg voor een goede fles Spaanse of Elzasser wijn, steek een pijp op – en lees. ⭐⭐⭐⭐⭐

Geplaatst in Lezen | Plaats een reactie

Kranenburgh (2)

Na een heerlijke duinwandeling rijden we naar museum Kranenburgh waar we drie tentoonstellingen bezoeken: Irene Kopelman, Thé Tjong-Khing en Die Brücke. Dan is het tijd voor een kopje koffie en een gebakje. En vervolgens voor een rondgang door de tuin…

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik in eerste instantie liever in het zonnetje aan mijn tafeltje blijf zitten, maar dat zonnetje gaat opeens schuil achter grijze wolken, het wordt fris en dus loop ik met vrouwlief alsnog de tuin in. Uiteraard werpen we een blik op het kunstwerk van Lucebert. In de vijver heeft een kunstenaar een soort octopus van flexibele slangen gemaakt: de slangen draaien en kronkelen de hele tijd, leuk om te zien! Iets met Hydra in de naam van het kunstwerk, als ik het me goed herinner…

We stuiten op een restant van een kunstwerk dat in 2013 over de hele tuin was uitgelegd, begrijpen we… een soort bomenparcours. De hele installatie is opgehangen aan touwen, nergens lijkt er een schroef een boom in te zijn gedreven. Ik voel me even Tarzan. Waar is mijn Jane!? (Die maakt foto’s…)

Er staat ook wat meer conventionele kunst in de tuin, evenzeer genieten.

In een keet-op-wielen is een atelier ingericht waar kinderen (schoolklassen?) zich creatief kunnen uitlaten in een inspirerende omgeving.

Ik zwaai nog even vanuit de schommel naar een stenen man – en hij zwaait terug, wat een lieverd! Dan lopen we het museum weer in en bezoeken de kleine maar fijne tentoonstelling Metamorfose, met werk van leden van het Kunstenaars Centrum Bergen. Zeer de moeite waard met heel uiteenlopende creaties!

Hans Kleinsman
Angeline Lips
Jan Grotenberg

Corona heeft voor de museumbezoeker ook zo zijn voordelen… vind ik. Er mag maar een beperkt aantal bezoekers terzelfdertijd naar binnen en dat maakt dat het in alle zalen lekker rustig is en je alle werken uitvoerig kunt bekijken (als je dat wilt) zonder dat er drommen mensen in je nek staan te hijgen. Wat mij betreft houden we dat zo. Ik vind dat trouwens ook gelden voor cafés, restaurants, terrassen… Wat een zaligheid om ruimte om je heen te hebben en niet opgepropt te zitten! Maar ja, heel veel mensen verlangen naar het oude normaal, alles moet weer terug worden zoals het was…

Ik ben een warm pleitbezorger van het trekken van lessen uit corona. Laten we vooral NIET terugkeren naar het oude normaal, maar samen werken aan een nieuw normaal. Waarvan ik ook niet precies weet hoe het er zal uitzien. Maar in elk geval met meer aandacht en ruimte voor de mens, de maatschappij, rust, natuur, gezondheid (preventief), de aarde, … Minder economie. Nee, andere economie. Laten we stoppen met meer, meer, meer & drukker, drukker, drukker. Kijk, die haas op dat bankje voor het museum – die geeft het goede voorbeeld!

Geplaatst in Cultuur | Plaats een reactie

Kranenburgh (1)

Hoewel we tijdens de coronatijd nog wel tweemaal een museum bezochten, is het nu echt een tijd geleden dat we de binnenkant van een kunsttempel aanschouwden. Blij dus dat het weer kan & mag! Het is dinsdag en we hebben een tijdslot geboekt in museum Kranenburgh te Bergen. Om 13 uur worden we verwacht. Vanmorgen hebben we een mooie wandeling gemaakt in de duinen en we moeten ons haasten om op tijd te zijn. Maar we redden het: om 13.02 uur lopen we het museum in.

