Na een rustige start rijden we over smalle wegen via Ulpha, Broughton Mills, Torver en Coniston naar Ambleside. Toen de kinderen klein waren, hebben we hier een aantal jaren achter mekaar Littlebeck gehuurd, een leuk huisje in het oude, hoger gelegen deel van het stadje. De eigenaresse, Irene Cook, is waarschijnlijk al overleden en Littlebeck staat er nu helaas wat troosteloos bij… De uninterrupted views naar de Wansfell Pike zijn er ook niet meer, in 25 jaar zijn bomen en struiken fors gegroeid..
Ambleside is een oud stadje. De huizen zijn gebouwd met donkere natuursteen. Op een grijze dag als vandaag ziet het allemaal wat somber uit… Er zijn veel winkeltjes en tal van zaakjes waar je wat kunt eten en drinken. Wij lunchen in The Unicorn Inn, een rustige, gezellige pub in een achteraf straatje.
Na het eten – het miezert nu af en toe – gaan we wat rondkijken in de winkels. Gaynors of Ambleside is gevestigd in het oude busstation: het is een walhalla voor de buitensporter! Ook nu komen we er niet met lege handen uit… Op de valreep pas ik nog een wandelbroek. Hij zit me als gegoten. Ik trek mijn oude broek weer aan en buk me om mijn schoenen te veteren. Opeens hoor ik krraaatsjjj! Een gigantische scheur… mijn oude broek begeeft het, hiermee kan ik me niet meer in het openbaar vertonen!! Vijf minuten later loop ik Gaynors uit met de nieuwe broek om mijn kont!
Om vier uur zijn we weer afgesproken met onze ‘Celtic friends’ uit Beverwijk, deze keer bij Chesters, een zalige tearoom in Skelwith Bridge. Ik neem een white chocolat & cranberry flapjack. Ik hoef vandaag niet meer te eten… We rijden naar Elterwater en drinken samen nog een biertje in de oude Britannia Inn.
We nemen afscheid. Dennis, Daniëlle en Colin eten een hapje in de inn, Els en ik rijden via een avontuurlijke route terug naar Eskdale: drie pittige passen staan er nog op het programma. In Great Langdale breekt de zon even door de wolken en geeft het landschap de magie waar wij zo dol op zijn…
De eerste klim voert ons over een naamloze pas tussen Great en Little Langdale (25 %). Dan komt het meer serieuze werk: de Wrynose Pass (393 m) met een hellingpercentage van 30 % op sommige plaatsen.
De heftigste pas moet nog komen: de Hardnott Pass (eveneens (393 m)! Met een hellingpercentage van 33 % (en soms méér, lijkt het wel!!) en het ene na het andere haardspeldbochtje is dit echt zwoegen voor de auto. Bovendien rijden we de dichte mist in, het zicht is soms minder dan 50 meter…
Ik geniet met volle teugen van zo’n ritje – maar aan alle moois komt een einde, dus ook hieraan… We rijden Eskdale in en parkeren even later voor ons huisje. Time for tea!