Weekendje rond Antwerpen

Het vorig weekend bracht ik door in en om Antwerpen. Ik wandelde op plekken waar ik, als voormalige ingezetene van de Koekestad, toch nog nooit was geweest… Heel plezant!

Zaterdagochtend was ik afgesproken met N. Ik reed via Rotterdam en Bergen-op-Zoom België in en nam de afslag Stabroek. Ooit een polderdorp, nu een forenzennederzetting. De grote weg die door het dorp loopt, de N111, is omzoomd met huizen. Een mens kan niets anders doen dan vaststellen dat fatsoenlijke ruimtelijke ordening en urbanisatie in België nog geen vaste voet aan de grond hebben gekregen! Een 18de eeuws landhuis staat er broederlijk naast een stijlloos flatgebouw en een hypermoderne villa. Het nieuwe winkelcentrum straalt betonnen tochtigheid uit, versterkt door het grijs van deze dag en contrasterend met het oude dorpscentrum waar o.a. een mooie kerk staat…

Ik parkeerde bij Het Koetshuis, een gezellige kroeg bij kasteel Ravenhof. Vermoedelijk stond er op deze plaats reeds in de 13de of 14de eeuw een klein kasteel. Het huidige gebouw werd in 1810 herbouwd in neo-Lodewijk XV-stijl. Tegenwoordig is het eigendom van de gemeente Stabroek en vinden vele culturere verenigingen er een onderkomen. Ooit was het eigendom van nakomelingen van de beroemde Antwerpse drukker Jan Moretus, maar toen was het waarschijnlijk niet meer dan een soort woontoren met hoeve. De Moretusjes lieten in de tweede helft van de 18de eeuw een park aanleggen, dat tegenwoordig vooral op Nederlands grondgebied ligt en Moretusbos heet. De straat die langs het kasteel loopt is de Belgisch-Nederlandse grens (bij Putte).

Samen met N., die de streek op haar duimpje kent, wandelde ik door het Moretusbos dat op de Brabantse Wal ligt en deel uitmaakt van SBB-gebied De Brabantse Wal. De Brabantse Wal scheidt het natte Zeeland van het droge Noord-Brabant. Deze kleine heuvelrug begint ten noorden van Bergen-op-Zoom en loopt tot ver in België door. Op de wal vind je bossen en stuifduinen, klei- en zandgronden, polders en heide, zoet en zout water.

2020-01-25 Moretusbossen Stabroek 01

2020-01-25 Moretusbossen Stabroek 02

Eerst liepen we door een parkachtige landschap, daarna dwaalden we door vrij saaie dennenbossen. Voor méér afwisseling had de wandeling een stuk langer moeten zijn, maar dat vindt mijn rug nog steeds niet fijn… Na afloop zochten we de weldadige warmte van Het Koetshuis op waarna we afscheid namen.

Zondagochtend was ik afgesproken met H. die in Lier woont. Lier is een mooi stadje dat ten zuidoosten van Antwerpen ligt. Ik ben er wel eens geweest, maar dat moet lang geleden zijn. Mijn vader schreef artikelen voor het ledenblad van de Vlaamse Jeugdherbergcentrale en nam mij een keer mee naar Lier om de beroemde Zimmertoren te bezoeken. Ik moet toen een jaar of twaalf zijn geweest. Ik kan me niet herinneren dat ik daarna nog eens in Lier ben geweest – en dat is onterecht: het is een prachtig stadje! Een prettige hernieuwde kennismaking…

2020-01-26 01 Lier

H. nam me op deze zonnige zondagochtend mee de stad in. We dwaalden door de kronkelige straatjes en kwamen langs de Zimmertoren, genoemd naar uurwerkmaker Louis Zimmer. Het bouwjaar van de oorspronkelijke toren is niet precies bekend, maar ligt vóór 1425. In 1928 schonk Zimmer aan de stad Lier een uurwerkmechanisme (de Jubelklok) dat diverse tijden en kosmische en andere periodieke verschijnselen aangeeft. Er werd besloten dit uurwerk onder te brengen in de bouwvallige Corneliustoren, die daartoe werd verbouwd en gerestaureerd en sindsdien Zimmertoren wordt genoemd.

2020-01-26 02 Lier

Lier ligt aan de samenloop van de Grote Nete en de Kleine Nete. Lier wordt “de poort der Kempen” genoemd en kreeg de bijnaam Lierke Plezierke. Haar patroonheilige is Sint Gummarus en de spotnaam voor een Lierenaar is “schapenkop”. Het verhaal gaat dat de burgers van Lier mochten kiezen wat ze wilden: een universiteit of een veemarkt. Ze kozen voor een veemarkt… Het verhaal vind je op een bordje bij deze leuke beeldengroep in de buurt van de Zimmertoren.

2020-01-26 04 Lier

We brachten vervolgens een bezoek aan het sfeervolle begijnhof, en ik kocht een rolletje Lierse vlaaikens. Het Liers vlaaike is een klein kruidig gebakje op basis van kandijsiroop en vier kruiden dat volgens een specifiek (geheim) recept gebakken wordt. We bezochten een fototentoonstelling op de Grote Markt en eindigden onze stadswandeling kuierend over de oude vestingwallen.

2020-01-26 03 Lier

Begijnhof van Lier

Na de lunch reden H. en ik naar Broechem (gemeente Ranst) waar we een afspraak hadden met T. Samen maakten we de Hapjeswandeling, een wandeltocht georganiseerd door de vzw ’t Land van Pleysantiën: acht kilometer kuieren van de ene locatie naar de andere – op elke locatie viel iets te ‘happen’, lees te ‘drinken’. Belgische gezelligheid! Het landschap rond Broechem is behoorlijk verknald, nergens nog ongeschonden… Man, man, wat een bouwhonger hebben die Belgen toch. Iedereen wil ‘mooi wonen’ met als gevolg dat het hele landschap is dichtgeslibd. Intriest… Het moet hier vroeger nochtans schoon zijn geweest, getuige de kerk van Broechem, die we bijna de hele tijd in het vizier hielden…

2020-01-26 04 Broechem

De mooie Onze-Lieve-Vrouwekerk van Broechem

Aan het eindpunt van de tocht werden we opgewacht door een ‘stoomtreintje’ dat ons weer naar het beginpunt van de wandeling bracht, bij het sport- en cultuurcentrum Den Boomgaard / Het Loo. In de kantine van de sporthal sloten we de wandeling af met typisch Belgische kost: een videeke (in Nederland noemen we dat een koninginnenhapje) met frieten, weggespoeld met een lekkere Tongerlo van ’t vat.

Dit bericht werd geplaatst in Wandelen. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s