Tot het jaar 2000 bezaten wij geen auto en alle uitjes en vakanties deden we met het openbaar vervoer, op een enkele keer na: dan huurden we een autootje… De snelste route naar de duinen was de bus naar Petten, vanaf de halte Koedijker Vlotbrug, waar we vanaf ons huis in een kwartiertje heen liepen. Meestal stapten we uit de bus in Catrijp of Groet, wandelden naar Camperduin en namen daar de bus terug, al dan niet na een natje (en soms een droogje) bij strandpaviljoen Minkema.
Toen we eenmaal in het bezit waren van een auto, vond ik de duinen steeds minder interessant en kwamen we er op den duur nog maar zelden; nieuwe bestemmingen genoten mijn voorkeur. Mijn ziekteperiode, werkeloos worden én corona maken dat we weer veel meer in de duinen komen – en we kiezen dan meestal voor de duinen tussen Bergen en Castricum.
I.v.m. de aangekondigde regen, willen we vandaag vroeg op pad en omdat we echt schijtziek worden van de rondracende groepen mountainbikers op de wandelpaden in het PWN-gebied, richt ik de neus van onze blauwe bolide naar Groet, alwaar we het laatste plekje inpikken op de kleine parkeerplaats onder het kleine klimduin. We lopen omhoog; het pad blijkt tegenwoordig semi-verhard te zijn, met betonnen tegels-met-gaten. We kiezen al gauw voor een zandpad naar rechts en volgen vanaf hier de rode pijltjes van een wandelroute van het Noord-Hollands Wandelknooppuntennetwerk die ons naar het grote parkeerterrein van Hargen aan Zee voeren.
De route volgt paden en paadjes die ik niet ken, dwars door gebied waar je vroeger volgens mij niet eens mócht lopen! Af en toe is het echt ploeteren door het mulle zand. Gelukkig heeft het de afgelopen dagen flink geregend en is het zand relatief hard. Op een zomerse dag zal je mij hier waarschijnlijk niet gauw door droogmul zand zien banjeren… daar krijg je teveel spierpijn, lekkende oksels én dorst van!



Bij Hargen aan Zee lopen we het strand op. Er staat een gure zuidwestenwind en af en toe spettert het wat. Gelukkig hebben we de wind in de rug. Ik zet een muts op mijn hoofd en doe mijn capuchon omhoog – zo houd ik het hoofd warm! Ondanks de kou lopen er toch wat mensen op het strand en er zijn zelfs een paar dappere vliegeraars in de weer!



Bij strandpaviljoen Luctor et Emergo verlaten we het strand. Op de duintop staat een schitterend beeld gemaakt door de Alkmaarse kunstenaar John Bier: De strandvlonder – Een leven lang tussen eb en vloed. Vroeger stond dit beeld bij wat nu paviljoen Struin heet, en vroeger bekend stond als Minkema. Toen vormde de Hondsbossche Zeewering, geplaveid met plakken basalt, de grens tussen de zee en het land… In het kader van de zeespiegelstijging ligt deze oude zeewering nu verstopt achter wat de Hondsbossche Duinen is genoemd: miljoenen kubieke meters zand zijn hier opgespoten tussen 2013 en 2015. Struin, voorheen dus Minkema, staat nu niet meer dicht bij de zee, waar het meermaals door stormen en branden werd verwoest – en altijd weer herrees.

We besluiten om de horeca te steunen in tijden van een lockdown…: bij Struin kopen we een broodje kroket. Lekker om even uit de wind te staan. De kroket is prima te kanen! Van over zee komt nu een groot regengebied aandrijven, we zetten er stevig de pas in. We volgen het Camperpad dat min of meer parallel met de duinrand landinwaarts loopt, naar Groet. In een boom zien we een roofvogel zitten. Ik denk dat het een sperwer is maar het zou ook een havik kunnen zijn… Er zitten teveel takken in de weg om de vogel echt goed te zien – laat staan er een scherpe foto van maken. Vrouwlief waagt dapper een paar pogingen, ik begin er zelfs niet aan. Even verderop lopen we boven het Hargergat, een duinrel. Je ziet, naast een huis, het water met flinke vaart uit het duin stromen!

De capuchon gaat weer op, want het begint nu gezapig te regen. Gelukkig beschutten de duinen ons tegen de wind. Het getik van de regen op de dode blaadjes aan de bomen en op de grond, is een heerlijk rustgevend geluid! We komen langs het witte kerkje van Groet: ik vind het een pareltje. Bij de kerk staat een leuk beeldje van drie meisjes: De wasvrouwen. Op het gras bij de kerk werd vroeger de was te bleken gelegd…


Het middaguur heeft reeds geslagen. We rijden naar huis. Lunchen hoeft niet meer, maar een grote mok Engelse thee lust ik wel!
Prachtgebied daar!