We worden buitengewoon vriendelijk & coronaproof ontvangen. Door de winkel (gelukkig hebben we een haast lege portemonnee…) lopen we naar de eerste tentoonstelling: A tiny world and countless compositions in it. De Argentijnse kunstenares Irene Kopelman kijkt door de microscoop naar het piepkleine leven in de zee en ontdekt daar allerlei patronen in die ze uitwerkt met zachtgele verf op wit papier. Ik vind het fascinerend wat ze doet, maar er hangt (en ligt) teveel werk en ik bekijk dan ook maar een fractie van de kunstwerkjes…

In de volgende zalen is een tentoonstelling te zien met originele schilderwerkjes van een bekend illustrator van (vooral) kinderboeken: Thé Tjong-Khing. Er is een keuze te zien uit Thé Tjong-Khings illustraties van de afgelopen twintig jaar. Ik weet niet waarom – het is een gevoel – maar deze illustrator heeft mij nooit kunnen raken met zijn illustraties. Er is iets… gekunstelds, geforceerds… aan zijn werk. Anders gezegd: er zit geen ziel in. En dat gevoel wordt tijdens het bezoek aan deze tentoonstelling niet weggenomen, hoe aardig of grappig sommige werkjes ook zijn…

Ik geloof graag dat dit een tentoonstelling is waar kinderen van genieten. Als ik nog schoolmeester was, zou ik er zeker met mijn klas naartoe gegaan zijn en had ik naar aanleiding ervan best een aardig project in mekaar willen knutselen. Het museum doet ook zijn best om het kinderen naar de zin te maken, getuige de leuke tekenplekken en een sfeervolle leeshoek.

In een van de filmpjes die je kunt zien, vertelt de illustrator dat hij een grote spiegel in zijn werkkamer heeft die hij gebruikt om bijvoorbeeld een bepaalde houding te onderzoeken. Daarbij lijkt hij zich soms ook te verkleden – of zou het rek met verkleedkleren een toevoeging van het museum zijn?

Tijd om af te dalen naar ‘de kelder’, waar een tentoonstelling plaatsvindt rondom zes belangrijke pioniers van het Duitse Expressionisme, een stroming die aan het begin van de twintigste eeuw de Europese ontstond en mede aan de wieg staat van de Bergense School. Deze zes pioniers van Die Brücke zijn Erich Heckel, Ernst Ludwig Kirchner, Otto Mueller, Emil Nolde, Max Pechstein en Karl Schmidt Rottluff (die waarschijnlijk de naam voor deze kunstenaarsgroep bedacht). Die Brücke is vooral actief in en om Dresden en Berlijn. Voor deze tentoonstelling is een keuze gemaakt uit de collectie van het Lehmbruck-Museum in Duisburg. Ik vind het een mooie tentoonstelling, klein maar fijn, en een grote verscheidenheid aan werk wordt er getoond.

We hebben nog niet geluncht… Hoogtijd dus om naar de cafetaria te gaan om een kopje koffie te bestellen met iets lekkers erbij. We installeren ons aan een tafeltje buiten, in de zon. Heerlijk.

Geplaatst in Cultuur | 2 reacties

Vrolijke schapen

Zomaar opeens gaan we er een dagje op uit. Dichtbij huis trouwens… Vrouwlief en ik rijden naar Bergen en parkeren bij de Franschman. Vanaf de parkeerplaats (die officieel Uilenvangersweg heet) maken wij gewoonlijk óf een wandeling ten noorden van de Zeeweg, óf een wandeling ten zuiden ervan. Elke wandeling kent wel zijn kleine variaties… Vandaag wil ik het anders doen: we wandelen een noordelijke lus, waar het kan over paden die we niet (zo vaak) nemen. En met de klok mee. En zo wordt dit opeens toch een heel ander om(merdepom)metje… (Na afloop van de wandeling, bezoeken we museum Kranenburgh, daarover meer in een aparte blog.)

Na een kort stukje fietspad gaan we linksaf en houden iets verderop, op de splitsing, opnieuw links aan. We zijn in een linkse bui, zo lijkt het wel. Maar altijd links aanhouden resulteert in een wandeling tegen de klok in – en ik heb al verklapt dat we vandaag met de klok meelopen. Inderdaad, als we op een fietspad komen, gaan we naar rechts. Maar hé! even verderop houden we toch weer links aan… en tijdens de wandeling nemen nóg driemaal een linkse afslag… Dat zegt wat over de kronkeligheid van de paden. Of van onze route. Of beide. Ach, maakt niet uit…

Tijdens het eerste deel van de wandeling lopen we door laag eikenbos waar de hengel welig tiert. Het is opvallend hoe goed de heide erbij staat. Hopelijk is het een prima zomer voor de heide en bloeit ze in augustus weer uitbundig! Naast het vele groen dat bij de prille zomer hoort, overheersen in het landschap het geel van de uitgebloeide grasjes en het rood van de bloeiende schapenzuring…

