Na een grijze, koude start neemt de zon het over… De lucht evenwel blijft fris, dus van de fleece, de sjaal en de winddichte jas heb ik geen spijt. Hoe dan ook, de eerste dag van de meteorologische lente mag er dit jaar zijn! We parkeren aan het begin van de Zeeweg. “Wat doen we: noord of zuid?” We kiezen voor zuid en we hebben er achteraf geen spijt van. Het wordt een prachtige wandeling en – wat we heel bijzonder vinden – we ontmoeten amper andere wandelaars. We genieten dan ook met volle teugen!

Meestal lopen we de route die wordt aangegeven met gele driehoekjes, uitgebreid met een kleine, iets meer zuidelijk gelegen lus. Dat is ook vandaag het plan, maar omdat het zulk mooi weer is en omdat we op een gegeven moment in de verte de zon zien schitteren op de zee, voelen we ons aangespoord om door te lopen naar het strand. Een blik op de kaart zegt ons dat dit zeer wel mogelijk is.
Het eerste deel van de wandeling gaat door bos. De wind en het klimaat hebben de bomen hier mede gevormd; gedurende de helft van het jaar zijn de loofbomen bladerloos en kun je je vergapen aan hun grillige vormen…

Op sommige plaatsen is de bodem alweer zo opgedroogd dat het moeizaam lopen is op de mulle zandpaden. Je ziet dat de mensen de randen opzoeken, waardoor het pad uiteindelijk een breed spoor wordt, haast een lelijk litteken in het landschap. Dat gebeurt ook op plekken waar paden door moerassig gebied lopen. Ooit (1977) liep ik in Engeland de Pennine Way, een Engels long distance trail. Op sommige drassige heuvelruggen was het pad breder dan een voetbalveld… De Engelsen hebben daar wat op gevonden: ze noemen het erosion control. Het komt er op neer dat je op dergelijke plekken het pad zo aanpast en verbetert, dat wandelaars niet meer de behoefte hebben om naast het bestaande het pad te gaan lopen. Voor de beleving pakt dat niet altijd even gunstig uit maar je voorkomt zo dat paden bronnen van enorme bodemerosie worden.

Op de kruising voorbij de Takkenberg (zie kaartje) gaan we meestal linksaf; vandaag echter gaan we naar rechts en lopen we naar zee door een mooi stuk open duin, tot op het fietspad van Bergen aan Zee naar Wimmenum.


Op het fietspad gaan we linksaf en even verderop rechtsaf, door diep mul zand omhoog – en weer omlaag, naar het quasi verlaten strand…


Het water komt op. De rug met zand die een drooggevallen strandplas scheidt van de zee, wordt regelmatig overspoeld en de strandplas loopt langzaam maar zeker weer vol. Amper een kwartier later heeft de zee ook de zandrug overspoeld. De vloed komt in rap tempo op!


We klimmen weer omhoog door het diepe mulle zand. De duinen liggen er prachtig bij in het stralende licht van de zon die denkt dat het stilaan tijd is om onder te gaan…

We lopen een paar honderd meter over het fietspad en nemen dan een vrij smal pad naar links. Het Nederlands Kustpad (LAW) loopt hier ook: etappe 9, van Egmond aan Zee naar Groet (en vice versa natuurlijk), dwars door de duinen… Hier kuiert een vrij grote kudde Schotse Hooglanders door het landschap. Het zijn en het blijven fotogenieke beesten met een hoog aaibaarheidsgehalte, al is het advies dat je afstand houdt, bij voorkeur zo’n 25 meter. Met een telelens haal je ze gemakkelijk wat dichter bij zonder dat je gevaar loopt.

Er liggen hier ook een paar mooie duinmeertjes. De blauwe lucht weerspiegelt diepblauw op het water, de avondzon legt over aarde en planten een warme oranje gloed. De camera’s maken overuren…

Je kunt goed zien dat het water hier de afgelopen tijd hoog heeft gestaan, hoger dan nu! Volgens mij kon je hier zelfs een tijdje niet passeren omdat de boel helemaal onder water stond! De duinmeertjes zijn in elk geval goed gevuld en in een nabijgelegen bosje staan de bomen met hun voeten in het water!


Het wordt koud en de zon gaat nu echt bijna onder. Dat betekent dat we er flink de pas in moeten zetten, want je mag hier alleen maar lopen van zonsopkomst tot zonsondergang… Maar het is vandaag te mooi om blindelings door het landschap te racen. De duinruggen kleuren rood in de ondergaande zon. We zien een paar Exmoor ponies: merrie en veulen. De hengst staat verder-/hogerop en houdt ons goed in de gaten.



Het is kwart voor zeven. Ons autootje staat moederziel alleen op de parkeerplaats. Ik start de motor, en klinkt een pingeltje: 4°C is het… Als we over de Bergerweg rijden, kleurt de lucht achter ons dieprood… “Ach, stonden we nog maar op het strand,” verzuchten we… Het is ook nooit genoeg!