Woensdag 19 februari 2020
Gisteren hebben we na het eten gebabbeld met een stel Fransen die Marokko goed kennen en er zelfs elk jaar enkele maanden wonen, in een huis in Mirleft, aan de kust (waar wij ook naartoe gaan). Zij hadden die dag het hoogstgelegen dorp van de Ammeln-vallei bezocht: Tagoudiche. Je komt er via een steil weggetje, tot voor kort een piste maar tegenwoordig voorzien van een betonnen wegdek.
We rijden de Ammeln-vallei in en al gauw zien we een wegwijzer naar Tagdichte; volgens mijn (oude) Rough Guide wijst die naar het bergdorp. Na enkele honderden meters beginnen we aan de klim, de ene na de andere haarspeldbocht op gloednieuw asfalt brengt ons al gauw naar respectabele hoogten. Op een gegeven moment verandert het asfalt inderdaad in beton en begint de échte klim, de bergen in!
Er komt een oude man aangelopen, hij loopt op me af en laat een elektriciteitsrekening zien. Met gebaren maakt hij me duidelijk dat hij die niet kan betalen, ik geef hem een kleine bijdrage. We rijden verder, uiteraard met de nodige fotostops. In de berm van de weg zien we enkele bloemen in bloei, o.a. een groepje orchideetjes.
Op een gegeven moment, hoog boven de Ammeln-vallei, gaan we een bergpas over, en rijden we door een poort die toegang geeft tot het berberdorp Tagoudiche. Net voor ons is een colonne van vier grote 4×4 Toyota’s het dorp ingereden en die nemen de beschikbare parkeerplekjes in. Ik maak rechtsomkeer, rijd het dorp uit, parkeer enkele honderden meter lager in de berm van de weg, en wandel weer omhoog. Ik kom opnieuw onder de poort door en kijk uit over een kom in de berg. Lager in de kom liggen mooie terrassen, ook hier niet meer in cultuur gebracht maar toch geven ze nog een verzorgde indruk. Daarboven ‘kleeft’ het dorp tegen de bergwand. Het merendeel van de huizen is nieuw. Net als op de meeste plekken zijn de oude berberhuizen afgebroken of vergaan, en vervangen door (hier best grote en luxueus ogende) nieuwe huizen, opgetrokken uit betonnen constructies en gasbetonblokken… en vervolgens netjes geschilderd in roze, zachtgeel of oker.
We lopen het hele dorp door en bestellen ten slotte koffie en thee bij een klein barretje. We gaan in de schaduw zitten, maar daar blijkt het slechts 15 graden te zijn – frisjes dus! We krijgen koffie en muntthee, elk een flesje water en twee schaaltjes koekjes. Schade: 23 dirham, iets meer dan 2 euro dus… Opgefrist wandelen we terug naar de auto en dalen af naar de Ammeln-vallei, die we nog even verder inrijden. Het is op het heetst van de dag (hier beneden is het 25-30 graden) en er is weinig leven te bespeuren.
Vrouwlief heeft gelezen dat we zeker het dorp Oumesnat moeten bezoeken, dat ligt echter aan de andere kant van ons hotel, dus we keren om en parkeren ruim een half uur later bij een nieuwe moskee. Oumesnat is eveneens een oud berberdorp, maar niet hooggelegen. Integendeel, het ligt daar waar de hellingen beginnen, boven de lege rivierbedding. Er staat een 400 jaar oud berberhuis dat als museum in stand wordt gehouden; dat gaan we bezoeken en daarna willen we gewoon wat ronddwalen in de omgeving.
Vanaf de nieuwe moskee lopen we naar de rivierbedding en wandelen een stukje tussen de palmbomen. Door smalle betonnen goten vloeit zowaar kristalhelder water en we vinden ook aan wasplaats! Ten slotte volgen we de wegwijzers naar het Ancienne Maison Berbère. Een oud vrouwtje dat staat te werken in het tuintje ernaast, heet ons welkom, maakt ons duidelijk dat ze geen Frans praat maar begint toch aan de rondleiding met de paar woorden Frans die ze in de loop der jaren heeft opgepikt.
De ingang van het huis is een gang die naar de pikdonkere stallen voert. De dieren (ezels, geiten, schapen, koeien, kippen, …) leefden beneden en de stallen waren zo donker om insecten buiten te houden. Buiten het huis toont ze eerst een kleine oven met een stenen vloer voor het bakken van o.a. brood. In de gang bevinden zich twee nissen: in de ene nis zien we een eenvoudige pers die wordt gebruikt om olijf- en arganolie te persen, in de andere zien we een simpel molentje (met molensteen) voor het malen van graan tot couscous en meel. Voorbij de nissen gaat een trap van gestampte aarde omhoog.