Halverwege zetten we ons op een bankje. Intussen is de jas allang in de rugzak verdwenen want hoewel het best fris is, heb je het al lopende gauw te warm…

We hebben een museumbezoek gepland en in tijden van corona betekent dat: een tijdslot! Om 13 uur worden we in Kranenburgh verwacht. We lopen keurig op schema en dan… ja, dan kom je een schaapskudde tegen en dat brengt enig oponthoud met zich mee want uiteraard willen we de schapen uitgebreid op de foto zetten. Het is bovendien een grote, gemêleerde kudde – extra leuk! We zien nergens een schaapsherder met hond(en), maar misschien houdt die zich verscholen in het bos…? Er is een soort mobiele afrastering geplaatst om de schapen in een bepaald gebied te houden… Aan die afrastering hangt een bordje: de Vrolijke Schapen. Daar word je toch zelf ook vrolijk van? Wil je meer weten over al die Vrolijke Schapen en hun herderin, dan kun je een kijkje nemen op de website vrolijkeschapen.nl.

Ons resten nu de laatste twee kilometer of zo richting de auto. We zetten er stevig de pas in want we willen niet te laat in het museum aankomen… We komen nog langs een plek waar goed te zien is dat het kort geleden flink heeft geregend – een speelveld is zwemplek geworden.

Zoals (bijna) altijd, heb ik onderweg weer foto’s gemaakt van de bloemen en bloemetjes die we zien bloeien…

Geplaatst in Duinen | 3 reacties

Donderdagommerdepommetje

Het is weer donderdag en dat betekent: met de buurman op de fiets naar de Zuurvenspolder en daar een om(merdepom)metje lopen. Als ik uit mijn slaapkamerraam kijk, schijnt de zon, maar aan de einder liggen dikke wolken. De vraag is: schuiven die zuidwaarts op ons af – of is dit wolkenpakket eerder in de ochtend al voorbijgezeild en drijven ze de Noordzee op?

We stallen de fietsen tegen het dranghek en maken ze eraan vast met een fors kabelslot. In mijn rugzakje draag ik een lege melkfles mee. Het wordt al gauw duidelijk dat de zon zo meteen gaat verdwijnen want de vanuit het slaapkamerraam opgemerkte wolken zijn intussen naderbij gekomen en schuiven langzaam edoch onverbiddelijk voor de zon… Echter, af en toe valt er een gaatje en licht het landschap nog even op… Hieronder een fotoreportage van onze ochtendwandeling. Niet verkeerd om de dag zó te beginnen! O ja, volgens mijn ViewRanger app is het een ommerdepommetje van 2,85 km.

Uiteindelijk bereiken we de Baakmeerdijk. We lopen het erf op van de Bergense melksalon. Ik vul de meegenomen melkfles en buurman koopt een pompoen- en een gele courgetteplant. Genietend van de klaprozen in de wegberm sjouwen we alles naar de fietsen en rijden op huis aan. De zon is inmiddels definitief verdwenen achter grijze wolken, de werkdag kan beginnen!

Geplaatst in Wandelen | Plaats een reactie

Natte voeten in Over ’t Hek

Nog niet zo lang geleden vertelde ik wat meer over de Zuurvenspolder bij Bergen: een oude polder met de functie ‘waterberging’ en tevens NNN-gebied (NatuurNetwerk Nederland). Iets noordelijker, richting Schoorl, ligt de Oudburger Polder met daarin nog een gebied met de functie ‘waterberging’: Over ’t Hek. Ook hier is de NNN-status van kracht. Over ’t Hek ligt in de driehoek die wordt gevormd door de Schapenlaan, de Teugelaan en de Klaassen- en Evendijk. In het gebied staat een biodynamische zorgboerderij: de Noorderhoeve. (Wil je meer te weten komen over deze bijzondere boerderij, klik dan hier.)

