Noordelijke Kampina

Dinsdag 29 december. Ik heb nog een NS keuzedag en die neem ik op om een wandeling te gaan maken in een van onze zuidelijke provincies: Noord-Brabant. Na een vlotte treinreis sta ik keurig om 11.09 uur op het perron van station Boxtel. Aan de ene kant van de spoorlijn ligt het dorp, aan de andere kant een groot bedrijventerrein: de onvermijdelijke ‘schimmel’ die elk zichzelf respecterend dorp of stadje laat woekeren ten behoeve van de welvaart. Ik vraag me – voor de zoveelste keer – af waarom ze die afzichtelijke bedrijfsgebouwen niet afschermen van de rest van de wereld met een brede groensingel… Zo hoeven wij er niet tegenaan te kijken en kunnen de mensen die er werken tussen de middag een rondje lopen in het groen… Win-win zeg ik!

De sjaal strak om mijn hals, de jas dicht geritst, de pet op… daar ga ik. De eerste 750 meter gaat de route geklemd tussen de spoorlijn en het bedrijventerrein, maar daar wordt in de routebeschrijving van deze Groene Wissel (nr. 126) begrip voor gevraagd: “Dus maar even de kiezen op mekaar en lekker doorstappen!” En dat doe ik. Na tien minuten lopen steek ik het Smalwater over. Er zit nat in de lucht… Nog even een klein nieuwbouwwijkje door en dan wordt het mooi. De route loopt een even langs het Smalwater en steekt dan via een kort stukje asfalt door naar het prachtig kronkelende riviertje de Kleine Aa. Het nat in de lucht wordt heuse regen en ik haal de paraplu uit de rugzak…

Er is de afgelopen tijd door de weergoden heel wat hemelwater ter aarde geworpen en dat zie je aan het riviertje dat buiten haar oevers is getreden – en dat merk je aan het land en het pad, resp. zompig en modderig. Ik volg de Aa, klein van naam maar groot in schoonheid, gedurende ongeveer anderhalve kilometer. Jammer dat het zo regent en ik steeds opzie tegen de worsteling met de paraplu, anders had ik hier veel meer foto’s gemaakt…

Net voor de Kleine Aa onder de spoorlijn van Boxtel naar Tilburg duikt, gaat de Groene Wissel linksaf, een graspad op dat even verderop een asfaltweggetje kruist om vervolgens de bossen van de Kampina in te duiken… De paraplu kan ik uitschudden en opbergen, af en toe miezert het nog even maar uiteindelijk wordt het helemaal droog – en dat blijft het de rest van de wandeling (tot ik het station van Boxtel weer nader…). Het landschap verandert drastisch: boerenland wordt bos en even verderop heide. Het is vakantie én het is coronatijd, en dat maakt dat ik niet de enige ben die op stap is. Gelukkig is het, op een paar plekken na, nooit hinderlijk druk, maar er loopt toch wel zó veel volk rond dat, als je onbespied een plas tegen een boom wilt doen, het even duurt voor er zo’n moment is dat het kan…

Bij het Meeuwenven (foto hierboven) pauzeer ik kort. Ik eet een paar handvolletjes noten en als toetje enkele gedroogde abrikozen. Het is waterkoud, dus lang blijf ik niet hangen… Ik wandel nu de heide op, de route loopt over brede zandpaden tussen de Huisvennen door, een verzameling grotere en kleiner vennen in deze hoek van de Kampina. Het landschap is open, maar die openheid wordt prettig doorbroken door bomengroepen en kleine stukjes bos. Ik loop nu tussen de ochtend en de middag – en dat merk ik aan de drukte…

Het pad langs het Kogelvangersven is gedeeltelijk afgesloten: het landschap wordt er heringericht. Ik vraag me af wat hiermee wordt bedoeld, want wat valt er nou in zo’n heidelandschap her in te richten? Ik volg de omleiding en kom op een rolstoelpad terecht dat naar de Zandbergsvennen voert. Net voorbij de Van Tienhovenstenen loop ik een smal paadje in. De Van Tienhovenstenen zijn een klein monument ter ere van Piet van Tienhoven (1875-1953), die een halve eeuw aan het roer van Natuurmonumenten stond als penningmeester en voorzitter. Van Tienhoven bleef altijd in de schaduw van Jac. P. Thijsse staan. “Van Tienhoven was misschien nog wel belangrijker dan Thijsse. Hij heeft een ongekende hoeveelheid werk verzet. Niet alleen voor Natuurmonumenten, ook voor de internationale natuurbescherming en het behoud van cultuurhistorisch erfgoed.” Enfin, de goede man heeft hier zijn eigen monument gekregen op een plek met een prachtig uitzicht over de Zandbergsvennen.

