Afgelopen maandag bezochten we het voormalige eiland Marken. En voor we weer naar Alkmaar reden, konden we het niet nalaten die ándere Noord-Hollandse kaasstad te bezoeken die daar vlakbij ligt: Edam.
Een klein beetje geschiedenis, met dank aan Wikipedia (waaraan ik onregelmatig een kleine financiële bijdrage schenk; dit geheel ter zijde). Edam ontstond bij een dam aan de IJe of E die in de Zuiderzee uitmondde. Omstreeks 1230 werden de zeegaten van de Zuiderzee afgedamd. Bij zo’n dam moesten de goederen worden overgeladen en kon tol worden geheven. Zo ook te Edam waardoor de bescheiden nederzetting tot een handelsplaats kon uitgroeien. Scheepsbouw, haringvisserij en kaashandel brachten Edam tot grote bloei. Graaf Willem V verleende Edam in 1357 stadsrechten. Op 16 april 1526 kreeg Edam van keizer Karel V het recht van vrije weekmarkt alsmede het recht van Waag. Op 2 maart 1574 werd dit recht van Waag door Willem van Oranje eeuwigdurend vergeven als dank voor de goede samenwerking tijdens het beleg van Alkmaar.
We parkeren op een soort parkeergrasveld aan de rand van de stad, steken de drukke Singelweg over en lopen de Zuidervesting op. We hebben beide hoge nood en omdat een mens in tijden van corona zowat nergens terecht kan voor een kleine boodschap, zoeken we een paar bosjes op. Opgelucht beginnen we aan onze verkenning van Edam. Het is alweer tien jaar of langer geleden dat we hier met vriend Barney liepen toen we het eerste traject van de Stelling van Amsterdam LAW hadden gelopen. Barney en ik hebben daarna nog een paar etappes gedaan, maar er liggen nog heel wat kilometertjes op ons te wachten! Een idee voor het komende voorjaar?
We lopen de stad in over de Kwakelbrug en hebben een mooi zicht op de ranke Speeltoren met het opvallende carillon waarvan een aantal klokken aan de buitenkant hangen. Vanaf de brug zien we enkele fraaie theekoepels.


Terwijl we door de straten kuieren, vallen ons de vele mooie bovenlichten op die boven statige voordeuren prijken. Alleen daarvan al zou je een reportage kunnen maken… Ik beperkt met tot onderstaande keuze.

Edam staat uiteraard bekend om zijn kaas die eerder bolvormig is en een stuk kleiner dan de ‘schijven’ kaas uit Gouda… Maar voor de toeristen is Goudse kaas blijkbaar de standaard zoals te zien is bij de kaaswinkel bij de dam. Wie echter goed kijkt, ziet in de etalage een stapeltje heuse Edammers liggen…

We dwalen door het stadje dat overal statige historie uitstraalt…




De dam wordt gerestaureerd, er staan hoge hekken omheen en het is niet mogelijk om er een aardige foto van te maken. Natuurlijk zoeken we ook het waaggebouw op, een stuk bescheidener dan de waag van Alkmaar, maar even goed bezienswaardig. Er staat een leuk beeldje van twee kaasdragers met een kaasberrie tussen hen in.


Weet je nog? Toen we een jaar geleden werden geteisterd door het coronavirus en de scholen dichtgingen, werd er een oproep gedaan om teddyberen bij het raam van je huis te zetten. Kinderen gingen op berenjacht – al dan niet met hun ouders. Een sympathiek initiatief vond ik dat. We denken dat er in Edam ook ‘iets met katten’ is georganiseerd, want achter diverse ramen zien we kattenprenten en -beeldjes, waaronder enkele zeer mooie zoals op de foto hieronder is te zien.

Anderhalf uur later lopen we opnieuw de Kwakelbrug over, terug naar de auto. Langs drukke Noord-Hollandse wegen rijden we naar huis. Moe en voldaan.
Heerlijk stadje!