Intussen zijn er een jonge en een oude man gearriveerd: de zoon doet de rest van de rondleiding en spreekt uitstekend Engels en Frans. De vader is blind en schuifelt na een korte kennismaking de aarden trap op. “Je vais faire du thé pour vous,” zegt hij.
In de stallen is het zo donker dat er weinig te zien is. De warmte van de dieren ging via het trapgat naar boven en ging zo niet verloren! Wij gaan ook de aarden trap op en belanden op de eerste verdieping. Hier bevond zich het hart van de woning: de keuken.
Dit was het domein van de vrouwen, zij waren hier altijd (ongesluierd!) aan het werk. Hier kwamen geen gasten of vreemdelingen. Om de keuken heen loopt aan vier zijden een gang. Overdag speelden hier de jonge kinderen onder het toeziend oog van de vrouwen, ’s nachts sliepen de volwassenen in de gang waar de warmte van de dieren en van de keuken de koude van de nacht buiten hield. Aan de gang palen nog twee zijvertrekken: een eetruimte (er werd op tapijten gezeten, in het midden werden grote schalen geplaatst waaruit iedereen at) en een ruimte waar alle kinderen dicht bijeen op de grond lagen te slapen. De allerkleinsten hingen in ‘wiegmanden’ in de gang, ook overdag…
Aan de buitenzijde van het huis voert een trap naar de tweede verdieping; gasten en vreemdelingen betraden altijd via deze weg een huis zodat zij nooit langs de vrouwen hoefden. Wij gaan vanaf de eerste verdieping omhoog via de binnentrap en belanden zo in de gastenvertrekken bestaande uit een groot terras en een fraai aangeklede ‘mooiste kamer’. Hier zit de oude, blinde vader ons op te wachten met thee. We moeten onze schoenen uitdoen en betreden de kamer waar we op de kussens gaan zitten en muntthee aangeboden krijgen. Mijn dames willen die zónder suiker, wat maar vreemd wordt gevonden. Ik wil mijn thee wel mét suiker. OMG! wat een hoop suikerklontjes verdwijnt er in dat kleine theepotje. Maar de smaak is heerlijk: Marokkaanse muntthee wordt gezet van Chinese groene thee, aangevuld met verse takjes munt. Door al die suiker voel ik het glazuur van mijn tanden kraken…
We rekenen af: 20 dirham per persoon. Dit entreegeld vormt het inkomen van dit gezin. De oude man is in 1962 blind geworden door een heftige kopbal tijdens een potje voetbal, toen hij in Tanger woonde en werkte. Twee jaar hebben de doktoren daar alles geprobeerd om hem zijn zicht weer terug te geven, maar dat lukte niet. Hij keerde blind naar zijn geboortedorp terug en kreeg er het idee om zijn oude woning, die leeg stond, op te knappen en als museum in te richten. De architectuur van een berberhuis huis is in de loop van vele eeuwen ontwikkeld; álle berberhuizen hadden een zelfde grondplan… Fantastisch dat we dat nu nog kunnen zien, want al die oude huizen, opgetrokken uit stenen en aangestampte aarde, verkruimelen in de tijd. De jongeman vertelde dat het in 2014 zó heftig regende dat het water in de vallei auto’s, dieren en bruggen meesleepte. Het water dat van de berg naar beneden stroomde, haalde talloze oude berberhuizen neer…
We nemen hartelijk afscheid en dwalen nog ruim een uur rond in de omgeving, o.a. tussen de ruïnes van de oude huizen die zowat allemaal leeg staan en vaak grotendeels ingestort zijn… Het huis op de foto hieronder ziet er nog mooi en OK uit, het was ooit de woning van de burgemeester, maar ook dat staat leeg en op instorten. Niemand die zich er om bekommert. In de families kan men het niet eens worden over wat er met de huizen moet gebeuren… Niemand trouwens die er nog in wil wonen. Hier gaat echt een stuk cultuur verloren – helaas!
Vandaag hebben we niet zo veel kilometers gereden maar genoeg prachtige dingen gezien. Voldaan rijden we terug naar ons hotel. Tot het bijna donker is, zitten we buiten op het dakterras. Wel met een trui aan, want er staat een pittig windje en het wordt fris! We zien hoe de zon de granieten bergen donkerrood kleurt…
Als het donker is, gaan we eten in het gezellige restaurant van ons hotel: lekkere tajines met groentes en kip. Soep vooraf. En vandaag trakteer ik mezelf op muntthee en patisserie na. Met een rond buikje zoek ik mijn bed op… Het is een heldere sterrennacht en je voelt dat het koud wordt. Morgenochtend is het 5 graden of zo – meer zeker niet!
Wat een bijzondere plekken!