Even verderop loop ik over een lang bospad naar de rand van de Kampina en via een klaphekje verlaat ik het gebied. Over rustige asfaltweggetjes en mooie zandwegen voert de Groene Wissel me naar het Smalwater. Een smal paadje loopt naast het riviertje en dat volg ik tot ik terug in Boxtel ben… Dan maar weer even de kiezen op mekaar en lekker doorstappen naar het station! Het begint opnieuw te miezeren…

Ik neem de trein van 15.22 uur naar ‘s-Hertogenbosch en kies voor een langere overstap zodat ik 1) tot Alkmaar niet meer hoef over te stappen en 2) bij banketbakker Jan de Groot (vlakbij station Den Bosch) nog een onvervalste Bossche bol kan inslaan die ik in de trein opsmikkel… Een kies die al eerder opspeelde, laat me weten deze zoete hap niet te kunnen waarderen en maakt me duidelijk dat ik met spoed een afspraak met de tandarts moet maken. Wat inmiddels is geschied, nog vóór de jaarwende zal ik in de tandartsstoel liggen: “Als ik u zo hoor, wordt het waarschijnlijk een wortelkanaalbehandeling, meneer.”

Geplaatst in Wandelen | 1 reactie

Lockdown again

Het is weer zover: Rutte spreekt vanavond de bevolking toe vanuit zijn werkkamer, het torentje te ‘s-Gravenhage. De eerste keer deed hij dat op 16 maart. Het COVID-19 virus zette zijn opmars door Europa onstuitbaar in en ook Nederland moest eraan geloven: we kregen wat we zijn gaan noemen ‘een intelligente lockdown’ voor onze kiezen. Kijk, zo zette Nederland zich weer goed op de (wereld)kaart, want nergens ter wereld was men al op het idee gekomen om een intelligente lockdown op te leggen! Nee zeg, in al die andere landen ging het om domme lockdowns, of in het beste geval om neutrale lockdowns.

We kunnen er met zijn allen eens goed om lachen (of niet), maar het hielp allemaal wel…

De cijfers (het aantal besmettingen, de aantallen in ziekenhuizen opgenomen coronapatiënten inclusief de IC-bedden) daalden, de zomer kwam eraan. Er werd gevraagd om voorzichtig en waakzaam te blijven maar allengs zag je dat nogal wat mensen er geen zin meer in hadden en velen gingen echt los. Er werd onvoldoende gehandhaafd. En de prijs daarvan betaalde zich uit in een zgn. tweede golf. Er kwamen weer strengere maatregelen die aanvankelijk even leken te helpen. Sinds een week echter zien we het aantal besmettingen opnieuw stijgen richting de 10 000 per dag en dreigt de zorg rond de feestdagen weer overspoeld te gaan worden door mensen die heel ziek worden van het COVID-19 virus…

Het is weer zover: Rutte spreekt vanavond de bevolking toe vanuit zijn werkkamer, het torentje te ‘s-Gravenhage. We moeten eraan geloven: een tweede lockdown komt eraan! En onmiddellijk zie ik op social media een hoop bagger gespuid worden: veel mensen hebben er geen zin in, geloven er niet in, menen dat er sprake is van samenzweringen enz.

Ik wil een pleidooi voor de redelijkheid houden. Er zijn door onze regering, die ik niet zo hoog acht, besluiten genomen. Die besluiten liggen steeds aan het eind van een lang en democratisch proces. Wat we ook denken, wat we ook vinden, waar we ook bang voor zijn, waar we ook boos over zijn… Als we ons eendrachtig aan die maatregelen hadden gehouden, dan had Rutte vanavond geen nieuwe lockdown moeten uitvaardigen. Ik ben ervan overtuigd dat dit voor elk besluit geldt, m.a.w. wat voor strategie de regering ook had gekozen, ze was er nooit in geslaagd om iedereen blij te maken. Maar als we ons collectief aan de genomen besluiten hadden gehouden, waren we verder gekomen… Wat nu een hard criterium is, is de capaciteit van de zorg. Dat is zeker iets om rekening mee te houden, echter we hadden ook (een mix van) andere criteria kunnen kiezen. Dat is niet gebeurd. Het zij zo. Dít is nu de koers die gevaren wordt…

