Zaterdag 23 mei 2020
Er staat een stevig windje en er is steviger voorspeld… Van de zon is er nu nog geen spoor maar in het noordwesten komt blauwe lucht opdoemen en dat vinden we veelbelovend.
We parkeren op het parkeerterrein Nieuw Westert. Er staan nog niet veel auto’s want het is nog vrij vroeg. ‘Vrij vroeg’ is natuurlijk een relatief begrip, als ik het tijdstip moet specificeren, dan moet is zeggen: het is net over half negen.
Wat ons meteen opvalt, is het vrolijke getwinkelier van talloze vogeltjes. Met de camera en de verrekijker om de hals en de jas dicht geritst, gaan we op stap.

We horen allerlei vogeltjes zingen en af en toe schiet er eentje langs om zich dan onzichtbaar te maken in het dichte struikgewas aan weerszijden van het pad. Een enkeling zet zich soms toch op de uitkijk in de top van boom of struik: hét moment om er de kijker op te richten om te bepalen met welke gevederde vriend we hier te maken hebben… Een enkele enkeling zit dichtbij genoeg om er een foto aan te wagen.


Veel van de akkertjes die eind maart, begin april nog meertjes waren, zijn drooggevallen: het grondwaterpeil zakt! Al die kikkers die wij hier, nog geen maand geleden, een concert hoorden geven en duizenden dikkopjes hebben voortgebracht: wat is er van hen geworden? Even verderop ligt het grotere meer aan de rand van De Bleek, achter het Sint Liobaklooster. Hier is het gekwaak niet van de lucht. In het water groeien tal van planten waaronder waterranonkel en de plant die je hieronder op de foto ziet: veenwortel.

In de bosjes achter het klooster staat een kudde mooie schapen te grazen… De lammeren zijn al aardig groot, al duiken ze nog geregeld onder de buik van hun moeder om met grof geweld enige druppels melk uit de uiers te stoten!

Ik richt mijn blik gedurende deze wandeling voornamelijk op het plantenrijk…




Zonder het op te merken heb ik op de ereprijs een mooie sprinkhaan vastgelegd. Het moet een klein diertje zijn want ereprijs is een kleine bloem!
We lopen een stuk over het fietspad en slaan dan de Hogeweg in.



Op het pad zit een koppeltje prachtige vogeltjes. Ze zitten te ver weg om er een vlijmscherpe foto van te maken.


We komen bij het volgende duinmeer dat er stralend bij ligt onder de hemelkoepel die inmiddels strakblauw is geworden… Ook hier zitten kikkers en ze laten goed van zich horen. Een koppel duikeenden doet zijn naam eer aan.


We vervolgen de wandeling. De rits van de jas is inmiddels los. Er staat nog steeds veel wind maar met name in de luwte is het prima uit te houden. Ik ben een liefhebber van westenwind, die is meestal wat vlagerig en ruikt en voelt zo lekker fris.



We naderen het einde van de wandeling. Het duinmeertje bij de kruising van de fietspaden is de afgelopen weken ook flink kleiner geworden, maar de kikkers verraden dat er nog water is en ook het riet geeft aan dat dit gebiedje bijna altijd vochtig is. Vorig jaar, aan het einde van de zomer, bloeide hier de parnassia. Nu komen de rietorchissen voorzichtig open en staat de ratelaar in bloei: beide liefhebbers van een vochtige leefomgeving.


Tussen de oude duinakkertjes door wandelen we over smalle paadjes terug richting het parkeerterrein. Het valt ons de afgelopen week op dat sinds de lockdown wat is versoepeld, de mensen weer andere dingen gaan doen dan wandelen. Wij vinden het in elk geval wat rustiger geworden… en dat is prima!

Dat was ook onze constatering tijdens onze wandeling. We liepen weer bijna alleen, prima.
Goede ontwikkeling…