Achelse Kluis

Na een nacht waarin de rookmelder met enige regelmaat flikkert met de intensiteit van een bliksemschicht, en na een voortreffelijk ontbijt (heerlijke broodjes, zelfgemaakte confituren), rijden we tussen twee eindeloze linten door, een aaneenschakeling van huizen en bedrijfjes, het een nog groter en smakelozer dan het ander, richting Achel. Dan: verademing…! We parkeren bij de Sint-Benedictus Abdij aan de Achelse Kluis, pal bij de Nederlands-Belgische grens.

Het is hier stil, valt ons op. Er lopen geen grote, doorgaande wegen in dit grensgebied. Zalig! We kijken eerst wat rond in de omgeving van de abdij.

Bij de grens staat een monument ter nagedachtenis aan de doden die vielen aan de zgn. Doodendraad: vanaf de kust tot aan het drielandenpunt bij Vaals legden de Duitsers in 1915-1916 een hoogspanningskabel aan om te voorkomen dat mensen vanuit bezet België naar Nederland konden gaan, en vice versa.

We zijn nog onder de indruk van deze barbarij als we aan onze wandeling beginnen. We lopen over een fijn pad langs de Warmbeek waarin helder water stroomt door een zanderige bedding. Na een tijdje buigt de route weg van de beek en wandelen we door ietwat saaie bossen. Gelukkig schijnt de zon en dringt het herfstige licht diep in het bos door.

Bij Domein de Bever strijken we neer voor een versnapering, ik kies pompoensoep: eten én drinken. Daarna wandelen we over aangename bospaden terug naar de Achelse Kluis.

Eerlijk is eerlijk, ik heb deze plek niet toevallig gekozen als vertrek- en eindpunt van onze wandeling: de abdijwinkel zit daar wel degelijk voor iets tussen! Laten we het erop houden dat ik met een paar interessante (trappisten)bieren weer naar huis rijd: o.a. Achelse Kluis dubbel (vanzelfsprekend) maar ook Orval (toppertje!), Spencer (Amerikaans trappistenbier) en Tynt Meadow (Engels trappistenbier).

We rijden een paar kilometers verderop en parkeren de auto in de berm van de weg vlakbij kasteel Beverbeek. We maken er nog een mooie wandeling. De zon is inmiddels wel verdwenen achter hoge bewolking maar af en toe loert ze toch nog door de wolken heen en zet ze met haar licht de beukenbomen in brand!

Als we de terugreis naar onze B&B aanvatten, is de lucht loodgrijs geworden. De duisternis valt in. Onderweg stoppen we nog bij een oude watermolen over de Dommel: de Wedelse molen, thans een gezellige kroeg waar we een kleinigheid eten en ik een Flink drink (van brouwerij ’t IJ nota bene…).

Op mijn gevoel zoek ik door de duisternis langs Limburgse wegen – geen wegwijzers – de weg terug naar B&B Hoeven Het Gehucht (onze Koreaanse tomtom kent noch Overpelt noch Neerpelt noch Pelt, laat staan Hoeven; wij bevinden ons in een blinde vlek…).

Na een uurtje rust stappen we opnieuw in de auto, het hoogtepunt van dit weekendje weg is in zicht: het optreden van de geweldige Ierse band Kíla in het Cultuurcentrum van Leopoldsburg!

Kíla is funk, is Philip Glass, is African dance, is groovy; Kíla is melodieus, is dampend, is opzwepend… en dat alles met diepe roots in de Ierse folk music… Geen makkelijke muziek, maar als je je erin verdiept, dan ben je verkocht! Elke CD (en ze hebben er heel wat) is anders en toch Kíla.

Man, what a great gig!! Het was fantastisch!! WE HAD A GREAT NIGHT! We praten nog na met een van de muzikanten, Colm Ó Snodaigh: een interessant gesprek over muziek, een optreden in Dingle (waar wij bij waren!), concerten regelen in Nederland (wie o wie!?), een tekenfilmproject, de nieuwe CD die er in 2020 wellicht aankomt…

Met in de rugzak twee CD’s die ik nog niet had, rijden we door mistig Limburg weer naar B&B Hoeven Het Gehucht.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s