Dat er kritisch wordt gekeken naar alles wat er gebeurt, naar de consequenties van de gekozen strategie, dat is alleen maar goed. Als over een jaar het leven weer COVID-vrij is, dan moeten we zeker niet nalaten om lessen te trekken uit het gebeurde. Dan moeten we goed kijken naar hoe andere landen zijn omgegaan met deze pandemie, en dan moeten we ook de échte antwoorden proberen te vinden op alle vragen die nu worden gesteld (ook die van de complotdenkers…). Zodat we in de toekomst andere, betere keuzes kunnen maken… Want dat het anders én beter kan, daarvan ben ik ook overtuigd. Ik heb alleen nu niet dat betere antwoord in petto en dus houd ik me, het gezonde verstand hanterend, aan de huidige regels. Want er tegenin gaan, leidt alleen maar tot nieuwe ziektegolven en strengere maatregelen. En eerlijk gezegd: daar heb ik geen zin in.

Geplaatst in Uncategorized | 2 reacties

Brabantse Wal

Fiets, trein, bus. Alkmaar, Bergen op Zoom, Hoogerheide. Bij de bushalte Raadhuisstraat staat mijn jongste broer W. op me te wachten. Hij is hier vanuit Antwerpen met de bus naartoe gereisd. Tijd voor een oudste&jongste-broer-dag met bijbehorende babbel.

Tussen twee schuttingen door lopen we het dorp uit en na een paar honderd meter staan we bij een korte, vrij steile helling: hier gaat zandgrond in kleigrond over, we kijken vanaf de Brabantse Wal uit over de Noordpolder van Ossendrecht. Als je er over nadenkt is het een vreemd stukje land, ingeklemd tussen de Wal en twee snelwegen, en aan de zuidelijke horizon de fabrieken en windmolens van de Antwerpse haven, die de hele dag op de achtergrond te horen is… Écht stil zal het hier maar zelden zijn, denk ik.

De Noordpolder van Ossendrecht is ondanks alle horizonvervuiling en zoemgeluiden toch een mooie polder om eens door te lopen. Veel weilanden liggen er drassig bij. De wegen zijn slijkerig. De wind dun…

Uiteindelijk voert een kaarsrechte polderweg ons weer naar de Brabantse Wal. De rest van de wandeling gaat over zandpaden, door het bos. Lekker beschut tegen de wind maar minder boeiend. Het valt me op dat er veel paddenstoelen groeien, mooie gave exemplaren… Best laat in het seizoen!

Om 15.26 uur neem ik bus 105 bij bushalte Putsmolentje. Nu zit ik in de warme (!) trein. Buiten is het grijs, de avond valt. Ik heb nog een lange reis voor de boeg…

Geplaatst in Wandelen | Plaats een reactie

En attendant Bojangles

Ik ben lid van de Facebookgroep BoekPerWeek (van de bibliotheek). Ik kan je al meteen verklappen: elke week een boek lezen, lukt mij niet. Toch tel ik op mijn lijstje van 2020 al 32 boeken – en ik weet dat ik er onderweg een paar vergeten te noteren ben, dus mijn leestotaal hangt ergens tussen de 35 en de 40 boeken so far. Het valt dus wel mee met dat lezen van mij… Eerlijk gezegd lig ik er niet wakker van dat ik er niet in slaag om elke week een boek te lezen. Wat ik vooral leuk vind aan deze Facebookgroep, is dat je er doorlopend nieuwe suggesties voorgeschoteld krijgt. Wie zijn boek op de pagina presenteert, moet er ook kort iets over vertellen. En zo kwam het boek Wachten op Bojangles op mijn pad…

Bojangles verwijst naar het nummer Mr. Bojangles, o.a. gezongen door Nina Simone. Het oorspronkelijke nummer is van de Amerikaanse countrymuzikant Jerry Jeff Walker (1968) en verkreeg bekendheid door de cover van The Nitty Gritty Dirt Band (1970). In 1971 en 1972 is het nummer uitgebracht door respectievelijk Nina Simone en Sammy Davis jr. Het is de prachtige versie van Nina Simone die in het boek een belangrijke rol speelt…

Het boek is geschreven door de Franse auteur Olivier Bourdeaut en werd in 2015 uitgegeven onder de titel En attendant Bojangles. In 2016 vond het zijn weg naar de Nederlandstalige markt: Wereldbibliotheek gaf het uit onder de titel Wachten op Bojangles. Op het kaft wordt gewag gemaakt van “Een modern sprookje over de liefde”.

