Tot 3 oktober kun je in Antwerpen nog terecht voor een bijzondere tentoonstelling in Museum Middelheim (openlucht): Congoville. “Hedendaagse kunstenaars bewandelen koloniale sporen,” vermeldt de (gratis) bezoekersgids die je bij het inlopen van het park uit een kastje kunt pakken. Ik raad je aan om dat te doen, want het handzame gidsje bevat veel interessante achtergrondinformatie.
Laatst was ik een dagje in Antwerpen en een vriendin nam me mee naar de tentoonstelling. Ik logeerde bij mijn jongste broer op ’t Sint-Anneke, dus moest ik eerst overzetten naar de stad. De veerboot legt aan bij het Steen, het oudste bewaarde gebouw van Antwerpen, dat werd gebouwd tussen 1200 en 1225 als poortgebouw van de Antwerpse burcht. In de legende van de Romeinse soldaat Brabo komt het Steen ook voor: de reus Druon Antigoon woonde er namelijk en vroeg alle passanten op de Schelde om tol. Wie niet kon betalen, werd de hand afgehakt die vervolgens aan de vissen in de Schelde werd gevoerd… Dat zinde Brabo niet: hij doodde Antingoon, hakte de hand van de reus af en wierp ze in de Schelde, al die andere handen achterna… En zo komt, aldus de legende, Antwerpen aan z’n naam: afgeleid van Handwerpen. Momenteel heerst er een controverse rond het Steen. Architectenbureau noAarchitecten hebben een nieuw ontwerp gemaakt voor dat deel van het Steen dat in de 19de eeuw was aangebouwd. Deze nieuwe, vrij strak vormgegeven aanbouw wordt door vele Antwerpenaars verafschuwd. Eerlijk gezegd vind ik – voor wat ik er van kon zien – de aanbouw zeker niet echt inspirerend… maar ik zal wachten tot de restauratie + nieuwbouw helemaal klaar zijn, voor ik een definitief oordeel vel.

Vanaf het Steen fietste ik naar het Kiel waar R. woont. Met haar autootje reden we naar het Middelheimpark – het was nog even zoeken naar een parkeerplaatsje…

De laan waarlangs je het beeldenpark inloopt, is meteen het eerste werk van de tentoonstelling. Pascale Marthine Tayou heeft er d.m.v. fleurig gekleurde klinkers een Chemin du Bonheur van gemaakt. Hij wil hiermee een boodschap van hoop, ontmoeting, verzoening meegeven die het duistere koloniale verleden overstijgt.
Het volgende kunstwerk valt meteen op: een dandy-achtige flaneur die is gemaakt van computeronderdelen, met name toetsen(borden). Maurice Mbikayi verwijst met zijn Aesthetic Observer naar de grondstoffen die nodig zijn in de hedendaagse technologische apparaten. Ze worden vaak in Afrikaanse mijnen gedolven – en keren als afval dikwijls terug naar Afrika…

In een paviljoen op het volgende grasveld hangt deze wandkaart. Die werd vast gebruikt door/voor de studenten op de Koloniale Hoogeschool – zie verder!

In het paviljoen worden opnames getoond van KinAct, een internationaal festival in Congo. Performers trekken de straat op in kostuums die gemaakt zijn van allerlei afval. Het is fascinerend om te zien hoe de mensen in de straten van Kinshasa reageren op de performers, die er niet voor terugdeinzen volwassenen én kinderen de stuipen op het lijf te jagen! Een aantal van de kostuums is in het paviljoen te zien en eentje staat bij La maison du chef, dat óók helemaal uit afval is opgetrokken: zijde 1 blikjes – zijde 2 onderdelen van allerlei apparaten – zijde 3 fietsbanden, schoenzolen enz. – zijde 4 glas- en spiegelscherven. En daar tegenaan geleund staat het kostuum van ‘de robot’.


We wandelen verder en schrijden door een laan die aan weerskanten wordt omzoomd met vlaggenmasten. Er is zowat geen wind, de vlaggen hangen er al even triest bij als hun boodschap… De jute zakken waarvan de vlaggen gemaakt zijn, staan immers symbool voor de onderdrukking: koloniale waar als koffie- en cacaobonen werden erin getransporteerd naar het rijke Europa… Zij verwijzen naar de uitbuiting – ook nu nog, in onze tijd van mondiale handel!

We naderen een monumentaal gebouw: de Koloniale Hogeschool. “Opgericht in 1920 en opgedoekt in 1962,” zo vermeldt de bezoekersgids. “De school leidde topambtenaren op die de Belgische kolonies moesten runnen. Daarbij werd de Europeaan als superieur voorgesteld met huidskleur als hét criterium om onderscheid te maken tussen beschaafd en primitief.” Ibrahim Mahama doorbreekt de monumentale stilte van deze koloniale locatie… Het gebouw is tegenwoordig onderdeel van de campus van de Universiteit Antwerpen en zijn oorsprong en voormalige functie dreigen in de vergetelheid te geraken. Mahama camoufleert het gebouw – met jutezakken, jawel – zoals het huidige gebruik van het gebouw als onderwijsinstelling, het gebrek aan aandacht voor het koloniale verleden camoufleert…


Binnen staan oude schoolbanken opgesteld met allerlei schriftjes, kindertekeningen enz. van lang geleden… ook niet helemaal zuiver op de graat!
Het is warm en het is etenstijd. We laten de rest van de tentoonstelling voor een volgende keer (hopelijk lukt dat…) en rijden terug naar het huis van R. die de keuken in duikt terwijl ik geniet van een koel biertje in de schaduwrijke tuin. Even later staat er een smakelijke quiche op tafel…
Ik fiets terug naar ’t Sint-Anneke. Wat is de stad veranderd! Deze route fietste ik eind jaren ’70 toen ik op het Kiel naar de normaalschool ging (in Nederland toen pedagogische academie genoemd). Overal zijn fietspaden aangelegd, maar die delen vaak de drukke trottoirs met voetgangers, spelende kinderen, jongelui op pijlsnelle elektrische stepjes enz. Soms eindigen ze, vlak voor een kruispunt in het niets. Of je wordt langs vreemde kronkels brede straten over geleid… Qua fietsinfrastructuur valt er nog wel wat te verbeteren in ’t stad. Maar de veerboot van het Steen naar ’t Sint-Anneke (officieel Linkeroever) is een uitstekende aanvulling op het OV en er wordt op deze zomerse dag dan ook druk gebruik van gemaakt. Daarbij valt aan te merken dat de liften en roltrappen van de oude voetgangerstunnel geregeld uitvallen en dat de tunnel zelf kil, vochtig en vies is geworden… héél jammer, zéér kwalijk!
