Met moeder en broer gaat het goed. Op de bodem van Aladin’s Cave alias Antwerpen Centraal werk ik twee koffiekoeken van bakker Goossens naar binnen. Een robuuste basis voor de terugreis, voel ik. De stoptrein van Puurs naar Roosendaal dreunt het station binnen. Ik stap in. Het is druk in de trein en de bankjes zijn krap. Een stevige dame drukt mij zonder pardon in het hoekje. Ik kijk verstoord op uit mijn boek; ze glimlacht stralend-verontschuldigend en ik berust in mijn lot. Vanaf Heide kan ik weer vrijuit ademen.
Boven het grensstation Roosendaal welft een blauwe hemelkoepel waarlangs een felwitte zon rustig ter kimme afdaalt. Slechts een handvol mensen hebben met mij de reis tot Roosendaal volbracht. Ik loop naar de Overstapzuil en check met mijn OV-chipkaart in bij de Nederlandse Spoorwegen. Het geluid van voetstappen sterft weg, ik heb de perrons zowat voor mij alleen. Er waait een zeer dun noordoosten windje. Ik ben blij met mijn sjaal en mijn winterjas!
Een lange goederentrein staat langs perron 1. Geen bedrijvigheid, hij staat volkomen roerloos. Wat zit er in al die containers en tanks? Waar komen ze vandaan? Waar gaan ze heen? Voor wie zijn ze bestemd? Ze geven hun geheimen niet prijs aan de onwetende reiziger…
Aan de westkant van het spoor ligt wat industrie. Een vaag gedreun hangt in de lucht. Het alarmsignaal van een achteruit rijdende vorkheftruck boort door de stilte. Een kauw vliegt boven het spoor en verdwijnt achter een goederenwagon. Opeens toch het gedender van een koffer-op-wieltjes; hey, nog een reiziger. Vanuit het noorden rijdt een splinternieuwe trein binnen. Er wordt een spoorwisseling omgeroepen. Ik moet naar 4b. Hoe is het mogelijk in zo’n groot, leeg station: een spoorwisseling!? Vanuit het zuidwesten, Vlissingen vermoed ik, loopt de trein naar Den Haag CS binnen… Ik stap in. Mazzel! Een heerlijk plekje in een rustige stiltecoupé!
Gelukkig hoefde ik niet dringend te plassen in Roosendaal…