Over de liefde gaat dit boek zeker. Bij George slaat de bliksem in als hij op een receptie ter gelegenheid van de opening van zijn tiende garage een jonge vrouw opmerkt, net op het moment dat hij zich wil losweken uit een groepje dames en heren die hij heeft geamuseerd met het ophangen van het verhaal dat graaf Dracula in zijn familiegeschiedenis voorkomt…

“Ik wilde net afscheid nemen van deze grandioze groep (…) toen een jonge vrouw met veren in het haar, in een luchtige witte jurk en met een lange, dunne, onaangestoken sigaret in de geknikte hand aan het eind van een omhoog gebogen gehandschoende arm met haar ogen dicht begon te dansen (…) Al naargelang de maat van de muziek was ze dan weer sierlijk als een zwaan, dan weer vurig als een valk, en ik stond met open mond aan de grond genageld. (…) Ik zag die combi van een courtisane uit de jaren twintig en een Cheyenne onder invloed van peyote tussen het gezelschap door lopen, van groepje naar groepje huppelen, de mannen met haar suggestieve poses doen verkleuren van plezier en de vrouwen irriteren op dezelfde manier. Zonder te vragen pakte ze de heren bij de arm, draaide hen rond als een tol en bracht hen weer naar hun bitter jaloerse echtgenotes , terug naar hun treurige levens.”

Het gesprek dat de twee de rest van de middag met elkaar voeren is best excentriek te noemen: twee mensen met wel heel veel fantasie die elkaar hebben gevonden voor het leven! Elke avond zetten ze de pick-up aan en dansen ze op Nina Simones Mr. Bojangles

Ze krijgen een zoontje (dat in het boek de hoofdverteller is), leven een compleet maf leven, van feest naar feest. De kraanvogel mejuffrouw Supertopinada is hun huisgenoot. Een trouwe gast in het leven van George en zijn vrouw (hij geeft haar elke dag een andere naam) is een senator die liefkozend ‘het Zwijn’ wordt genoemd.

Het verhaal hoe ze de senator hebben leerde kennen, “verschilde van cocktail
tot cocktail. Het Zwijn had varkenshaar. Kort, borstelig varkenshaar met rechte hoeken boven een ronde rode kop, die in tweeën werd gespleten door een prachtige snor met
een dun stalen brilletje erboven, dat op zijn plaats werd gehouden door oren in de vorm van een garnalenstaart. Hij legde uit dat het door het rugby kwam dat zijn oren
net gambastaarten leken, en dat begreep ik niet zo goed, maar ik had er in elk geval uit opgemaakt dat gym-tonic een minder gevaarlijke sport was dan rugby, zeker voor de
oren. De kleur en het geheel met het verbrijzelde kraakbeen hadden alles van een garnaal, dat was nu eenmaal zo, jammer voor hem. Als hij lachte, schokte zijn lichaam op en neer, en omdat hij altijd lachte, schudden zijn schouders aan één stuk door. Hij praatte hard en krakend als een oude radio. Hij had altijd een enorme sigaar bij zich, die hij nooit aanstak. Hij hield hem in zijn hand of in zijn mond wanneer hij binnenkwam en stopte hem in zijn koker wanneer hij weer vertrok.”

Als lezer ‘kijk’ je ernaar met een blik vol ongeloof – en ik kon op een gegeven moment de vraag niet onderdrukken waar dit allemaal naartoe zou leiden. En dan is er opeens een wending in het boek en krijgt het verhaal een prachtig rauw randje en ten slotte een einde dat je misschien wel verwachtte maar waarop je vooral niet hoopte…

3,5 sterren ⭐⭐⭐(⭐) ken ik Wachten op Bojangles toe. Als je het boek gaat lezen, vergeet dan vooral niet Nina Simones Mr. Bojangles erbij te halen…

Het verhaal is eveneens in stripvorm uitgegeven. Oók in het Nederlands… Roman én strip zijn te verkrijgen bij de bibliotheek.

