Een middag in de Zilverstad van Nederland

Tot 2015 was Schoonhoven een zelfstandige gemeente, maar toen ontkwam ook dit charmante stadje niet aan de bestuurlijke fusiedwang en werd het onderdeel van de gemeente Krimpenerwaard, genoemd naar – inderdaad – de oude polder Krimpenerwaard. Het woord polder is hier trouwens niet helemaal correct: een waard bestaat uit een aantal polders… De Krimpenerwaard is dus historisch bekeken een verzameling (kleinere) polders. E.e.a. had te maken met de waterhuishouding van de verschillende polders, die goed op mekaar afgestemd moest zijn om te voorkomen dat de ene polder te droog en de andere te nat zou komen te liggen. Over de Krimpenerwaard wil ik het vandaag echter niet hebben, dat is voer voor een andere keer als de polder zelf onderwerp van een (fiets)tocht is.

Schoonhoven dus, een aardig stadje aan de oevers van de Lek, die een stukje stroomafwaarts de Nieuwe Maas wordt met aan beide oevers de metropool Rotterdam. We parkeren op het TOP (toeristisch overstap punt), een gratis parkeerterrein vlakbij de stad en de veerpont. Na een aangename lunch (fish & chips, weggespoeld met Mannenliefde) wandelen we naar de imposante Veerpoort (1601), de enige van vijf stadspoorten die aan de sloophamer is ontsnapt… Z’n voorganger dateerde uit de 14de eeuw. De naam Veerpoort zegt het al: hier moet water in de buurt zijn en dat klopt, als je de stad verlaat via deze poort, dat loop je zo naar de Lek. Bovenin het poortgebouw is een tentoonstellingsruimte waarin een aantal voor de stad representatieve zilver- en goudsmeden hun werk tentoonstellen. Zelden zag ik zoveel mooie juwelen bij elkaar… Die Schoonhovense kunstsmeden maken prachtig spul, maar je moet een welgevulde portemonnee meebrengen.

We lopen de stad in. Na een grijze, druilerige ochtend is het zonnetje doorgebroken en is het gewoon warm! We slenteren door de straatjes en genieten van de mooie pandjes, het kleine haventje, de doorkijkjes en de gezellige drukte.

Aan de Lek staat een schitterend hotel, met een ouderwets aandoende uitstraling en een fijn terras… Hotel Belvedere. Dure naam! De prijzen zijn navenant, vermoed ik, maar ’t zal allemaal wel de moeite waard zijn.

We lopen de stad in. Het water van de Vlist, een veenriviertje, vormt een gracht die dwars door het oude centrum stroomt. Ik zou zeggen: de Vlist mondt bij Schoonhoven uit in de Lek, maar dat is fout. De Vlist stroomt vanaf de Lek Schoonhoven in en mondt bij Haastrecht uit in de Hollandsche IJssel. Bijzonder…

Gezien het feit dat we stroomafwaarts lopen, komen we op de linkeroever de grote kerk tegen met zijn scheefstaande toren (anderhalve meter uit het lood): de Grote of Bartholomeüskerk. De toren stamt uit de 15de eeuw, en op deze plek stond al eerder een kerk… Het begint opeens te regenen; een zacht zomerregentje daalt neer over Schoonhoven, ideaal om de kerk vanbinnen te bekijken. Dwars over het schip is een enorme scheidingsmuur opgetrokken, een renaissance-oksaal uit de 16de eeuw dat tot koorafscheiding dient, zodat je als het ware binnenkomt in een grote hal. Aan weerszijden bevinden zich deuren die toegang bieden tot de eigenlijke gebedsruimte, waar de vierkante vorm en de houten banken ons doen denken aan de chapels in Wales. Boven het spreekgestoelte torent een enorm orgel en de ruimte wordt verlicht met vier indrukwekkende kroonluchters die wat mij betreft een art nouveau uitstraling hebben. De organist oefent voor de zondagdienst. Wij nemen plaats op de banken en luisteren. Hemelse muziek doet altijd deugd.

Aan de overkant van het water staat het stadhuis dat iets weg heeft van een kasteel. In het ranke torentje hangt een carillon dat uit vijftig klokken bestaat, gegoten door een Leuvense klokkengieter.

We lopen langs de voormalige Havenkazerne waar nu het Nationaal Zilvermuseum en het VVV gehuisvest zijn. Het is te laat om het museum in te lopen, dat doen we een andere keer…

Net voor de Vlist de stad uitstroomt, staat er nog een prachtige stadswoning. Het tafereel van het huis en de lantaarn die mooi weerspiegelen in het water, doet me denken aan een schilderij van de Belgische schilder René Magritte. Verderop in het parkje (waar ooit een kasteel heeft gestaan) staat de Koningin Wilhelminaboom uit 1898, een heerlijk geurende linde.

We lopen terug. Op het terras van de Oude Waag nuttigen we nog een consumptie. Als we naar de auto lopen, begint het te regenen… en de regen begeleidt ons helemaal terug naar Alkmaar.

De Krimpenerwaard en Schoonhoven zijn de moeite waard om er eens neer te strijken voor een weekend, bij voorkeur met de fiets. Dat zetten we op ons verlanglijstje.

Dit bericht werd geplaatst in Cultuur. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s