Van 2001 tot 2004 werkte ik in Schoorl, op de sympathieke basisschool Teun de Jager. (Bijna) elke dag fietste ik door de polder, en dus ook over de Schapenlaan, naar mijn werk. Ik zag wel dat er onverharde zijwegen waren, maar die zagen er nogal privé uit en daarom heb ik ze nooit verkend. De laatste jaren zie je in Noord-Holland dat op steeds meer plaatsen boerenwegen, dijkjes, graskades enz. worden opengesteld voor wandelaars. Een goede ontwikkeling. Het creëren van het Wandelnetwerk Noord-Holland zal hieraan zeker bijgedragen hebben… Op de kaart van het WnNH had ik al eerder gezien dat er daar in de polder gewandeld kon worden, maar ik was er nog nooit gaan kijken…

Het is maandagavond, 21 juni, de langste dag. Ik behoor tot de pessimisten die op de dag van de zomerzonnewende met pijn in het hart vaststellen dat de dagen weer gaan korten… Het heeft vandaag de hele dag geregend – en dat bovenop de vele regen die er de afgelopen dagen viel! Ik wil wel eens gaan kijken of de waterberging in de Zuurvenspolder zijn werk heeft gedaan. Net als ik op het punt sta om op de fiets te stappen, komen buurman en buurvrouw aan fietsen, en zij adviseren me om naar Over ’t Hek te gaan kijken – ze komen er net vandaan, daar staat heel wat water! Zo gezegd, zo gedaan. Ik stel mijn plan bij en vertrek. In de weilanden staan overal plassen, maar ik zie pas de eerste ondergelopen weilanden als ik over de Schapenlaan fiets, bij de splitsing met de Klaassen- en Evendijk.

Genietend van de bloemrijke wegberm fiets ik een stukje verder. Aan de kleur van het grasland zie je of er is gemaaid. In één een van de weilanden rechts van de Schapenlaan staat het gras heel hoog en overal zie ik vogelwikke bloeien; her en der staan ook korenbloemen… Als je bedenkt dat de weilanden er vroeger overal zo hebben uitgezien, dan doet het zien van al die saai-groene graslanden toch wel enigszins verdriet… Ooit waren wij te gast bij een boer in de Yorkshire Dales. Hij vertelde dat de boeren er daar voor hadden gekozen om afscheid te nemen van veredelde grassoorten en weer alle ruimte boden aan het bloemrijke grasland van weleer. Zijn koeien waren minder ziek, hadden veel minder zorg van een veearts nodig… Híj was in elk geval om!

Tegenover de Oudtburghweg ga ik rechtsaf, een grindpad op dat verderop een kronkelende grasdijk wordt… Overal zie ik ondergelopen weilanden. In een van de plassen – te ver om er een duidelijke foto van te maken – staan drie lepelaars in het water… Afwisselend fiets en loop ik een stukje verder het dijkje op. Puur genieten! Net als ik op het punt sta om om te keren, komt er een auto de dijk opgereden. Voor de auto uit rent een hond die blaffend op mij afkomt. Blaffen wordt vervaarlijk grommen, ik voel me niet bepaald op mijn gemak. De auto stopt bij een weiland met schapen, een vrouw stapt uit en blaast op een fluitje. De hond is goed afgericht, reageert meteen en na nog een laatste boze blik op mij, draaft hij naar het vrouwtje… Met een armzwaai bedank ik haar en opgelucht fiets ik terug naar de Schapenlaan. Ik hecht namelijk nogal aan de heelheid mijner welgevormde kuiten, ziet u.

Ik fiets een stukje verder en sla weer rechtsaf, het Grote Heklaantje in. Ik kom nu langs de Noorderhoeve. Deze weg is geasfalteerd tot net voorbij de boerderij, dan wordt het een karrenspoor en uiteindelijk wordt het een graskade – daar staat een Amerikaans windmolentje, en op dat punt keer ik weer terug.

Ik fiets weer verder over de Schapenlaan richting Schoorl, ga voor de derde keer rechtsaf, nu de Teugelaan in. Die volg ik tot vlakbij de N9. Ook hier staan de weilanden behoorlijk nat en er wordt gepompt! Net voor de N9 stuit ik op een bordje van het Rekerepad: een wandelroute die min of meer de loop van de Rekere volgt, het riviertje dat eertijds vanaf Alkmaar en Bergen richting het Zijper Zeegat stroomde…

Over de Klaassen- en Evendijk fiets ik terug naar de Schapenlaan, en vervolgens door Zanegeest, over de Baakmeerdijk en de Oosterdijk terug naar de Kogerdijk. N9 over, vlotbrug over, bijna thuis… Goeie tip van de buurman en de buurvrouw!

Geplaatst in Fietsen, Natuur | Plaats een reactie