Geplaatst in Lezen | Plaats een reactie

Grijs weer

Toen ik op de lagere school zat – en dat is best al lang geleden – was ik een fanatiek lezertje… In die tijd had je een reeks die, als ik het me goed herinner, Prisma Pockets voor de Jeugd werd genoemd. Aan sommige van die boeken heb ik nog herinneringen, bijv. aan een boek over een Londens meisje dat de Tweede Wereldoorlog meemaakte bij familie in een bergachtig gebied ergens in Groot-Brittannië: was het Wales? het Lake District? Geen idee. Een ander boek speelde zich af in Londen, waar een jongetje werd opgesloten in de kajuit van een binnenschip. Gedurende het hele boek hing er smog over Londen… dichte mist. Ziedaar de associatie met het weer op deze laatste zaterdag van november.

De dag begon met mijn derde nat-in-nat schilderles. Meester Dick legde de kleurenleer van Rudolf Steiner uit, zeer interessant! En vervolgens gingen we volgens die kleurenleer aan het werk. De laatste opdracht was een schilderijtje met waterlelies. We begonnen met ons blad eerst met heel weinig geel te schilderen, daarna moesten we er overheen gaan met een weinig rood en ten slotte met een ietsepietsie blauw. En o wonder, deze drie kleuren heffen elkaar zo’n beetje op en er ontstond een witte fond waaruit we vervolgens de waterlelies moesten uitsparen toen we het blauw aanbrachten… Ik heb het boek van Steiner over zijn kleurenleer maar weer eens besteld bij de bieb. Misschien kom ik er, nu ik er in de praktijk heb mee kennisgemaakt, wat makkelijker doorheen…

Dit toch wel zonnig aandoende schilderijtje contrasteert behoorlijk met het redelijk sombere weetje buiten! Dat neemt niet weg dat ik zin heb om aan het eind van de middag een wandeling te maken bij de Kleimeer. Het is al vier uur en er komt mist opzetten. Vreemd misschien, maar mist is een van mijn favoriete weertypes. Ik houd wel van die kleine wereld waarin je je dan beweegt. De kleuren krijgen een heel andere kwaliteit en de geluiden worden gedempt.

Ik wandel vanaf de parkeerplaats aan het Vlasgat langs de Kleimeer tot bij de heuvel met de palissade, en weer terug. Het is kwart over vier als ik de eerste groepen spreeuwen zie opdoemen uit de mist en uitzwermen over het riet om vervolgens dicht bij mekaar in de toppen van de rietpluimen te gaan hangen. De ene na de andere zwerm duikt in het riet, soms een groepje van enkele tientallen, soms een groep van honderden vogels! Hun getsjirp is van ver te horen. Het is jammer genoeg al te donker om foto’s te maken… Als ik weer terugloop, branden bij het huis de buitenlampen al…

Geplaatst in Kleimeer | Plaats een reactie

Aan het einde van een dag in november

Woensdag 25 november. Over precies een maand is het Tweede Kerstdag. Hoewel deze constatering volstrekt correct is, voelt het toch alsof we nog mijlenver van het kerstfeest zijn verwijderd. Een kerstfeest dat naar alle waarschijnlijkheid anders zal verlopen dan anders, met dank aan het COVID-19-virus dat Nederland – en talloze andere landen – nog steeds in zijn greep houdt.

Woensdag 25 november. Een dag waarop de zon priemt door hoge sluierbewolking en de temperatuur in Noord-Holland niet boven de 10 graden uitkomt. Een dag die begint met ochtendrood – maar er valt geen water in de sloot. Wel komt er aan het einde van de middag van op zee bewolking aanzetten en vergrijst het licht in slow motion, tot de zon achter de wolken zakt en pasteltinten de lucht kleuren.

