Het is donderdag. Na een relatief korte nacht loop ik om acht uur naar de épicerie in Plaisance om het brood op te halen dat ik eergisteren heb besteld. De eigenaar kijkt me schaapachtig aan: “Je l’ai jeté, monsieur!” Dat wordt dus wachten op de bakker uit Coupiac die het brood hier om half negen levert. Ik loop naar de Rance en geniet van het zicht op ons vakantiehuis… Op de foto: het meest linkse!
Na het ontbijt (thee, pain de campagne en confiture de mirabelles) rijden we de zeven kilometers die Plaisance van Coupiac scheiden. We parkeren onder een boompje dat geen schaduw geeft, tegenover la mairie. We lopen (letterlijk!) onder de kerktoren door en staan dan pal voor het kasteel van Coupiac: hoe bestaat het dat in zo’n klein gat zo’n groot kasteel staat!? Het torent letterlijk boven de huizen van het dorp uit.
We gaan een wandeling maken, une petite randonnée, die we nog plus petite maken door hem te halveren. Een rondje van vijf kilometer vinden we prima op een dag dat er 33 °C wordt voorspeld. Over een steil pad klimmen we het dorp uit. We kruisen een weg bij een boerderij en lopen een holle weg in. Een hond komt blaffend aan rennen, maar hij blijkt gelukkig niet op zoek te zijn naar een stel sappige kuiten. Integendeel, na een schuchtere kennismaking van weerszijden loopt het beest met ons mee… Eenmaal uit het bos wandelen we tussen rogge- en klavervelden. Hier en daar is de oogst al binnengehaald en is de akker alweer omgeploegd en geëgd. We lopen hoog en in de volle zon. Wij hebben het moeilijk en de hond ook…
Op een kruispunt van wegen en paden, bij een oud Tempelierskruis, kiest de hond resoluut voor de afdaling naast een zonnebloemenveld. Kwispelstaartend verdwijnt-ie uit ons zicht. Wij blijven hoog lopen en genieten van het schitterende uitzicht. Diep beneden ons ligt Coupiac.
Over een mooie veldweg langs de rand van een omgeploegde akker beginnen we aan de afdaling. Na een aangename rustpauze duiken we weer het bos in; een holle weg voert ons naar het dal en het dorp… Als we het dorp naderen, lopen we langs oude, verlaten boomgaarden. De valeriaan bloeit er uitbundig.
We kijken nog even rond in Coupiac voor we terug rijden naar Curvalle om te lunchen…
Daarna werk ik een paar uurtjes voor school… dat moet maar even! Om vier uur rijden we ten tweede male naar Coupiac. We bezoeken het kasteel: echt een Frans museum… veel goede wil en woeste ideeën, maar het ontbreekt aan… Ja, wat? Typisch Frans dus.
Na een bezoek aan de bakker rijden we weer naar huis. Zes uur, tea time in Zuid-Frankrijk!
De rest van de dag verloopt in alle rust. Terwijl ik dit schrijf, is de duisternis gevallen. Naast de kerk op de heuvel tegenover ons huis komt de maan op. Bijna volle maan, morgen een bloedmaan! Laten we hopen dat het dan ook wolkeloos is! Op het pleintje aan de overkant van de Rance wordt petanque gespeeld. Pratende mensen, het ‘gekenk’ van de petanqueballen, het geruis van het water. We zitten op ons balkonnetje onder het licht van de oranje straatlantaarn. Eindelijk voelen we dat het wat begint af te koelen. (Bijna) tijd om naar bed te gaan, zo meteen slaat de klok in de toren tien uur…
Wat een plek! Wel een beetje rustig aan doen met die hitte, hoor!!