Als ik naar buiten kom en de trap afloop, zie ik monsieur Assie, de eigenaar van onze gîte die in het huis naast het onze woont – nou ja, wij verblijven tijdelijk in het huis naast het zijne. Kleine nuance die er wel toe doet…
Monsieur Assie en ik maken elke dag wel een praatje, zo ook vanmorgen. Hij vraagt of we gisteren mooi gewandeld hebben in Combret. Ik vertel hem dat we eerst naar Roquefort zijn geweest en dat er voor Combret geen tijd meer was. Hij legt uit hoe belangrijk de kaasindustrie van Roquefort is voor de regio. De meeste boeren in de wijde omtrek leven van de opbrengst van schapenmelk! Er zijn hier dus wel degelijk veel schapenboerderijen. “Maar wij zien nergens schapen,” zeg ik. Monsieur Assie weet dat les brebis in de zomer in de stallen worden gehouden omdat het te warm voor ze is. Als ze buiten zouden lopen, zouden ze alleen maar de schaduw opzoeken en amper eten. In het voor- en najaar lopen de kuddes wel buiten… Nu begrijpen we waarom we wel geregeld verkeersborden zien die waarschuwen voor schaapskuddes, maar we nooit kuddes zien!
Op weg naar Martrin (uiteraard via de binnenwegen) komen we langs St.-Exupère. Een klein gehucht met alweer een reusachtige kerk…
Wat zien we op de weg: verse schapenkeutels! We volgen het spoor maar al gauw verdwijnt het de weilanden in. De weg naar Martrin gaat in haarspeldbochten de helling op. We speuren naar schapen, maar zien er geen een…
Op la place de Martrin is er zowaar een plekje onder de bomen! Dat is boffen, want van de wolken die er vanmorgen waren is er niets meer te bespeuren. We lopen de kerk in – de deur staat uitnodigend open. Een zwaluw vond dat blijkbaar ook en is de kerk ingevlogen; ze vind de uitgang niet meer en vliegt in paniek van raam naar raam – veel te hoog.
Achter een deurtje tref ik een wenteltrap. Er hangt een briefje waarop gevraagd wordt het licht uit te doen en de deur achter je te sluiten. Hieruit maak ik op dat we naar boven mogen klimmen. En dat doen we. Tot bij de klokken en zelfs nog een verdieping hoger!
Het is half twaalf. Een klok slaat, we schrikken ons een hoedje hoewel we er op bedacht zijn!
We lopen het dorp uit. Els ziet het niet zo zitten om nu nog aan de 7 km lange wandeling te beginnen. Ik kan haar geen ongelijk geven, de warmte hangt als een loodzware deken over het land, er staat geen zuchtje wind… We leggen de rugzakken terug in de auto. Ik klim nogmaals de toren in om het klokkengelui van twaalf uur te filmen. Daarna maken we een rondje door het oude dorp, ooit een commanderij van de Hospitaliers (een ridderorde die verwant is aan de Tempeliers; ik vind er op internet bar weinig informatie over).
We volgen een routebeschrijving van een dorpswandeling. We komen langs de voormalige presbytère, er zit nu een bar-restaurant in: Le Caminada. We laten ons verleiden: een menu midi à € 13,50 (entrée, plat, dessert ou fromage, café) lijkt ons wel wat! We vragen uitleg over de kaart… alea iacta est!
Ik bestel een pastis en Els een cola. Daarbij een literfles spuitwater en un quart de vin blanc.
Ik krijg eerst een verrukkelijke salade verte met lardons en stukjes gemarineerde kalkoen voorgeschoteld. Mijn hoofdgerecht is une pascade: het is iets tussen een pannenkoek en een omelet in, en ze is belegd met spekjes, crème fraîche en geraspte kaas. Het doet me denken aan een Yorkshire pudding! De kok komt uitleg geven en begrijpt heel goed die vergelijking. Hij vertelt dat het een authentiek boerengerecht uit de Aveyron is, en er zijn bij zijn weten maar twee restaurants in het département die het op de kaart zetten. Ik snap dat niet, want het is echt héél lekker!!!
Mijn toetje is une tarte praline. Je kunt trouwens ook chocoladetaart bestellen of taart met peer en chocolade, dit alles vers gebakken, vanmorgen… Ik zeg dat ik niet van praliné houd – weet ik veel dat une praline een lekkernij met amandelen is uit de streek van Lyon!? Ik ga overstag en mensen, daar heb ik geen spijt van!! Goddelijk lekker.
Afijn, gespijsd en gelaafd rijden we terug naar Curvalle. Ik doe een flinke middagdut en haal zo wat slaap in. Als ik om een uur of zes op ons balkon zit en een aperitiefje nuttig, brengt monsieur Assie een kratje oogst uit zijn potager: tomaten, sla en komkommers. Mijn avondmaal zit alweer snor!
Lekker bezig! Ik geniet met je mee.
Top Emile, altijd leuk om te weten dat anderen meegenieten…
Wat een verwennerij!!
Zeker weten!!