Langs de Kleimeer hebben zich op meerdere plaatsen fotografen geïnstalleerd, de camera’s met forse lenzen naar het uitspansel boven het riet gericht. Rond half vijf stromen uit alle windrichtingen zwermen spreeuwen samen die in het riet komen overnachten. Soms voeren ze hun formidabele balletten op, maar vanmiddag valt het wat tegen… En terwijl de laatste kleurzwemen uit de lucht verdwijnen, dalen duisternis en rust hand in hand neer over het land…

Geplaatst in Kleimeer | 1 reactie

Wandelen in Noordlaren

Berend botje ging uit varen
Met zijn scheepje naar Zuidlaren
De weg was recht, de weg was krom
Nooit …

Een liedje over Zuidlaren! En ja, waar Zuidlaren ligt, ligt vast ook ergens Noordlaren! Beide dorpen liggen amper 4 km van elkaar, en zijn behoorlijk verschillend… Zuidlaren is een vrij groot dorp, toeristisch, gelegen in de provincie Drenthe en deelgemeente van de gemeente Tynaarlo. Noordlaren is een klein dorp, rustig, gelegen in de provincie Groningen en deelgemeente van de gemeente Groningen… Wij logeerden dit weekend bij familie die net ten noorden van Noordlaren woont, aan de rand van het natuurgebied Appelbergen. Zondagochtend maakten we een heerlijke wandeling naar en door het Noordlaarderbos.

De eiken stonden daar in Noordlaren nog aardig in blad; niet overal trouwens want op sommige plaatsen waren deze knoestige bomen hun bladertooi al kwijt en toonden zij zich in hun magnifieke winternaaktheid… We passeerden een aantal aardige boerderijtjes: de ene fraai opgeknapt, de ander min of meer en op charmante wijze een beetje in verval…

De wandeling voerde ons in eerste instantie langs de bosrand tot bij een gebied waar oude landschappen en natte verbindingen hersteld worden in het stroomdal van de Drentsche Aa. Vervolgens zocht neef W. de allerkleinste paadjes door het bos uit om ten slotte uit te komen bij Nivonhuis De Hondsrug, waar het gezin Jacobs vele, vele jaren geleden enkele weken van de zomervakantie doorbracht en waar dus de voetstapjes van de kleine Rik liggen…

Aan het eind van de middag liepen we nog even de Osdijk op, door de polders richting het Zuidlaardermeer. Een compleet ander landschap… Een wandelaar meldde de observatie van een zeearend, maar die konden wij niet spotten. Wel zagen we op twee plekken reeën in het land staan (de eerste keer zelfs vlakbij het huis van de familie!), en bij oude veenputten zaten honderden aalscholvers in de bomen. Talloze ganzen, o.a. kolganzen en brandganzen, graasden er lustig op los. Buizerden zaten in een verre boom te loeren naar prooi; kauwen, kraaien en roeken cirkelden in de omgeving van oude eiken op zoek naar een slaapplek voor de nacht…

Na nog een heerlijk avondmaal reisden wij met de halve maan als reisgezel weer naar het westen. Toen we over de Afsluitdijk en door Noord-Holland reden, verdween de maan af en toe achter dikke wolken en kwam de regen plenzend naar beneden…

Geplaatst in Wandelen | 1 reactie

De vrouwen van Lazarus

Afgelopen vrijdag vertelden wij elkaar in onze leeskring hoe we De vrouwen van Lazarus hadden ervaren, een boek in 2011 geschreven door de Russische auteur Marina Stepnova en vertaald door Arie van der Ent. Uitgegeven in 2014 door World Editions, Breda.

Zoals gewoonlijk had iedereen het zo op zijn eigen manier gelezen: de een gehaast, de ander op zijn gemakje. En zoals gewoonlijk waren er ook verschillende meningen over het boek. Dat is nou juist het leuke van een leeskring, vind ik. Als lezer lees je toch je ‘eigen’ boek, en al die variaties mogen op zo’n avond klinken en verrijken het beeld dat je zelf hebt opgebouwd en ervaren.

Ik vind De vrouwen van Lazarus een prachtig boek. De titel zette me in eerste instantie wel op het verkeerde been, ik verwachtte een reeks liefdesgeschiedenissen. De titel verwijst echter naar de drei vrouwen die een hoofdrol speelden in het leven van Lazarus Iosofovitsj Lindt: Maroesja (Maria Nikititsjna Tsjaldonova), Galina Petrovna Lindt en Lidotsjka (Lidia Borisovna Lindt).

