Vendredi

Onze laatste échte vakantiedag is aangebroken… morgen gaan we weer op huis aan. Ook voor vandaag voorspellen de weermannen/-vrouwen een droge dag met ruimte voor de zon… De afgelopen dagen heb ik min of meer een opbouwschema afgewerkt: begonnen met kortere rondjes en de afstanden steeds wat opgevoerd. Vandaag ga ik met dochterlief een wat grotere wandeling maken, met een iets grotere rugzak op, eentje die geschikt is om weekend mee te lopen. Sinds ik nu bijna twee jaar geleden zwaar door mijn rug ging, is het herstel nu zover gevorderd dat ik dat aandurf. En ik hoop dan deze (na)zomer weer eens een weekendtochtje met lichte rugzak te kunnen lopen. Als dat lukt, heb ik mijn revalidatiedoel bereikt…

Terug naar Ennal. Ik ga gauw heen en weer naar de bakker, we ontbijten gezellig samen en we vertrekken met ons drieën… net als gisteren via de hoofdstraat het dorp uit. Er is beduidend minder blauw aan de hemel maar de zon steekt er af en toe toch door.

Over de heuvelrug via het Croix Sainte Cathérine de Tigeonville dalen we naar de N68. Onderweg komen we een behaard stel tegen en haakt vrouwlief af, zij gaat een klein rondje lopen…

Deze keer steken we de N68 over en klimmen aan de overkant van de Salm door het dorpje Rochelinval omhoog. Er staan fraaie huizen, het ene past al wat beter in het landschap dan het andere… Ergens heb ik het er wel moeilijk mee dat er zo modern mag worden gebouwd in dit oude cultuurlandschap… Ik mag overigens graag dit soort strakke architectuur. Maar passend vind ik het hier dus niet. En al helemaal niet met zo’n poort – waar slaat dat op!? In de tuin van dit moderne huis staat overigens een houten chaletje model ‘Tirol’ achter een identieke, al even belachelijke poort met huisnummer 20 erop – dat slaat ook al nergens op! Mijn bescheiden mening hoor! Enfin, een mens heeft zo onderweg iets om zich even lekker aan te ergeren.

We kijken nog eenmaal achterom, het Salmdal in, en laten dan het boerenland achter ons en lopen een eerste bos in. Op deze plek zien we altijd enorme mierenhopen en dat is dit jaar niet anders! Het krioelt er van de – miljoenen? – mieren!

We komen nog eenmaal het bos uit bij het gehucht Quartiers waar deze mooie boerderij staat: alweer geen werkende hoeve meer maar een vakantieverblijf. Mooi plekje!

Dan duiken we voor de komende uren echt de bossen boven de Salmvallei in… De bossen zijn hier heel gevarieerd: hoge sparrenbossen waarvan de rijzige stammen doen denken aan de zuilen van oude kathedralen, machtige beukenbossen en natuurlijk daartussen jongere aanplant.

Ik heb een bepaalde route in mijn hoofd, die we al een paar keer hebben gelopen. Je loopt dan over een oudere weg die zich door de bossen slingert. Helaas… slagbomen en bordjes die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten (ook niet als je een Nederlander bent die geen Frans begrijpt), dwingen ons een omweg te maken… Gelukkig blijven we onverhard lopen en zitten er mooie paden tussen, lekker ouderwets-Ardens met diepe wielvoren die vol water staan. Genieten!

We picknicken in de kant van de weg. Uit de wind in het zonnetje is het heerlijk toeven! Het is nu nog een kwartiertje lopen naar Farnières, een kasteel dat begin 20ste eeuw werd gebouwd als jachtslot. Helaas overleed meneer baron voortijdig en toen het gebouw af was (1929) schonk de barones het aan de paters Salesianen van Don Bosco. In 1935 werd er een tuinbouwschool opgericht en in 1944 ook een landbouwschool. De scholen werden gesloten in 1967 en het gebouw werd van dan af gebruikt als spiritueel centrum waar onder andere seminaries gegeven werden. Tegenwoordig is het een ontmoetings- en verblijfscentrum voor jongeren, gezinnen en verenigingen.

Een leuk weetje (althans voor de bierliefhebber – en dat ben ik…): speciaal voor het Don Bosco-centrum wordt het bier La Farnières gebrouwen door de Brouwerij Val-Dieu in de gebouwen van de Abdij van Godsdal. Het is een blond bier met een alcoholpercentage van 8% dat enkel verkrijgbaar is ter plaatse. Dat laatste is erg jammer want het kasteel is gesloten (corona) en bovendien alleen toegankelijk voor wie er verblijft…

Voorbij het kasteel komen we langs een kapelletje. Ik loop er altijd even naar binnen: twee van de mooiste glasramen die ik ken, zijn hier te bewonderen. Klein maar fijn!

Over statige beukendreven door machtige beukenbossen lopen we met een brede bocht naar de bewoonde wereld, steken de spoorlijn en de Salm over en klimmen dan de Salmvallei weer uit richting Ennal.

De tocht is volbracht. 18,3 km staat er op de teller (ViewRanger). Mijn lijf heeft het goed doorstaan. Ik ben blij en tevreden. Ik zet me opnieuw buiten aan een tafeltje met een Chimay rouge, dat heb ik wel verdiend… maar helaas begint het wat te druppelen… Even later barst er een flink onweer los. Op de buienradar zien we dat het even gaat opklaren en dat er daarna een tweede onweer overtrekt. Tussen de buien door gaan we naar buiten en wandelen we naar de bosrand. Wat een (kleuren)spektakel… Een prachtig afscheid van Ennal, een schitterend einde van een zalige week. En dat in tijden van corona… Ik voel me intens gelukkig!

Bij de eerste druppels van het tweede onweer zijn we weer bij Les Bouleaux. Een fantastisch vakantieadres, eenvoudig maar charmant ingericht, van de nodige gemakken voorzien en dit alles voor een heel nette prijs, zeker als je rechtstreeks contact opneemt met de eigenaresse Mme. Thill.

Dit bericht werd geplaatst in Vakantie, Wandelen. Bookmark de permalink .

2 reacties op Vendredi

  1. Dat rechtstreeks contact zal wel zeker in het Frans moeten! is toch een obstakel!

Geef een reactie op Jeanne van Sjannesblog Reactie annuleren