Waarom heet een ingang van het Noord-Hollands duingebied in godsnaam Diederik!? Er zal vast een plausibele verklaring voor zijn… Ik zal een volgende keer eens op de informatieborden ter plekke zoeken naar een verklaring.
Voor de mensheid zal deze glorieuze herfstdag in november de geschiedenis ingaan als de dag waarop duidelijk werd dat Joe Biden dan toch de winnaar werd van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Voor mij gaat hij de boeken in omdat wij vanaf Diederik een heerlijke wandeling maakten. Het is nog geen 9 uur als we het hekje open duwen en een zandpad oplopen. Het heeft aan de grond gevroren en op veel plekken waar de zon nog niet of nog maar net schijnt, is de bodem bedekt met een dun laagje rijp…


De zon geeft aardig wat warmte. Ondanks het vroege uur is er best wat volk op de been. Net als tijdens de lockdown in maart-april lijken veel mensen het shopping-gebeuren te verruilen voor een rondje in de natuur. Daarnaast heb je natuurlijk de mensen, meest mannen, die elke zaterdagochtend, verkleed als fluorescerende grasparkieten, op hun mountain baaikjes over de paden scheuren en de argeloze wandelaar menige hartverzakking bezorgen… Ik blijf erbij: het moet gewoon verboden worden! De natuur is geen speeltuin – zou dat niet moeten zijn…
Oké oké, ziet zeuren maar genieten van de herfstkleuren!


Enkele weken geleden maakten we ongeveer dezelfde wandeling en vonden veel paddenstoelen. Ik had toen net de app ObsIdentify geïnstalleerd op mijn telefoon en identificeerde de ene na de andere zwam, soms met 90% zekerheid, vaker met grote twijfel door de app van een naam voorzien… Eerlijk gezegd, we verwachten vandaag niet zo veel paddenstoelen meer te zien, maar dat valt reuze mee.




We laten het bos achter ons en betreden de openheid van het Doornvlak. Op het pad mag er niet gefietst worden en dat ervaren we als buitengewoon rustgevend. Her en der wordt de egaalblauwe lucht weerspiegeld in het oppervlak van een duinmeertje. Een reiger vliegt op, een zwerm spreeuwen dartelt langs. Is dat een groep koperwieken die daar wegvlucht? Op een wat groter duinmeer kun je uitkijken vanuit een vogelkijkhut. Er is niet zoveel te zien… enkel een paartje zwanen, dat aan het grondelen is en dus laten vader en moeder Zwaan meer hun kont dan hun snavel zien. Door het bos struint een familie Schotse hooglanders. De jongste telg van het gezin zoekt het duinmeer op om te drinken.


Op een van de smalle paadjes die aftakken van het hoofdpad, ligt een omgevallen boom met een bijzonder patroon in de schors. Het lijken wel honingraten. Even denk ik dat het toch zwammen zijn, maar als ik de ‘zwammen’ betast voelen ze echt wel houtig aan.

We wandelen verder. Op een smal pad gaan we opzij om een paar tegenliggers de ruimte te geven om ons COVID-vrij te passeren. Ze stoppen even om ons te bedanken en een praatje te maken – en dan klinkt het: “Hé een bekend gezicht – Rik!” en ik zeg: “Hé! Gerard en… euh…” “Mia.” zegt de vrouw en ik zeg blij opgelucht: “Mia!” Oud-collega’s van de Theo Thijssenschool in Alkmaar. Tegenwoordig heet de school Jules Verne. Beide collega’s zijn inmiddels met pensioen. Als mensen van (ongeveer) mijn leeftijd dat zeggen, doet dat een beetje pijn… In de levensfase waarin ik nu vertoef, word ik heen en weer geslingerd tussen enerzijds het gevoel van nog eeuwenlang te willen blijven werken, anderzijds het gevoel liever vandaag dan morgen baas te worden over mijn eigen tijd en lekker te doen waar ik helemaal zin in heb.



Om iets voor het middaguur zijn we terug bij de auto. De parkeerplaats staat zo goed als vol. Wij rijden naar huis. Onderweg vullen we de tank met goedkope (nou ja) benzine. Door al die korte, lokale ritjes ligt het verbruik de laatste maanden vrij hoog… Thuis gekomen zet ik een grote pot thee (Williamson, Kericho, Kenya) en bereid een kom tonijnsalade met Belgische mayonaise. Na de lunch en een middagdutje ga ik… wat werken.

Mooi stuk van de duinen. Ik heb nog nooit van Diederik gehoord!