Lazarus Lindt is een arme Jood die beschikt over een buitengewoon scherp brein en uitgroeit tot een belangrijk wetenschapper die o.a. meewerkt aan de ontwikkeling van een Russische atoombom. Hij wordt ontdekt door wetenschapper Sergej Aleksandrovitsj Tsjaldonov, die hem als het ware opneemt in zijn huishouden. Lazarus wordt verliefd op Tsjaldonovs vrouw Maroesja, die hem in het gezin opneemt als het kind dat ze nooit heeft gehad. Hij ontmoet zijn vrouw Galotsjka (Galina Petrovna) pas als hij zestig is, zij baart nog een zoon van hem, Boris Lindt, die later vader wordt van Lidotsjka.

Het boek is geschreven in een rijke taal vol adjectieven en bijzinnen, in de trant van de grote klassiekers uit de 19de eeuwse literatuur, maar speelt zich af in de 20ste eeuw. Onopvallend maar onontkoombaar wordt de geschiedenis van het 20ste eeuwse Rusland door dit familieverhaal geweven. Daarbij tovert de schrijfster met enige regelmaat een glimlach op het gezicht van de lezer.

In het eerste hoofdstuk wordt de dood verhaald van de moeder van Lidia / Lidotsjka die door haar ouders Berberisje wordt genoemd. Het is 1985 en Lidia is 5 jaar oud. In het forse laatste hoofdstuk is Lidotsjka opnieuw de hoofdpersoon. De 20ste eeuw loopt dan ten einde. In de andere hoofstukken staan respectievelijk Maroejsa, Lazarus himself en Galotsjka / Galina Petrovna centraal. Het verhaal springt door de tijd die ondanks het springerige ook gewoon verder meandert…

Ik kan me voorstellen dat je na deze korte introductie denkt: “Wat is dat allemaal!?” Ik kan je geruststellen: eenmaal vertrokken in dit boek, en gewend aan de prachtige taal en de Russische (bij)namen, leg je De vrouwen van Lazarus niet meer neer voor je het uitgelezen hebt.

Ik heeft het boek 4,5 sterren!

Geplaatst in Lezen | Plaats een reactie

Na ruim drie uur vergaderen via een scherm…

Mijn baan brengt met zich mee dat ik aardig wat tijd doorbreng voor een scherm. Meer dan me lief is, om eerlijk te zijn… Maar meestal kan ik dat schermwerk onderbreken met een loopje naar de WC, even thee zetten, een praatje met een collega enz. Vandaag echter had ik online overleg, eerst plenair en daarna in werkgroepen. Zo’n dag is ‘live’ al best intensief, maar via MS Teams verdubbelt (= eufemisme) de inspanning naar mijn idee. Afijn, dit alles om het excuus voor een frisse neus in te leiden… Het was weer heerlijk uitwaaien bij de Kleimeer!

Deze grijze wolken dragen de belofte in zich van een scheut zonneschijn!
Een van mijn favoriete Kleimeer-plekjes, met het silhouet van Koedijk aan de horizon.
Hier is het riet in september gemaaid; frisgroen tussen al dat herfstig bruin.
De meeste bomen zijn nu kaal…
Zilveren licht over goudwiegend riet.
Een mooi doorkijkje…
… en nog een mooi doorkijkje!
Een scheutje middagzon tovert warme herfsttinten langs het pad.
En weer terug bij het favoriete plekje. De zon is al aardig gezakt!
Geplaatst in Kleimeer, Wandelen | Plaats een reactie

Vóór de regen…

Het is zondagochtend en voor één keer ben ik eens wat langer onder de dekens blijven hangen, in de ban van het boek dat ik aan het lezen ben (De vrouwen van Lazarus, geschreven door Marina Stepnova) én omdat het er zo lekker warm is. Maar om half negen is het genoeg geweest, ik gooi de gordijnen open en zie dat de zon schijnt. Ik ben zo iemand die vaak vergeet te kijken op de buienradar. Na het ontbijt kijk ik naar buiten en stel vast dat – helaas – de zon achter de wolken is verdwenen. Tja, ik raadpleeg dus toch maar eens de satellietbeelden op mijn telefoon, om te kijken wat er zit aan te komen. Ik ontwaar een massieve blauwe vlek. Oh ja! het zou vanmiddag flink gaan regenen…

Vrouwlief is verkouden en blijft liever binnen, dus ik rijd in mijn eentje naar het Vlasgat. Ik vertraag onderweg voor een zebrapad, waarover vriend Barney en zijn gemalin schrijden om de straat over te steken. We zwaaien. Tien minuten later haal ik de sleutel uit het contact, gooi mijn rugzakje op mijn rug en hang de cameratas over de schouder. Het is zondagochtend en er is best wat volk aan de wandel.

