De oude wegen (The old ways: a journey on foot) van Robert McFarlane vind ik niet het meest aangenaam lezend boek dat ik ken, maar het is hier en daar wel boeiend en soms kom je iets tegen dat maakt dat je blij bent dat je dit boek aan ’t lezen bent…
Zo kwam ik op blz. 44-45 de volgende passage tegen:
Het verband tussen weten en wandelen is ook diep ingesleten in de geschiedenis van de taal, wat wordt geïllustreerd door misschien wel de opmerkelijkste etymologie die ik ken. Het spoor begint bij het Engels woord to learn, dat ‘kennis verwerven’ betekent. Gaan we terug in de taaltijd, dan komen we bij het Oudengelse leornian, ‘kennis vergaren, beschaafd zijn’. Van leornian leidt het pad verder terug, het wrijfklankenkreupelhout van het Protogermaans in, en naar het woord liznojan, met als grondwoord ‘een spoor volgen of zoeken’ (van het Proto-Indo-Europese prefix leis, dat ‘spoor’ betekent). ‘Leren’ betekent dus au fond – o, vondst – ‘een spoor volgen’. Wie wist dat? Ik niet, en ik ben de etymologen-ontdekkingsreizigers erkentelijk die de verloren sporen ontdekten die ‘leren’ verbinden met ‘paden volgen’.
Op school zijn wij bezig met het herformuleren van een visie op onderwijs (leren) en opvoeding. We gaan het roer niet drastisch omgooien, maar we houden het ook niet bij wat we al jaren deden en nog steeds doen… Het gedachtegoed van Stephen Covey spreekt ons aan: als je dat aan kinderen kunt meegeven…
Die uitdaging vraagt van het team dat het bereid is om te leren. We hebben afgesproken dat de reis die we samen ondernemen belangrijker is dan het doel. Ook bij ons dus een vorm van verbinding tussen ‘leren’ en ‘een spoor, een pad volgen’.
Dit pad is kronkelig, het gaat over bergflanken, door dalen, over riviertjes, en uiteindelijk brengt het je naar de top… Zo gaat het met leren ook!