Zaterdag 29 februari 2020
Een schrikkeldag meemaken in Marokko – nee, dat is me dit leven nog niet eerder overkomen… Vandaag nemen we afscheid van de bergen. In Tafraout slaan we water en brood in. We rijden, net als twee dagen geleden, over de R104 de stad uit. Enkele kilometers buiten Tafraout hebben we onze eerste stop: het dorpje Aday met zijn ‘paarse’ moskee ligt gevleid tegen de hellingen die a.h.w. bestaan uit door een reus op een hoop gegooide stenen! Het is een mooi dorp en ook hier vallen de huisdeuren op: veelal metalen deuren, versierd met kunstsmeedwerk en vaak in de mooiste kleren geschilderd… Onderhouden doen de Marokkanen wel met de Franse slag!
Tot Idaoussemlal volgen we dezelfde route. In het levendige stadje stoppen we om even rond te kijken. Het is vrij druk, overal lopen mannen, de winkels zijn open. Voor de zoveelste keer verwonderen we ons over de slagerijen, die hun vlees buiten hangen, aan een haak. Hier zit er dan nog een plastic zak omheen, maar vaak is dat niet zo! Ik laat me verleiden om babouches te kopen, de sloffen waarop de Marokkanen lopen. Ik ding af. Dat moet, staat er in onze reisgids, anders voelt een Marokkaanse handelaar zich niet serieus genomen. In stadjes als deze echter, waar zelden een toerist stopt, merk ik dat dit niet gebruikelijk is. De prijzen zijn alleszins schappelijk, ik heb ook niet het gevoel dat ze me als toerist een hogere prijs vragen. Verder dan tien dirham eraf geraak ik niet – en dat is prima.
Buiten Idaoussemlal gaan we tanken – een stuk goedkoper dan in Tafraout. De prijzen voor een liter diesel variëren tussen de 9,05 en de 9,98 dirham, minder dan een euro per liter dus… Vanaf hier rijden we onbekend terrein in. De weg stijgt gestaag naar een pas (Col de Kredous) waar we stoppen om koffie te drinken in een sympathiek cafeetje. We maken een praatje met een Zwitserse toeriste die met een gehuurde gids in een glimmende, roomwitte Toyota 4WD een rondreis maakt door het land. En we smelten bij het zien van vier snoezige jonge hondjes…
Dan begint de lange afdaling naar het lager gelegen land… Het landschap is dor al zijn de bergen bespikkeld met struikgewas. Op sommige plekken in de vallei zien we tóch kleine akkertjes met vernuftige irrigatiesystemen, en waar allerlei gewassen groeien.
Uiteindelijk bereiken we Tiznit, een wat grotere stad. Hier willen we morgen terugkomen, vandaag laten we de stad rechts liggen. Er wordt ongelooflijk veel gebouwd: heel veel flatgebouwen… We laten Tiznit achter ons en koersen aan op de kust. Die is niet bijster interessant en we zien dat vastgoedbedrijven her en der bezig zijn met het ‘ontwikkelen’ van seaside resorts: hotels, vakantiedorpen, campings. Af en toe passeren we een aardige baai.
Mirleft is waar we voor de komende twee nachten accommodatie hebben geboekt, maar we willen vandaag 20 km voorbij Mirleft het bekende Legzira Beach bezoeken, een kleine badplaats die bestaat uit hotelletjes, beach cafés, appartementjes, visrestaurantjes, surfschooltjes en een supermarktje. De kust bestaat er uit een soort rood puddinggesteente, waar twee imposante rotsbogen te bewonderen vielen; één (de mooiste naar het schijnt) is helaas in september 2016 is ingestort. Er is er dus nog één te bekijken – en die is imposant genoeg! Dat laatste kun je ook zeggen van de golven die hier op de kust beuken: oceaanrollers die menig surfer naar dit deel van de Marokkaanse kust lokken!
Hoewel er hier aan de kust een verkoelend windje staat, is het door de hoge luchtvochtigheid toch warm. We drinken een muntthee op het terras van een strandtentje en rijden dan terug naar Mirleft. Om bij Agadir Well te komen, ons appartement met zicht op zee, moeten we ongeveer 700 meter rijden door een lange, rechte straat vol kuilen. We vernemen later dat de straten in Mirleft een tijdje geleden voorbeeldig geasfalteerd waren. Het asfalt was nog warm toen de gemeente geld kreeg voor riolering. Prompt werd alle asfalt verwijderd. En het is (nog…) niet opnieuw aangebracht.
We installeren ons en willen dan op een nabijgelegen strandje een hapje gaan eten. De zon daalt ter kimme maar verdwijnt niet achter de horizon; nee, de zon zakt weg in een stoflaag die het gevolg is van de Sahara zandstorm die nog steeds woedt…
We vinden op het strandje onze draai niet en lopen dan maar naar het centrum van Mirleft, een kilometer of wat van de zee gelegen. Nu begrijpen we waarom die Fransen (die we in Tafraout spraken) hier een appartementje huren. Het oude Mirleft is een authentiek Marokkaans stadje met gezellige winkelstraten, restaurants, een kleine souk. We zoeken ons een plekje op een fijn terras en terwijl we eten genieten we van het kleurige leven op straat… Super relaxt en intussen in feite ook al een beetje vertrouwd. Marokko heeft ons hart echt gestolen!
Alle winkeltjes en de souk zijn nog open als we later op de avond weer naar ons appartement lopen. Het is nog lekker warm, de meegebrachte trui hoeft niet aan! Ook dát is iets wat we deze vakantie ongelooflijk hebben gewaardeerd: het heerlijke weer. Midden in de winter, terwijl West-Europa wordt geteisterd door de ene na de andere stormdepressie, genieten wij tien dagen van zomerse temperaturen… Ik heb nog nooit van mijn leven zo braaf elke dag zonnebrandcrème aangebracht 😊.
Andere wereld is het, prachtig.