Ik loop het paadje op langs de Kleimeer. Mijn vriend de Waker staat zowat geheel bladerloos de wacht te houden… De wind loeit door zijn takken en door die van de hoge populieren en andere bomen in de bosstrook langs de Kleimeer. Boven het riet zweeft een buizerd, het is prachtig om te zien hoe de vogel hoog in de lucht hangt op de wind, met een steile glijvlucht afdaalt om vervolgens opnieuw, handig gebruik makend van de luchtdynamiek, omhoog te klimmen.

(De foto is helaas niet helemaal scherp…)

Meestal is het op het smalle paadje langs de Kleimeer een stuk rustiger dan op de bredere, licht verharde en dus minder modderige paden in het Geestmerambacht. Deze zondagochtend is het niet anders. Mensen die hier lopen zijn toch overwegend natuurliefhebbers, gewapend met een camera en/of een verrekijker. De zuidenwind heeft vrij spel in het riet, dat heen en weer zwiept en soepel meebuigt. Hier en daar staat een paddenstoel. Tussen het struweel ter linkerzijde zorgen de vruchten van een eenzame kardinaalsmuts voor een kleurig accent.

Ik loop verder, passeer het huis van Barsingerhorn, zoals het voor mij nog altijd heet, genoemd naar Piet Barsingerhorn. Piet was destijds lid van het bestuur van de Stichting Kleimeer, die begin jaren ’90 (succesvol) strijd leverde met de gemeente Alkmaar om de bebouwing tegen te houden, die gepland was tot pal tegen de Kleimeer. Piet was ook vier dagen lang onze gids in de Kleimeer toen ik er met een groepje leerlingen van OBS De Griffel (waar ik destijds werkte) een film opnam: Het Geheim van de Kleimeer, scenario geschreven door kinderboekenschrijver Geert van Diepen. Dat waren nog eens tijden…

Ik wandel tot bij de uitkijkberg met de hogen palen, die van verre lijken op de afbrokkelende kantelen van een oude burcht… Deze palen komen uit de Hondsbossche Zeewering en zijn eeuwenoud… Ik beklim de berg, geniet van het uitzicht en van de wind in mijn pas geknipte haren, en keer op mijn schreden terug. Vanaf het huis van Barsingerhorn steek ik door naar de Zomerdel. In een van de wilgen schijnen de ransuilen weer te zitten, en inderdaad, het kost wat speur- en tuurwerk, maar dan zie ik toch duidelijk de wind spelen in de vederdos van een ransuil, die bijna onzichtbaar is tegen de nerven van de ruwe bast van de boom!

Ik volg het pad langs het water. Hier is het druk. Kinderen en honden worden uitgelaten en en passant halen de grote mensen ook een frisse neus. Ik kruis het fietspad en loop de smalle strook bos in tussen het Lamslik en de Saskevaart. Je bent meteen in een heel ander biotoop!

Langs de Saskevaart loop ik tot bij het smalle bruggetje over de oude sluis, steek het water over en neem dan links een nauw visserspaadje. In de zomer is hier geen doorkomen aan, maar nu de brandnetels verdord zijn en de blaadjes van de (braam)struiken zijn gevallen, zie je weer waar het paadje loopt. Het blijft wel goed kijken waar je je voeten neerzet, want het paadje is heel ongelijkmatig en buitengewoon glibberig! Even verderop steek ik door naar een wat breder pad. Een jong gezin met drie loslopende honden komt me tegemoet. Gelukkig keuren de beesten me geen blik waardig. Een peuter loopt met een bedruppelde grasspriet tussen zijn vingertjes geklemd. Hij kijkt me aan: “Kijk eens opa!” De vader kijkt me verontschuldigend aan, ik barst in lachen uit en hij lacht mee. De kleine jongen snapt er niets van… “Dat ziet er prachtig uit,” zeg ik.

Ik kruis opnieuw een fietspad en kom weer langszij de Kleimeer. Ik kijk naar de lucht. De regen komt eraan. Als ik met de auto langs het Noord-Hollandsch Kanaal rijd, moeten de ruitenwissers aan.

Geplaatst in Kleimeer | 2 reacties